Inbreng SO bestrijdingsmiddelen buiten de landbouw
Inbreng Partij voor de Dieren Schriftelijk Overleg Gewasbescherming buiten de landbouw
De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben met belangstelling kennis genomen van de uitvoering van de toezegging tijdens het Nota-overleg waarin de staatssecretaris de termijnen voor het verbod op glyfosaat buiten de landbouw verkort. Deze leden willen hier graag nog enkele vragen over stellen.
De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren zijn verheugd dat het verbod op het gebruik van glyfosaat gemeenten en terreinbeheerders eerder in zal gaan dan eerder was aangekondigd door de staatssecretaris, en dat het gebruik door particulieren nu ook verboden zal worden. Deze leden menen echter dat het gebruik van glyfosaat door particulieren al per begin 2014 van kracht zou moeten gaan. Waarom wordt de ingangstermijn van dit verbod gekoppeld aan de termijn voor het gebruik van glyfosaat door gemeenten? Glyfosaatgebruik door particulieren brengt grote risico’s mee voor het milieu en de volksgezondheid en er zijn voldoende chemievrije alternatieven voorhanden. Waarom mag dit gebruik nog ruim twee jaar doorgaan? Welk belang is daarmee gediend? Kan de staatssecretaris aangeven welke middelen naar verwachting na ingang van het verbod op de verkoop van glyfosaat aan particulieren meer verkocht zullen worden? Deelt de staatssecretaris de mening van de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren dat particulieren in het geheel geen chemische bestrijdingsmiddelen zouden moeten kunnen kopen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze en termijn wil zij dit realiseren?
De leden van de fractie van de PvdD willen graag nadere uitleg over de uitzonderingen die er toegestaan worden voor gemeenten om toch gebruik te maken van glyfosaat. Om welke uitzonderingen zal dit gaan? Wat zijn de randvoorwaarden hierbij? Kan de staatssecretaris aangeven in welke situaties chemisch beheer volgens haar onvermijdelijk is? Wat bedoelt zij precies met ‘technisch onvermijdelijk’? Kan de staatssecretaris bevestigen dat het om een limitatieve lijst van uitzonderingen zal gaan? Wie worden er allemaal betrokken bij het opstellen van deze lijst van uitzonderingen?
Terreinbeheerders mogen nog eind 2017 gebruik maken van glyfosaat, onder andere in bossen en parken, zo lezen de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren. Deze leden willen graag opmerken dat de bodem van parken, tuinen en bossen bedekt hoort te zijn met planten, bij voorkeur met gewenste en/of getolereerde soorten. Deze onderste laag is van groot belang voor de biodiversiteit, kan de staatssecretaris dat bevestigen? Kan zij uitleggen hoe het mogelijk zou kunnen zijn dat er ecologisch verantwoorde herbiciden voor toepassing in het groen zouden kunnen bestaan? Deelt zij de mening van de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren dat bossen en parken chemievrij beheerd moeten worden, en dat daar op dit moment al mogelijkheden genoeg voor bestaan, dus dat dit verbod op het gebruik van glyfosaat begin 2014 zou moeten ingaan? Zo nee, waarom niet? Kan de staatssecretaris bevestigen dat ook ter bestrijding van de eikenprocessierups er goede chemievrije technieken bestaan, zoals het tijdig opzuigen van de rupsen en hun nesten? Zo ja, welke consequenties verbindt zij hieraan?
De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren willen graag weten welke chemische middelen momenteel allemaal zijn toegelaten voor toepassing in openbaar groen. Kan de staatssecretaris bevestigen dat er ook neonicotinoiden zijn toegelaten voor gebruik in openbaar groen? Om welke middelen gaat dit dan, en heeft het Europese moratorium op een aantal neonicotinoiden daar invloed op? Klopt het dat thiacloprid momenteel gebruikt mag worden in openbaar groen? Zo ja, deelt de staatssecretaris de mening dat dit een onacceptabel risico met zich meebrengt voor de biodiversiteit – waaronder de onmisbare bijen – en de volksgezondheid, en is zij bereid om deze toelatingen in te laten trekken? Is zij tevens bereid om in afwachting van de intrekking van de toelatingen gemeenten en andere beheerders van openbaar groen op te roepen geen gebruik meer te maken van neonicotinoiden in hun terreinen? Zo nee, waarom niet?
De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren wijzen erop dat er in Nederland maar ook in het vergelijkbare Vlaanderen al zeer veel gemeenten gifvrij beheren. Kan de staatssecretaris nogmaals uitleggen waarom de andere gemeenten, die dit nog niet gifvrij doen, zo’n lange overgangsperiode wordt toegestaan?
Graag krijgen de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren meer informatie over het onderzoek wordt uitgevoerd naar aanleiding van een voorstel van deze leden om de verkoop van biociden aan particulieren voortaan alleen vanachter de toonbank toe te staan. Is de opzet van dit onderzoek al bekend, is al duidelijk wie dit onderzoek gaat uitvoeren en wanneer de resultaten ervan bekend zullen zijn?
Tevens willen de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren graag een update vragen over de uitvoering van hun aangenomen motie om de verkoop van neonicotinoiden aan particulieren te verbieden. De staatssecretaris is verantwoordelijk voor het deel van deze motie dat gaat over de biociden met neonicotinoiden. Eerder heeft zij de Kamer geïnformeerd dat het Ctgb de risico’s van biociden met neonicotinoïden voor particulier gebruik opnieuw zou onderzoeken. Kan de staatssecretaris hieromtrent al nieuwe feiten melden?
Interessant voor jou
Bijdrage Ouwehand Hoofdlijnendebat Energieakkoord
Lees verderBijdrage Ouwehand AO Duurzaam Hout
Lees verder