Inbreng SO Fipronil-Affaire 7-8-17
Inbreng Partijvoor de Dieren Schriftelijk Overleg Fipronil-affaire
De Partij voor de Dieren-fractie heeft met stijgende verbazing -uitmondend in verbijstering- de ontwikkelingen in de fipronil-affaire gevolgd. Onder het regime van de zogenaamde ketencontrole, waar de agrarische sector zelf een groot voorstander van is en waarvan zowel sector als kabinet het publiek en de Kamer wil laten doen geloven dat die de beste waarborgen biedt voor het veiligstellen van het publieke belang van voedselveiligheid en de naleving van de wettelijke bepalingen voor dierenwelzijn, heeft het kunnen gebeuren dat een niet-geregistreerd en niet-gecertificeerd bedrijf, onder de olijke naam 'Chickfriend', een illegaal middel in tal van kippenschuren heeft kunnen spuiten, met alle gevolgen van dien. Honderdduizenden legkippen hebben daardoor een giftige stof binnengekregen die vervolgens in de door hen gelegde eieren terechtkwam, die weer op het bord of in het verwerkte voedsel van nietsvermoedende burgers belandden. En terwijl de officiële toezichthouder NVWA met veel vertraging, verwarring en chaos in actie kwam om zich te kwijten van haar taak om te waken over de voedselveiligheid, negeerde zij schaamteloos haar taak om toe te zien op het dierenwelzijn door mee te delen dat pluimveehouders die gebruik hebben gemaakt van de diensten van Chickfriend en van wie de kippen besmet zijn geraakt met fipronil, zelf mogen weten of zij hun kippen doden of niet. Je zou van een toezichthouder die belast is met het handhaven van de in Nederland geldende dierenwelzijnswetgeving verwachten dat hij wijst op de Wet dieren, waarin helder is omschreven dat de intrinsieke waarde van het dier wordt erkend, en dat de inbreuk op de integriteit of het welzijn van dieren, verder dan redelijkerwijs noodzakelijk wordt voorkomen, en dat de zorg die dieren redelijkerwijs behoeven is verzekerd. De Partij voor de Dieren heeft reeds gedetailleerde schriftelijke vragen gesteld over deze handelwijze van de NVWA, en verwacht dat het kabinet die vragen in dit schriftelijk overleg, dan wel gelijktijdig beantwoordt. In de zaak die inmiddels heeft gediend bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft het ministerie van Economische Zaken alvast blijk gegeven van eenzelfde laakbare houding als die bij de NVWA. Zonder enige kennelijke reflectie op de wettelijk verankerde intrinsieke waarde van het dier, of de wettelijke bepaling dat dieren de zorg die zij redelijkerwijs behoeven ook krijgen, redeneren zowel het ministerie als de toezichthouder dat we in Nederland nou eenmaal voortdurend dieren doodmaken als zij geen economisch belang hebben, en dat er nu dus blijkbaar ook geen weging hoeft plaats te vinden: als een dier geld kost, maar (een poosje) niks oplevert, mag het worden afgemaakt. Graag hoort de Partij voor de Dieren-fractie van het kabinet wat in haar ogen de wettelijke verankering van de intrinsieke waarde van het dier precies waard is als niet eens de moeite wordt genomen om uit te gaan van het gegeven dat de besmette kippen de fipronil-vergiftiging ook weer kunnen kwijtraken, bijvoorbeeld door te ruien, of, zoals een woordvoerder van LTO zelf zegt, de stallen goed schoon te maken.
Het vertrouwen dat de NVWA, maar ook het ministerie zelf nauwlettend uitgaan van de wettelijke bepalingen die nou juist bedoeld zijn om dieren in de veehouderij te beschermen tegen al te eenzijdige economische drijfveren is bij de Partij voor de Dieren-fractie tot het nulpunt gedaald. Het vraagt weinig voorstellingsvermogen om te bedenken dat dat ook bij een groot deel van de bevolking het geval zal zijn. Is dit werkelijk het beeld dat de overheid van zichzelf wil presenteren in tijden dat, ook volgens het kabinet zelf, een steeds groter maatschappelijk belang wordt gehecht aan het welzijn van dieren? Dat het laten herstellen van kippen die door gesjoemel in de sector besmet zijn geraakt met een illegale stof blijkbaar teveel is gevraagd, alle wettelijke bepalingen en mooie woorden over dierenwelzijn ten spijt? Wat bedoelt het kabinet eigenlijk als zij in haar brief van 3 augustus schrijft dat het Ministerie van Economische Zaken samenwerkt met de sector aan maatregelen en protocollen om kippen, stallen en mest zo snel mogelijk fipronil-vrij te krijgen dan wel op een verantwoorde manier af te voeren, 'met inachtneming van de belangen rond dierenwelzijn, milieu en leefomgeving.' Over welke 'belangen rond dierenwelzijn' heeft het kabinet het precies, en hoe worden die dan precies 'in acht genomen'? Waarom schrijft het kabinet niet expliciet wat er op dit moment al aan het gebeuren is met de getroffen kippen, namelijk: het luchtdicht afsluiten van de schuren waarin de dieren zich bevinden, waarna er koolstofdioxide naar binnen wordt gepompt waardoor de dieren een pijnlijke, langdurige en stressvolle vergassingsdood sterven?
Het is -helaas- meer dan typerend dat het kabinet in haar brief precies één keer, terloops, iets opmerkt over het dierenwelzijn. Het wrange is bovendien dat dat slechts bedoeld lijkt om de indruk te wekken dat het belang van dierenwelzijn serieus wordt genomen, terwijl dat duidelijk niet het geval is. Mede gelet op de aangenomen motie-Ouwehand, die het kabinet vraagt in actie te komen voor meer transparante communicatie over het leven en sterven van dieren in de veeindustrie, wil de Partij voor de Dieren dat het kabinet alsnog helder uiteenzet wat er precies met de kippen gebeurt die wat het ministerie van EZ betreft mogen worden afgemaakt en wat de welzijnsaspecten zijn van de massale vergassing die nu plaatsvindt. Ook moet het kabinet helder communiceren over het aantal dieren dat op deze manier wordt gedood. Kan het kabinet bevestigen dat er al meer dan 300.000 kippen zijn vergast, en dat dat aantal de komende weken fors zal oplopen? Onderschrijft het kabinet de inschatting van een van de zogenaamde ruimingsbedrijven, dat de komende weken nog een miljoen kippen zal worden vergast en vernietigd? Hoeveel extra slachtoffers gaat deze operatie opleveren, gelet op het feit dat voor zo ongeveer ieder nieuw leghennetje dat uit het ei kruipt op een broedbedrijf, een haantje wordt vergast? Hoeveel extra haantjes zullen er worden vergast nu er zoveel hennen vroegtijdig worden worden gedood (en zelfs vernietigd), om vervroegd nieuwe hennen te kunnen aanvoeren?
Dat het kabinet in haar brief niet zelf op de relevante dierenwelzijnsaspecten is ingegaan noopt tot de conclusie dat dierenwelzijn niet alleen bij de NVWA, maar ook bij het ministerie zelf een ondergeschoven kindje is - en dat is zeer mild uitgedrukt.
De Partij voor de Dieren is niet alleen een verklaard tegenstander van het automatisme om dieren die (eventjes) niks opleveren meteen af te maken, maar ook van het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de landbouw. De PvdD-fractie pleit al sinds 2013 op een verbod op fipronil vanwege de schadelijke gevolgen daarvan voor oa bijen, en meer in brede zin, voor de (agro)biodiversiteit. In het kader van het illegale gebruik door Chickfriend wijst de Partij voor de Dieren op de toelating van fipronil op de markt, en daarmee de beschikbaarheid voor bedrijven die willen sjoemelen met de regels. In de brief van 3 augustus schrijft het kabinet dat fipronil een insecticide is dat onder meer in diergeneeskundige producten tegen vlooien, mijten en teken wordt gebruikt (en dat het niet mag worden gebruikt bij dieren die worden geëxploiteerd voor de voedselketen, zoals kippen). Het kabinet meldt niet dat fipronil in de Europese Unie ook nog steeds is toegelaten voor gebruik in de akkerbouw, namelijk als bestrijdingsmiddel voor snijmais (zaadbehandeling), een veel geteeld gewas voor de veevoerindustrie, alsmede voor gebruik in plaagdierbestrijding. De Partij voor de Dieren wil van het kabinet weten hoe zij reflecteert op de handhaafbaarheid van het toelaten van middelen voor specifieke gebruiksdoeleinden, waarbij het gebruik voor alle andere doeleinden verboden is. Immers, als een middel legaal op de markt is, zij het voor een afgebakend doel, is het gemakkelijker om aan dat middel te komen (voor andere doelen) dan wanneer het middel überhaupt niet mag worden gebruikt in de landbouw of de plaagdierbestrijding. Wat bedoelt het kabinet met de opmerking in haar brief dat 'de nu ontstane situatie aanleiding is te bezien of er in het toezicht meer nadruk gelegd moet worden op illegaal gebruik in de agrarische sector'? Kan het kabinet schetsen hoeveel capaciteit gemoeid is of zal moeten zijn met het het daadwerkelijk kunnen handhaven van de specifieke toelating ten opzichte van het in zijn geheel niet toelaten van middelen op de markt? Hoe verhoudt de fraudegevoeligheid van specifieke toelatingen in de landbouw en de plaagdierbestrijding tot de fraudegevoeligheid van de toelating voor de productie van diergeneesmiddelen?
De Partij voor de Dieren wil van het kabinet weten hoe zij reflecteert op het vóórkomen van bloedluis in de veehouderij. Kan het kabinet bevestigen dat de (constante) omstandigheden in de schuren een zeer geschikte broedplaats vormen voor bloedluis? Zo ja, hoe wil het kabinet bijdragen aan een preventieve vermindering van bloedluis in de veehouderij? Zo nee, hoe zit het dan volgens het kabinet?
Tot slot merkt de Partij voor de Dieren op dat het kabinet zelf heldere conclusies zal moeten trekken over het optreden van de NVWA in deze zaak. In een kabinetsbrief schetsen dat de een vindt dat de NVWA te laks gehandeld heeft, en de ander te streng, is een veel te makkelijke wegwezer om zelf geen oordeel te hoeven vellen. Daar is wel alle aanleiding toe. Over het negeren van haar verantwoordelijkheid voor het dierenwelzijn hebben we de nodige opmerkingen gemaakt. Over het borgen van de voedselveiligheid kan niet anders dan worden geconcludeerd dat op waarschuwingen van de Belgische autoriteiten veel te laat is gereageerd. Als op 19 juni al contact is geweest tussen de Belgische autoriteiten en de NVWA, en er wordt in Nederland pas op 22 juli gestart met het nemen van monsters, is dat alleen al, nog los van de chaos die zich daarna in de media openbaarde, reden tot grote zorg of onze voedselautoriteit haar taak wel naar behoren vervult. De Partij voor de Dieren verwacht alsnog een reflectie van het kabinet op die zorg.
Interessant voor jou
Bijdrage Ouwehand verantwoordingsdebat Economische Zaken 28-6-17 (koe in de wei, stalbranden, hitteprotocol, hittestress)
Lees verderBijdrage Ouwehand: AO fipronil
Lees verder