Inbreng SO informele LV-raad 5-7 september
Inbreng SO informele LV-raad 5-7 september
De leden van de Partij voor de Dierenfractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de informele Landbouw- en Visserijraad van 5 tot en met 7 september en van de reactie van de minister op deze discussiepunten.
De dialoog tussen stedelijke- en plattelandsgebieden
In de geannoteerde agenda valt te lezen dat één van de vragen die het voorzitterschap ter voorbereiding naar de lidstaten heeft gestuurd, als volgt luidt: ‘welke maatregelen neemt u om potentiële conflicten als gevolg van landbouwactiviteiten in plattelandsgebieden, zoals het gebruik van bestrijdingsmiddelen, het gebruik van dierlijke meststoffen, lawaai en stankoverlast, te voorkomen?’ In de reactie van de minister op deze vraag missen deze leden een aantal belangrijke punten voor de discussie. Erkent de minister dat deze “potentiële conflicten” in Nederland in veel gebieden reële conflicten zijn? Is de minister bereid om tijdens het overleg aan te geven dat dit onderwerp erg speelt in de Nederlandse samenleving? Is de minister bereid te benoemen dat het feit dat Nederland de hoogste veedichtheid ter wereld kent, alsmede het hoogste gebruik van landbouwgif per hectare van Europa[1], hieraan ten grondslag ligt? Zal de minister hierbij ook ingaan op het risico van het ontstaan en de verspreiding van zoönosen, ofwel dierziekten die op mensen kunnen overspringen? Zo is bijvoorbeeld al lange tijd bekend dat omwonenden binnen een straal van twee kilometer rond een geitenbedrijf extra risico lopen om longontstekingen te krijgen. En ook ondervinden sommige mensen nog altijd dagelijks de gevolgen van de Q-koorts epidemie. Gaat de minister de conclusies en aanbevelingen van de expertgroep Bekedam delen, die constateerde dat Nederland een potentiële hotspot is voor zoönotische uitbraken, omdat we met veel dieren en mensen op een klein oppervlak wonen en een hoge graad van verstedelijking kennen waardoor infecties zich snel kunnen verspreiden?[2] Zo nee, waarom niet? Welke concrete maatregelen kan de minister tijdens dit overleg noemen die zij neemt en heeft genomen teneinde deze reële conflicten te beëindigen en nieuwe potentiële conflicten te voorkomen?
Studie over de effecten van de “Van boer tot bord”-strategie en de EU Biodiversiteitsstrategie
Tevens valt in de agenda te lezen dat de uitkomsten van de studie naar de effecten van de “Van boer tot bord”-strategie en de EU Biodiversiteitsstrategie in het kader van de 2030 klimaatdoelstellingen en het nieuwe GLB zijn gedeeld. De commissie LNV kan op 15 september beslissen over de verdere behandeling van deze studie.
De studie vormt, zoals vermeld, een beperkte analyse van de mogelijke effecten van de “Van boer tot bord”-strategie en de EU Biodiversiteitsstrategie. Bovendien wordt de studie ook gebruikt om te testen of het CAPRI-model (Common Agricultural Policy Regionalised Impact) nog geschikt is voor het analyseren van de nieuwe milieu- en klimaatambities.
Kan de minister ons informeren over de uitkomsten van de studie voor het volledig implementeren van de “Van boer tot bord”-strategie en de EU Biodiversiteitsstrategie met betrekking tot de volgende aspecten: de 50% vermindering van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, de 25% vermeerdering van het aandeel land voor biologische landbouw, de 10% vermeerdering van het gebruik van landbouwgrond voor landschapselementen, de maatregelen voor de verminderde uitstoot van broeikasgassen in de landbouwsector en de 50% vermindering van nutriëntenverliezen? Graag uitgesplitst naar aspect.
In de studie wordt ook het risico op een weglekeffect genoemd, wanneer landen buiten de EU geen aanvullende maatregelen nemen. Kan de minister aangeven hoeveel EU landen (Europese financiële instellingen) investeren in projecten die bijdragen aan weglekeffect en hoe de EU green taxonomie kan bijdragen aan het verminderen van dit effect? Deelt de minister het inzicht dat subsidies die het milieuvoordeel verminderen gestopt dienen te worden?
Wat is het standpunt van Nederland de uitkomsten van de studie en het nut van het CAPRI-model? Wat is het standpunt van Nederland over voortzetting van de studie? Deelt de minister de mening dat er naast de maatregelen aan de vraagkant van de voedselketen ook moet worden gekeken naar de kosten van het niet uitvoeren van de strategieën en de voordelen en opbrengsten van het volledig uitvoeren van beide strategieën?
EU bosstrategie 2030
Ook zal de Europese Commissie de nieuwe EU-bosstrategie voor 2030 presenteren en nieuwe indicatoren voor duurzaam bosbeheer bespreken. Onderdeel is mogelijk het cascadebeginsel, waarbij hout een bestemming krijgt in volgorde van afnemende prioriteit, van meubel- tot energieproduct. Kan de minister aangeven of het cascadebeginsel al onderdeel is van de strategie waarvoor indicatoren bedacht zullen worden? Kan de minister aangeven welke definities van primaire en “old-growth” bos er nu bestaan en welke mogelijke aanpassingen Nederland onderschrijft?
De Partij voor de Dieren is tegen het gebruik van hout als energiebron. Deelt de minister het inzicht dat met het cascadebeginsel het gebruik als biomassa gestopt kan worden, aangezien er nooit genoeg hout over zal zijn om te verbranden? Zo nee, waarom niet?
Kan de minister toelichten waarom de Commissie op het laatste moment de set verplichte criteria voor de beoordeling van duurzaam bosbeheer heeft geschrapt uit het plan voor een wetgevend voorstel voor een geïntegreerd monitoringskader voor bos, en deze criteria in plaats daarvan vrijwillig heeft gemaakt? Klopt het dat de Commissie op dit punt gezwicht is voor de lobby van een groepje lidstaten en de industrie? Als de Commissie niet gezwicht is voor de lobby, hoe is deze verandering dan tot stand gekomen? Is de minister het met de leden eens dat vrijwilligheid gezien de urgentie van de biodiversiteitscrisis niet meer te rechtvaardigen is? Erkent zij dat op een dergelijke manier omgaan met bossen gezien kan worden als verwoesting van de bossen en daarmee ecocide? Zo nee, op welke manier is het op het laatste moment schrappen van de set verplichte criteria voor de beoordeling van duurzaam bosbeheer dan te rechtvaardigen?
Kan de minister reflecteren op de kritiek van meerdere milieuorganisaties dat de nieuwe bosstrategie economische winst prioritair stelt aan winst voor het klimaat en biodiversiteit?[3] Voorts vragen de leden zich af in hoeverre de bosstrategie van invloed is op het gedrag van EU-lidstaten en -bedrijven in landen buiten de EU. De leden benadrukken dat de EU de op een na grootste regio is die de meeste grondstoffen gelinkt aan ontbossing importeert. Deelt de minister het inzicht dat bos buiten de EU ook beschermd dient te worden door maatregelen in de EU? Op welke manier voorziet de EU-bossenstrategie hierin? Op welke manier zou de EU-bossenstrategie op dit punt verbeterd kunnen worden volgens de minister? Op welke manier zouden financiële instellingen, zoals pensioenfondsen, bij kunnen dragen aan het beschermen van bossen buiten de EU? Op welke manier ondersteunt de EU-bossenstrategie hen hier nu bij? Wat betekent de EU-bossenstrategie voor de zorgplicht van financiële instellingen? Biedt de EU-bossenstrategie financiële instellingen voldoende ondersteuning volgens de minister? Zo ja, wat zijn de gevolgen voor financiële instellingen die ondanks de EU-bossenstrategie toch meehelpen met het veroorzaken van ontbossing (bijv. door te investeren in de intensieve veeteelt)? Zo nee, waar zit op dat vlak de ruimte voor verbetering in de EU-bossenstrategie volgens de minister? Op welke manier kan de Nederlandse overheid zelf bijdragen aan het beschermen van bos buiten de EU middels het instrumentarium ‘exportkredietverzekeringen’ (ekv)? Op welke manier zou de EU-bossenstrategie geïntegreerd kunnen worden in de aanvraagprocedure voor ekv’s? In hoeverre bevat de strategie maatregelen gericht op het indammen van de import van landbouwgrondstoffen en -producten zoals rundvlees, leer, palmolie, soja, cacao en rubber uit landen buiten de EU? Zullen de nieuwe indicatoren ook gebruikt worden voor hout dat afkomstig is van buiten de EU? Zijn er andere onderdelen uit de nationale bosstrategie die aanpassing vergen op basis van de recent gepresenteerde EU-bosstrategie?
Daarnaast moet de EU-bosstrategie bijdragen aan het doel van de EU-Biodiversiteitsstrategie om 30% van het landoppervlakte in EU te beschermen, waarvan 10% strikt. Deelt de minister het inzicht dat tenminste 30% van het Europese landoppervlak effectief en strategisch beschermd moet worden, en wel vooral essentiële ecosystemen, die belangrijk zijn voor biodiversiteit en ecosysteemdiensten? Deelt de minister het inzicht dat veenweidegebied zo’n essentieel ecosysteem is, voor zowel biodiversiteit als het tegengaan van klimaatverandering? Hoe verhoudt de EU-bosstrategie, die tot meer bos moet leiden, zich tot de noodzaak bestaande essentiële ecosystemen te beschermen? Kan de minister aangeven wat is afgesproken over de definitie van het begrip ‘strikt beschermd’?
[1] https://fr.statista.com/infographie/15061/consommation-pesticides-en-europe-par-pays/
[2] Bekedam, H. c.s., (2021), Zoönosen in het vizier - Rapport van de expertgroep zoönosen
[3] https://www.fern.org/publications-insight/forest-strategy-encouraging-but-too-timid-to-face-up-to-the-challenge-2373/; https://www.wwf.eu/?4040816/EU-Forest-Strategy-hampered-by-shortsighted-interests; https://www.theguardian.com/environment/2021/jul/16/enough-with-the-burning-eu-executive-accused-of-sacrificing-forests
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Bijdrage Wassenberg aan debat over ontwikkelingen rondom het coronavirus
Lees verderSchriftelijke inbreng over eerste periodieke rapportage staatsagent KLM
Lees verder