Inbreng SO L&V-raad van 19 juli


13 juli 2021

SCoPAFF

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren zijn uiterst ontstemd over het feit dat Nederland tijdens het Standing Committee on Plants, Animals, Food and Feed (SCoPAFF) van 5 en 6 juli voor het voorstel heeft gestemd om de toelatingen van een pakket van 38 landbouwgiffen opnieuw te verlengen zonder dat de wettelijk verplichte veiligheidstoets is uitgevoerd. De minister heeft de Kamer hier pas op vrijdag 2 juli over geïnformeerd, terwijl de agenda van het betreffende SCoPAFF-overleg al een week eerder online was gepubliceerd. Deze leden betreuren het zeer dat zij door de late informatie over de Nederlandse positie geen mogelijkheid meer hadden om hier met de minister over van gedachten te wisselen vóór het SCoPAFF-overleg, dat direct op de maandag daarop volgde. In de documenteigenschappen van het pdf-bestand van de SCoPAFF-agenda zien de leden dat dit al op 17 juni is aangemaakt.[1] Waarom heeft de minister de Kamer hier niet eerder over geïnformeerd? Kan de minister toezeggen de Kamer voortaan zo snel mogelijk na de publicatie van de SCoPAFF-agenda te informeren over de Nederlandse positie?

Kan de minister bevestigen dat één van de stoffen in het pakket het schimmelbestrijdingsmiddel difenoconazool was? En kan zij bevestigen dat dit de vierde keer is dat de toelating van difenoconazool automatisch wordt verlengd, waardoor het straks vier jaar langer op de markt zal zijn zonder dat de verplichte toets op de veiligheid voor mens, dier en milieu is uitgevoerd? Kan de minister bevestigen dat een stemverklaring tégen difenoconazool geen formele waarde heeft, maar dat haar stem vóór het hele pakket landbouwgiffen dat wel heeft?

Kan de minister bevestigen dat difenoconazool resistentie kan veroorzaken bij de Aspergillusschimmel; een schimmel waar niet alleen planten, maar ook mensen ziek van kunnen worden? Kan de minister bevestigen dat wanneer kwetsbare mensen worden getroffen door een resistente variant van de Aspergillusschimmel, zij tachtig procent kans hebben om te overlijden?[2] De leden van de Partij voor de Dierenfractie vragen hier al sinds 2010 aandacht voor[3], bij de ministers van Landbouw, bij de toenmalige minister van VROM en sinds de coronapandemie ook bij de minister voor Medische Zorg. Keer op keer wordt beaamd dat het gebruik van die azolen in de landbouw (waar difenoconazool er één van is) zorgelijke is. Deze leden vinden het daarom onverantwoord dat Nederland zich nu niet steviger inzet om difenoconazool van de markt te krijgen, waar de motie Ouwehand[4] om vraagt, door tegen het pakket van automatische verlengingen te stemmen.

Daarnaast vragen deze leden zich af of de minister de motie Vestering[5] wel uitvoert, die twee verzoeken kent. Ten eerste vraagt het de minister om bij de Europese Commissie aan te dringen op een spoedige verruiming van de beoordelingscapaciteit voor landbouwgif bij de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA), zodat deze het werk van de overbelaste beoordelende lidstaten kan overnemen. Ook het Nederlandse College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (​Ctgb) is overbelast. Beaamt de minister dat verruiming van de capaciteit bij de EFSA een structurele oplossing kan zijn voor het voorkomen van de lange wachtrijen voor (her)beoordelingsprocedures? Erkent de minister dat herbeoordelingen daarmee tijdig uitgevoerd kunnen worden en automatische verlengingen van landbouwgif niet meer aan de orde hoeven te zijn? Zo nee, waarom niet?

Ten tweede vraagt de motie Vestering de minister om zich in te zetten voor een aanpassing van de regelgeving, waardoor bij het verstrijken van de goedkeuringsperiode van een landbouwgif, indien de herbeoordelingsprocedure niet tijdig is afgerond – ook buiten de schuld van de aanvrager – de toelating niet automatisch (en oneindig vaak) wordt verlengd, maar dat de toelating simpelweg vervalt. De Kamer spreekt zich hiermee duidelijk uit dat het onacceptabel is dat landbouwgif langer op de markt blijft dat waarvoor het officieel een toelating heeft gekregen.

Helaas lezen de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren in de Kamerbrief[6] niks terug waaruit blijkt dat de minister bovengenoemde motie erkent en uit gaat voeren. Doodleuk schrijft de minister dat de procedure van automatische verlengingen is vastgelegd in verordening EG 1107/2009 (artikel 17). Maar de motie Vestering vraagt juist om een inzet van de minister voor aanpassing van deze verordening. Kan de minister aangeven of, hoe en wanneer zij de motie Vestering gaat uitvoeren?

Europees burgerinitiatief “End the Cage Age”

De leden van de Partij voor de Dierenfractie zijn blij met de positieve reactie van de Europese Commissie op het burgerinitiatief ‘Stop de kooien’, waarbij de Commissie wetgeving heeft aangekondigd om kooien uit te faseren. Hiermee zal eindelijk een einde komen aan het houden van konijnen, leghennen, opfok leghennen, vleeskuikens en ouderdieren, kwartels, eenden en ganzen in kooien voor de productie van vlees en eieren.

De leden vragen de minister hoe zij de reactie van de Europese Commissie beoordeelt. Zal de minister haar volledige steun uitspreken voor het verbod op kooien voor de genoemde diersoorten en ook voor het invoeren van een verbod op kraamkisten voor zeugen, zeugenboxen (voor zover nog niet verboden) en individuele kalverhokken (voor zover nog niet verboden), waar het burgerinitiatief ook toe oproept? Op dit moment leven meer dan 300 miljoen dieren per jaar een kort en ellendig leven tussen stalen stangen of in krappe kooien. Gaat de minister zich inzetten om ervoor te zorgen dat hier op een zo kort mogelijke termijn, uiterlijk in 2027, een einde aan komt?

AOB-punt: Verbetering dierenwelzijn kalkoenenhouderij

Tot slot lezen de leden dat Oostenrijk aandacht vraagt voor het leed van kalkoenen in de vleesindustrie. Oostenrijk zal tijdens de komende raad pleiten voor EU-brede standaarden voor dierenwelzijn in de kalkoenenhouderij. Ook in Nederland werden in 2020 meer dan 585.000 kalkoenen gehouden bij zo’n 31 bedrijven.[7] Dat komt neer op gemiddeld zo’n 19.000 dieren per bedrijf. De leden vragen de minister hoeveel kalkoenen er per vierkante meter worden gehouden in de Nederlandse stallen. Hoe wordt hier op gehandhaafd zonder normen voor een maximale bezettingsgraad? Hoeveel controles heeft de NVWA uitgevoerd in de kalkoenenhouderij in 2019 en in 2020? Hoeveel controles waren op basis van een melding en hoeveel hiervan waren op basis van regulier toezicht? Wat waren hierbij aandachtspunten en wat waren de bevindingen? Welke maatregelen zijn hiervoor opgelegd?


[1] https://ec.europa.eu/food/system/files/2021-06/sc_phyto_20210705_ppr_agenda.pdf

[2] https://www.nporadio1.nl/nieuws/wetenschap-techniek/3e62277e-b55e-450a-bcce-6d8295031049/levensbedreigende-schimmel-ontdekt-bij-kwart-coronapatienten-op-ic

[3] https://www.partijvoordedieren.nl/vragen/kamervragen-aan-de-ministers-van-vrom-en-lnv-over-de-resistente-schimmels-in-ziekenhuizen-die-tot-infecties-en-zelfs-doden-leiden

[4] Kamerstuk 27 858, nr. 222

[5] Kamerstuk 21501-32, nr. 1286

[6] Kamerstuk 27 858, Nr. 552

[7] CBS-cijfers over 2020

Interessant voor jou

Bijdrage Vestering aan debat over de Slotwet Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Lees verder

Bijdrage Van Esch aan debat over ontwikkelingen rondom het coronavirus

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer