Inbreng SO Notitie reik­wijdte en detail­niveau planMER Scha­liegas


28 oktober 2014

Inbreng Partij voor de Dieren Schriftelijk Overleg Notitie reikwijdte en detailniveau planMER Schaliegas

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben kennis genomen van de reactie van de minister op de ingebrachte zienswijzen en het advies van de Commissie voor de m.e.r. op de Notitie reikwijdte en detailniveau (NRD) voor het planMER Schaliegas. Deze leden willen voorop stellen dat zij geen behoefte hebben aan deze planMER en aan de aangekondigde structuurvisie schaliegas. Zij hebben geen nader onderzoek nodig om te weten dat het om velerlei redenen beter is om schaliegas gewoon in de grond te laten zitten, en nu volop in te zetten op energiebronnen die geen bijdrage leveren aan de opwarming van de aarde. Maar nu de minister en een meerderheid van de Kamer hebben gekozen voor het uitvoeren van een planMER, vinden de leden van de Partij voor de Dieren-fractie het wel van belang dat het proces van deze MER zorgvuldig wordt doorlopen. Daarover willen ze graag nog enkele vragen aan de minister voorleggen.

De inspraakronde van de Notitie reikwijdte en detailniveau heeft duizenden zienswijzen opgeleverd, waarvan meer dan 800 unieke. Een groot aantal van deze zienswijzen is ingebracht door de medeoverheden die straks onverhoopt wellicht te maken zullen krijgen met de winning van schaliegas. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie zijn teleurgesteld dat de minister zo beknopt heeft gereageerd op de ontvangen zienswijzen. Zij vernemen deze teleurstelling ook bij diegenen die een zienswijze hebben ingediend. Vindt de minister zelf dat zijn zeer beknopte reactie, waarin ook zijn reactie op het advies van de Commissie voor de m.e.r. voldoende recht doet aan de zorgen die er leven in het land met betrekking tot de NRD? Vindt hij dat hij zijn medeoverheden voldoende serieus heeft genomen in dit traject? Waarom is er bijvoorbeeld in de reactienota niet ingegaan op de vele zienswijzen over het stedelijk gebied?

De leden van de PvdD-fractie vinden dat de minister meer tijd en aandacht had moeten besteden aan de ontvangen zienswijze, om deze te voorzien van een deugdelijk antwoord. Niet alleen om recht te doen aan de mening, zorgen en betrokkenheid van de belanghebbenden, maar ook om helderheid te blijven houden over wat er nu precies wel en niet wordt meegenomen in de NRD. Want doordat er geen vernieuwde versie van de NRD is opgesteld, en de concept NRD en de reactienota van de minister gezamenlijk als nieuwe NRD gelden, is het onduidelijk in hoeverre het advies van de commissie MER en de diverse zienswijzen nu wel en niet worden meegenomen bij het opstellen van de planMER.

De leden van de PvdD-fractie constateren dat op een aantal punten echt niet duidelijk is waar de planMER nu vanuit gaat. Ten eerste wijzen zij op de volgende passage in de reactienota van de minister: "Het advies van de Commissie wordt op hoofdlijnen overgenomen. De Commissie doet evenwel een aantal voorstellen die geen betrekking hebben op het uit te voeren milieuonderzoek. Deze zullen zoveel mogelijk worden meegenomen in de structuurvisie of in het Energierapport 2015." Kan de minister precies duidelijk maken welke adviezen en voorstellen van de Commissie nu wel en niet overgenomen worden in de NRD, welke niet worden overgenomen, en welke worden meegenomen in de structuurvisie of in het Energierapport 2015?

Een tweede onduidelijkheid die de leden van de PvdD-fractie constateren is over welk scenario voor voorbeeldwinning als uitgangspunt wordt genomen in de planMER. Dit is van belang omdat alleen een voldoende groot voorbeeldwinningsscenario (met tientallen tot honderden boorlocaties) duidelijk inzicht geeft in de cumulatieve effecten van schaliegaswinning, bijvoorbeeld de impact van vrachtwagenbeweging op infrastructuur of aanleg van wegen op versnippering van de natuur. Ook de Commissie MER adviseert een 'representatieve voorbeeldwinning' als uitgangspunt te nemen. De minister stelt in de reactienota het volgende: "Voor het planMER wordt uitgegaan van een realistische (economisch haalbare) voorbeeldwinning inclusief een gasbehandelingsinstallatie." Hierbij stelt de minister echter ook dat de vele reacties die op dit punt waren gekomen, kennelijk waren voortgekomen uit een misvatting aan de kant van de indieners van de zienswijzen. De leden van de Partij voor de Dieren achten het nuttig dat de minister nog eens zeer gedetailleerd uiteenzet welke voorbeeldwinning nu genomen wordt in de planMER. Graag een reactie. Als laatste voorbeeld wijzen de leden van de PvdD-fractie erop dat de Commissie voor de m.e.r adviseert tot het instellen van bufferzones rondom uitsluitingsgebieden. Uit de reactienota van de minister wordt niet duidelijk of dit ook daadwerkelijk meegenomen gaat worden in de planMER. Graag een reactie. De leden van de Partij voor de Dieren zouden graag zien dat de minister erkent dat het op dit moment wellicht niet voor iedereen voldoende duidelijk is waar deplanMER nu van uit gaat, en dat hij alsnog met een definitieve NRD komt, waarin zijn reactie op de zienswijzen en de Commissie voor de m.e.r. is verwerkt. Graag een reactie.

Waar er in eerdere discussies alleen werd ingegaan op de mogelijke winning van schaliegas in ons land, wordt nu ook onderzoek ingesteld naar schalieolie, zo lezen de leden van de Partij voor de Dieren-fractie. Dat wordt meegenomen in deze planMER, zonder dat belanghebbend daarover gehoord zijn en de kans hebben gekregen om daarover mee te denken. Onduidelijk is ook hoe schalieolie in het planMER verankerd wordt. De leden van de PvdD-fractie vinden dat dit niet getuigd van een inclusief, zorgvuldig en afgewogen proces, en vragen de minister om zijn beweegredenen daarbij nog eens toe te lichten. Is de minister alsnog bereidt inspraak te organiseren op het aanvullende onderzoek naar de milieu-impact van de winning van schalieolie? Zo nee, waarom niet? Is de minister bereidt ook de winning van steenkoolgas mee te nemen in de planMER en Structuurvisie schaliegas? Zo nee, waarom niet?

Voor de leden van de Partij voor de Dieren-fractie is het helder dat de winning van schaliegas de noodzakelijke transitie naar een duurzame energiehuishouding niet zal helpen, sterker nog, dat het dit proces vreselijk zal frustreren. Na aandringen van de Kamer heeft de minister aangekondigd het onderzoek naar de nut en noodzaak van eventuele schaliegaswinning uit te laten voeren, gelijktijdig aan de planMER. De wijze waarop dit onderzoek is opgezet schiet volgens de leden van de Partij voor de Dieren-fractie echter danig te kort. Er wordt geen alternatief scenario voor winning van schaliegas meegenomen, waardoor het op voorhand al duidelijk is dat het scenario met schaliegaswinning economisch hoger rendement zal opleveren. De energietransitie krijgt geen plek in het planMER. Ook worden slechts twee referentiescenario’s uitgewerkt, terwijl de MER-cie had geadviseerd om ‘goede referentiescenario’s zonder schaliegas af te zetten tegen scenario’s van ‘minimale schaliegaswinning’ en ‘maximale schaliegaswinning’. Ook vinden deze leden het opmerkelijk dat de essentiële vraag naar hoe schaliegas past in een strategische lange termijnvisie op de rol van aardgas in de energievoorziening, volgens de minister buiten de scope van de planMER en de structuurvisie valt. Kan de minister aangeven hoe hij in het kader van de Structuurvisie antwoord kan geven op de vraag of hij schaliegaswinning in Nederland wil toestaan, zonder het Energierapport daarbij te betrekken? Graag een nadere onderbouwing van de gemaakte keuzes met betrekking tot het nut en noodzaak-onderzoek, want op deze wijze wordt het naar mening van de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren een wassen neus.

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren vrezen het effect van schaliegaswinning op de kwaliteit van ons (drink)water. De minister meldt dat boringvrije zones die van belang zijn voor de drinkwatervoorziening volledig worden gerespecteerd. De leden van de PvdD-fractie horen graag in meer detail wat dit precies betekent. Worden hiermee alle door provincies aangewezen en vastgelegde boringvrije zones, beschermingsgebieden en strategische grondwatervoorraden op voorhand uitgesloten? Deelt de minister de mening dat het beschermen van ons water niet beperkt moet worden tot 1000 meter diepte, maar dat de uitzonderingsgebieden niet in diepte begrensd moeten worden? Zo nee, waarom niet?

De planMER is in zijn huidige opzet veel te beperkt, vinden de leden van de PvdD-fractie. Er is een aantal belangrijke thema’s waar geen aandacht aan wordt besteed. Ook de medeoverheden wijzen daarop. Het gaat dan bijvoorbeeld om effecten op de waterkeringen en waterveiligheid, grondwater, overstromingsgevoelige gebieden, aardkundige waarden, provinciaal cultuurhistorisch erfgoed, verkeer, landbouw, stikstof emissie, Cultureel Werelderfgoed, gezondheid van mensen en de diverse waterstromen die nodig zijn en vrijkomen voor de oprichting van de installatie en de winning van schaliegas. Vallen al deze thema’s inderdaad buiten de scope van de planMER?

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben al eerder verzocht om de reeds afgegeven opsporingsvergunningen in te trekken. Zij zijn in ieder geval opgelucht dat de minister op dit moment de verlengingsaanvragen van de opsporingsvergunningen van Cuadrilla en Hexagon zal honoreren, conform afspraak met de Kamer. Deze leden lezen dat de minister wel wil voorkomen de huidige vergunningen vervallen. Onduidelijk blijft hoe dit juridisch vormgeven wordt, de exploratievergunning zijn immers voor een beperkte tijd (5 jaar) afgeven. Kan de minister uitleggen hoe hij juridisch wil borgen dat Cuadrilla en Hexagon aanspraak blijven maken op de vergunning ondanks dat hun huidige vergunningen verlopen voordat de Structuurvisie schaliegas is afgerond? Deelt hij de mening dat dit in strijd is met de eerdere afspraken met de Kamer dat vergunningsaanvragen niet in behandeling worden genomen zolang de Structuurvisie schaliegas niet is afgerond? Zo nee, waarom niet?