Inbreng SO Landbouw- en Visse­rijraad 26-27 juni


19 juni 2023

Landbouwgif

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren vragen de minister of het klopt dat het Zweedse voorzitterschap van de Landbouw- en Visserijraad (L&V-raad) een compromisvoorstel heeft geformuleerd over de Verordening duurzaam gebruik gewasbeschermingsmiddelen, zoals beschreven in de media.[1] Zo nee, op welk voorstel van het voorzitterschap zou de informatie uit de genoemde berichtgeving dan kunnen slaan? Zo ja, kan hij dit compromisvoorstel met de Kamer delen? Klopt het dat dit compromisvoorstel gaat over het hoofdstuk over geïntegreerde gewasbescherming (integrated pest management, IPM), waarbij wordt voorgesteld dat wettelijk verplichte regels voor IPM niet bindend, maar optioneel worden voor lidstaten om te implementeren? Klopt het dat in dit compromisvoorstel ook wordt voorgesteld om niet 90% van de landbouwgrond van een lidstaat, maar slechts 75% van de landbouwgrond onder de verplichtingen voor IPM te laten vallen? Deelt de minister het inzicht dat dit significantie afzwakkingen zijn van het voorstel van de Europese Commissie (EC) om IPM daadwerkelijk te verplichten en te implementeren? Wanneer en bij welk gremium is of wordt dit compromisvoorstel besproken?

De leden van de Partij voor de Dierenfractie merken op dat de minister in de Geannoteerde agenda[2] schrijft: “Zweden heeft alleen de onderdelen van het voorstel behandeld waarop de impactanalyse geen betrekking heeft. Het gaat dan om technische artikelen waarin over het algemeen voorschriften staan die al grotendeels verplicht zijn.” Indien het klopt dat het voorzitterschap een compromisvoorstel heeft gemaakt over het hoofdstuk over IPM, waarom noemt de minister dit dan ‘technische artikelen’ en geeft hij hier geen toelichting op? Deelt de minister het inzicht dat de daadwerkelijke implementatie van IPM (dat al sinds 2009 verplicht is, maar nog nauwelijks wordt toegepast) een cruciale en zeer politieke kwestie is, zeker wanneer wordt voorgesteld om de verplichtingen drastisch af te zwakken ten opzichte van het voorstel van de EC? Deze leden betreuren het feit dat de minister de Kamer hier niet zelf over heeft geïnformeerd.

De leden van de Partij voor de Dierenfractie vragen de minister op welke manier hij uitvoering gaat geven aan de motie Akerboom[3] die de regering verzoekt zich in te zetten voor het behoud van de verplichte IPM-maatregelen en hiervoor medestanders te vinden bij andere lidstaten. Gaat hij zich bij de L&V-raad van 26 en 27 juni actief uitspreken voor teeltspecifieke, bindende regels voor IPM voor alle lidstaten? Gaat hij zich ervoor uitspreken dat deze verplichtingen gelden voor 90% van het landbouwareaal? En op welke manier gaat hij actief medestanders vinden voor deze positie onder de andere lidstaten? Met welke lidstaten verwacht hij hierin samen te kunnen optrekken? Tevens vragen deze leden wanneer de minister verwacht dat de L&V-raad stemt over een Raadspositie over de Verordening duurzaam gebruik gewasbeschermingsmiddelen. Kan de minister toezeggen dat Nederland zich in blijft zetten voor een spoedige behandeling van het voorstel?


Herziening van de Europese dierenwelzijnswetgeving

Het traject waarin de Europese dierenwelzijnsregelgeving op het gebied van houderij en huisvesting, transport, slacht en etikettering wordt herzien is –vooral achter de schermen- in volle gang. De leden van de Partij voor de Dierenfractie vragen de minister wat de laatste stand van zaken is. Al een aantal jaar wordt uitgekeken naar deze herziening. Deelt de minister dat dit traject van essentieel belang is om op Europees niveau de dierenwelzijnsstandaarden te verbeteren? Tegelijk zien de leden dat de lobby van Copa Cogeca tegen bijvoorbeeld het verbod op de kooihuisvesting in gang is gezet. Wat doet Nederland op dit moment concreet, zelfstandig en in samenwerking met de andere Vughtgroeplanden Denemarken, Zweden, Duitsland en België, om ervoor te zorgen dat het maximale wordt gehaald uit deze herziening? Op welke manier en wanneer kan de minister de Tweede Kamer betrekken bij de behandeling van de voorstellen in het derde kwartaal?


Natuurherstelverordening

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie merken op dat Nederland uitzonderlijke kenmerken heeft die natuurherstel belemmeren, namelijk dat de helft van de Nederlandse grond wordt gebruikt voor de vee-industrie en het verbouwen van veevoer. De opbrengst, vlees en zuivel, wordt voor een groot deel geëxporteerd. Deelt de minister het inzicht dat Nederland ruimte genoeg heeft voor robuust natuurherstel wanneer we onze grond anders gaan verdelen, en erkent de minister dat het daarvoor nodig is om minder vlees en zuivel te produceren, exporteren en consumeren?

De leden merken ook op dat zestig grote bedrijven, zoals Coca-Cola, H&M en Nestlé een oproep hebben gedaan[4] voor bindende natuurherstelmaatregelen, om de duurzaamheid en levensvatbaarheid van onze samenleving en economie op de lange termijn te garanderen en omdat de kosten van nietsdoen veel grotere uitdagingen en risico’s voor de economie met zich meebrengen. Deelt de minister het inzicht van deze bedrijven, ook in het licht van de quickscan van Arcadis die de kosten van niets doen raamt op €1.700 miljard, terwijl de kosten van natuurherstel €154 miljard bedragen met baten van ruim €1.800 miljard? Kan de minister een reactie geven op de oproep van de bedrijven?


[1] https://www.endseurope.com/article/1825406/leak-sweden-proposes-watering-down-key-part-pesticides-law
[2] Kamerstuk 2023D25539
[3] Kamerstuk 21501-32-1545
[4] https://www.ournatureourbusiness.eu

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Bijdrage Van Esch aan debat over de raming voor de Tweede Kamer in 2024

Lees verder

Bijdrage Teunissen aan debat over het aanvullende klimaatpakket

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer