Inbreng SO programma vernieuwing stal­be­oor­deling


24 maart 2025

Inbreng schriftelijk overleg Programma Vernieuwing Stalbeoordeling

 

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van de Kamerbrief over de Uitgangspunten Programma Vernieuwing Stalbeoordeling en hebben hier nog enkele vragen over.

De leden van de PvdD-fractie wijzen erop dat de enorme schaal waarop we in Nederland dieren fokken en doden leidt tot grote problemen voor onder andere de natuur, waterkwaliteit en gezondheid van mens én dier. Er is een forse reductie van de uitstoot nodig, maar in plaats van dat het kabinet daar werk van maakt, zet het vol in op technologie en innovatie. In plaats van dat het kabinet de veestapel inkrimpt en boeren helpt om te schakelen naar duurzame landbouw, tuigt het nieuwe beoordelingssystem op, waardoor veehouders telkens weer zullen moeten investeren in nieuwe lapmiddelen. De leden constateren dat als we een natuurinclusief, duurzaam en houdbaar landbouwsysteem zouden hebben, in combinatie met een robuuste natuur, al deze beoordelingsmechanismen en waslijsten aan regels niet nodig zouden zijn. Is de staatssecretaris dat met de leden van de Partij voor de Dieren eens? Op basis van welke onderbouwing kiest het kabinet er dan toch voor om niet aan een systeemverandering te werken, maar in te blijven zitten op technologische lapmiddelen? Welke lessen heeft dit kabinet geleerd van het verleden, van de mislukte technologische innovaties en de nadelige gevolgen voor boeren? Hoe kijkt het kabinet naar de eerdere adviezen van prominente adviesorganen, zoals de Algemene Rekenkamer?

Eerder concludeerde onder andere de Algemene Rekenkamer namelijk dat het effect van technieken om de uitstoot van schadelijke stoffen terug te dringen vaak wordt overschat, waardoor steeds weer aanvullende maatregelen nodig zijn om binnen de milieugrenzen te blijven. Ook de staatssecretaris geeft in de Kamerbrief aan dat technieken in de praktijk minder of zelfs geen significante ammoniakemissiereducties bieden. Toch gaat het kabinet volop door op deze route. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vinden dit onbegrijpelijk. Kan de staatssecretaris aangeven op basis van welke onderbouwing, adviezen en onderzoeken ervoor is gekozen om meer in te zetten op innovaties, terwijl voorbeelden uit het verleden telkens laten zien dat deze route niet werkt en zelfs tot grote problemen kan leiden? Telkens weer wordt er belastinggeld gebruikt om een bepaald stalsysteem, zoals de emissiearme stalvloeren, te stimuleren. Boeren zitten vast aan de lening, maar de problemen werden niet opgelost. Het kabinet zegt nu alleen in te zetten op innovatie dat een “reële zekerheid” biedt. Een nieuw frame, waarmee boeren verder in de problemen worden gebracht. Want een reële zekerheid kan je niet garanderen. Kan het kabinet aangeven wat “reële zekerheid” betekent? Betekent dat: zekerheid dat (alleen) de uitstoot naar beneden gaat, of zekerheid dat de innovatie er ook daadwerkelijk voor gaat zorgen dat de problemen integraal worden opgelost, waaronder dierenwelzijn?

De staatssecretaris schrijft in de brief allerlei algemeenheden over dat het nieuwe systeem niet ten koste moet gaan van het mestbeleid en lacunes en overlap moet worden vermeden. De leden wijzen erop dat dit – gezien de huidige staat van de landbouw en de omvang van het mestprobleem – zwaar onvoldoende is. Zullen de innovaties leiden tot een forse vermindering van de mestproductie? Zo nee, waarom zet het kabinet hier dan toch op in, aangezien dit er alleen maar voor zal zorgen dat boeren nog verder vast komen te zitten in het huidige systeem, terwijl de urgente problemen niet worden opgelost?

De leden van de PvdD-fractie missen aandacht voor dierenwelzijn in de brief van de staatssecretaris. De dieren zijn immers de grootste slachtoffers van dit systeem. De staatssecretaris schrijft alleen dat een uitgangspunt is dat de systemen moeten voldoen aan de minimale eisen voor dierenwelzijn. De leden wijzen erop dat de doelen voor bijvoorbeeld een ‘dierwaardige’ veehouderij hiermee niet dichterbij komen. De pogingen van de overheid en de vee-industrie om de milieu-impact van de veehouderij te verminderen, hebben de afgelopen decennia geleid tot het aanpassen van stallen met technieken en innovaties die direct of indirect ten koste gaan van dierenwelzijn. Denk aan de zogenaamde emissiearme stalvloeren en de luchtwassers, waarmee de risico’s op een stalbrand aanzienlijk werden vergroot. Doordat er volop wordt ingezet om de reductie buiten de stallen omlaag te brengen, resulteert dit vaak tot potdichte volautomatische stallen. Dieren zitten 24 uur per dag in hun eigen uitwerpselen, in een stal met een zeer slechte luchtkwaliteit. Meer dan de helft van de kalfjes heeft luchtwegaandoeningen. Miljoenen varkens lijden aan longaandoeningen en borstvliesontstekingen. De staatssecretaris stelt in de brief dat innovatie voor het ene doel niet ten koste mag gaan van het andere doel. Kan de staatssecretaris toezeggen dat er door dit kabinet geen enkele innovatie zal worden gestimuleerd die leidt tot een verslechtering van het dierenwelzijn, ook als er nog steeds wordt voldaan aan de wettelijke minimale eisen? Want deze minimale eisen zijn niet in lijn met de wens van de Tweede Kamer en de politieke belofte om tot een ‘dierwaardige’ veehouderij te komen. Kan het kabinet beloven dat de nieuwe innovaties er niet toe zullen leiden dat meer dieren in potdichte stallen worden gehouden of minder vaak naar buiten kunnen? Zo nee, waarom niet?

Waarom kiest het kabinet er niet voor om te leren van boeren die op innovatieve wijze laten zien dat het ook anders kan, zoals voedselbosbouwers, Caring Farmers en akkerbouwers die zonder dierlijke mest en kunstmest werken? Waarom kiest het kabinet er niet voor om déze innovaties op grote schaal te stimuleren en landelijk uit te rollen?

Interessant voor jou

SO verdrag inzake luchtdiensten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Ivoorkust

Lees verder

Inbreng SO loodconcentraties Oosterpark

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer