Inbreng SO Rapport Waterbeschikbaarheid voor de bereiding van drinkwater tot 2030 - knelpunten en oplossingsrichtingen
De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben kennisgenomen van het rapport van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) Waterbeschikbaarheid voor de bereiding van drinkwater tot 2030 – knelpunten en oplossingsrichtingen en onderschrijven de zorgen over drinkwaterbeschikbaarheid (en waterbeschikbaarheid in het algemeen) in de komende jaren. Deze leden hebben enkele vragen en opmerkingen.
De problematiek die het RIVM schetst kan wat de Partij voor de Dierenfractie niet snel genoeg aangepakt worden. Hiervoor zal een integrale visie nodig zijn op water(beschikbaarheid), natuur en milieu. De oproep om het watersysteem klimaatrobuuster te maken onderschrijven deze leden dan ook van harte, zij voegen hier nog wel aan toe: maak het systeem ook vooral natuurinclusief. In het rapport komen de risico’s van vervuiling voor water indringend naar voren, maar deze leden willen ook de risico’s voor natuur, milieu en volksgezondheid benadrukken. Deze leden zijn dan ook van mening dat we snel aan de slag moeten gaan met het aanpakken van watervervuiling door Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS), gif vanuit de industrie en de landbouw, mest en andere vervuilingsbronnen.
De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren lezen dat het RIVM aangeeft dat er knelpunten zijn doordat het te winnen water (tijdelijk) van onvoldoende kwaliteit is. Deze problematiek heeft zich de afgelopen jaren meerdere keren voorgedaan en is wat deze leden betreft enorm zorgwekkend. Deze leden vragen de regering of het klopt dat het hierbij vaak gaat om overschrijdingen van chemische vervuiling door de industrie, en ze daarbij ook de lozingsvergunning overtreden. Kan de regering hierop reageren? Daarnaast lezen deze leden dat als het beschikbare water voor de drinkwatervoorbereiding van mindere kwaliteit is dat dit een grotere zuiveringsinspanning vergt, zoals bijvoorbeeld de inzet van omgekeerde osmose. De noodzaak van het moeten inzetten op steeds zwaardere zuiveringsmiddelen, waarbij grotere productieverliezen geleden worden (en dus meer water nodig is), is zorgwekkend. De noodzaak hiervoor is logisch: het water is steeds verder vervuild aan het raken. Daarom vragen deze leden waarom de regering er niet op inzet om water echt schoon te houden? Dat zou inhouden: stop met lozingen op oppervlaktewater en treed hard op tegen overtredingen, trek indirecte lozingsvergunningen in, en zorg ervoor dat mest en gifstoffen niet het grondwater kunnen infiltreren en pak het gifgebruik dan ook daadkrachtig aan. Wat de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren betreft moeten we natuur, water, en gezondheid op één gaan zetten om in de toekomst voldoende drinkwater te hebben.
De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren lezen dat het RIVM het ministerie en de drinkwaterbedrijven adviseert om tot concrete doelstellingen voor bewust en zuinig watergebruik te komen in alle sectoren. Deze leden vragen of hiervoor dwingende maatregelen getroffen gaan worden. Hierbij zou niet alleen aan zuinig watergebruik gedacht kunnen worden, maar ook aan preventie in watergebruik. Wat deze leden betreft mogen er scherpe keuzes gemaakt worden waar we welk water voor gebruiken. Maar er kan ook gekeken worden naar hoe we extra water opvangen. Is de regering bereid om bijvoorbeeld in te zetten op verplichte regenwateropslag bij nieuwbouw? Of op verplicht grijswatergebruik voor de industrie en landbouw (waar dit vanuit volksgezondheid mogelijk is), zodat deze niet langer aanspraak hoeven te maken op kostbaar drinkwater? Ziet de regering hier zelf ook aanvullende mogelijkheden voor?
De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren lezen dat het RIVM onder andere adviseert om nieuwe winlocaties te zoeken en vergunningen uit te breiden. Ondanks dat deze leden begrijpen waarom dit geadviseerd wordt, hebben zij toch punten van zorg hierbij. Door meer waterwinning toe te staan, kan op korte termijn een probleem verholpen worden, maar zorgen we voor problemen op de lange termijn. Vanwege klimaatverandering krijgen we steeds meer te maken met droogte, het is dus volgens deze leden van belang dat we op natuurlijke wijze zoveel mogelijk water gaan vasthouden. Kan de regering toelichten hoe een eventuele verruiming van het aantal winlocaties en het uitbreiden van vergunningen te rijmen is met de droogteproblematiek die we de afgelopen jaren al hebben gezien? En hoe gaan we hierbij rekening houden met het toenemende aantal ‘flitsdroogtes’ en de daarbij horende problemen voor de natuur?[1] Kan de regering dit toelichten? Wat de leden van de Partij voor de Dierenfractie betreft moeten we namelijk bij het oplossen van de problemen van vandaag de kosten en risico’s niet afwentelen op de toekomst.
De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren plaatsen vraagtekens bij het inzetten op ontzilting van water om in Nederland over voldoende drinkwater te beschikken. In een rijk en (zoet)waterrijk land zou er niet ingezet moeten worden op technische lapmiddelen om voldoende drinkwater te hebben voor de bevolking, omdat de andere bronnen te vervuild zijn door menselijk handelen. Wat deze leden betreft zetten we dus in op, zoals hierboven betoogd, het beschermen van water en natuur zodat dit soort maatregelen niet nodig zijn. Dit naast het feit dat voor ontzilting enorme hoeveelheden energie nodig zijn, die we volgens deze leden momenteel niet hebben in Nederland voor dergelijke projecten. We kunnen in een klimaat- en biodiversiteitscrisis namelijk niet inzetten op energie slurpende en daarmee vervuilende maatregelen, terwijl er nog een wereld te winnen is door de natuur en water echt te beschermen tegen vervuiling.
[1] Onderzoek: steeds meer flitsdroogtes door klimaatverandering (h2owaternetwerk.nl)
Interessant voor jou
Bijdrage Ouwehand aan debat over de tijdelijke wet Transitiefonds landelijk gebied en natuur (stikstoffonds)
Lees verderBijdrage Wassenberg aan debat over de Landbouw- en Visserijraad van 24-25 april 2023
Lees verder