Inbreng SO Staatsdeelnemingen
Inbreng Partij voor de Dieren aan SO Staatsdeelnemingen
De leden van de Partij voor de Dieren hebben kennisgenomen van de stukken op de agenda voor het SO Staatsdeelnemingen, waaronder het Jaarverslag Staatsdeelnemingen en de Vooruitblik Staatsdeelnemingen.
De beleidsdoorlichting uit december 2020[1] geeft volgens het kabinet voldoende aanleiding voor een nieuwe nota Deelnemingenbeleid over de staat als aandeelhouder van bedrijven. Centraal in deze nota staat de toegevoegde waarde van het aandeelhouderschap door de staat als instrument voor het borgen van publieke belangen. Het kabinet gaf, destijds nog in missionaire staat, in de kabinetsreactie[2] aan dit over te willen laten aan een nieuw kabinet.
Het kabinet is inmiddels bijna een jaar in demissionaire staat, er is nog geen nieuw deelnemingenbeleid, maar er zijn wel twee nieuwe deelnemingen opgericht, waarvan in ieder geval één een investering in fossiele infrastructuur betreft (Bonaire Brandstof Terminals B.V.), die verduurzaming van de energievoorziening op Bonaire voor de komende 30 tot 40 jaar in de weg zit.
De verergerde klimaat- en biodiversiteitscrises vormen urgente nieuwe omstandigheden voor deelnemingen. De leden van de PvdD-fractie zijn van mening dat het kabinet rekening moet houden met de eisen die de nieuwe urgente omstandigheden stellen door te reflecteren op het deelnemingenbeleid, zeker nu duidelijk is wie er in het volgende kabinet zitten. Het klimaat en de zesde uitstervingsgolf zijn ook niet demissionair, dus die moeten wat de leden betreft zo snel mogelijk een plek krijgen in het deelnemingenbeleid. De leden zijn van mening dat het deelnemingenbeleid moet worden afgestemd op de CO2-reductie die nodig is om onder de 1,5 graad temperatuurstijging te blijven en de energietransitie. Hoe eerder dit gebeurt, hoe beter het is.
Het kabinet zou, als publiek aandeelhouder, een voortrekkersrol moet aannemen om te zorgen dat Nederlandse deelnemingen klimaat- en biodiversiteitskoplopers worden.
Dit vereist ten eerste reflectie op het bestaansrecht van staatsdeelnemingen. Wat rechtvaardigt volgens het kabinet het bestaan van private bedrijven? En wat rechtvaardigt het bestaan van staatsdeelnemingen?
Waar private beursgenoteerde bedrijven verantwoording afleggen aan hun aandeelhouders over winst moeten staatsbedrijven verantwoording afleggen aan de staat over waardecreatie. Erkent de minister dat als staatsdeelnemingen de belangrijkste maatschappelijke problemen van deze tijd verergeren geen recht van bestaan kunnen hebben?
Het kabinet heeft dit voorjaar Bonaire Brandstof Terminals B.V. opgericht, die nieuwe olie-infrastructuur moet aanleggen op Bonaire, terwijl dit eiland volgens de ambtelijke studie van het ministerie van EZK ‘Duurzame en Betaalbare Energie in Caribisch Nederland’, 100% duurzame energie zou kunnen hebben.[3]
De leden van de Partij voor de Dieren roepen het kabinet op om te stoppen met het oprichten van nieuwe fossiele staats- en beleidsdeelnemingen. Hieronder vallen bijvoorbeeld deelnemingen die worden opgericht om olie- of gasinfrastructuur te verzorgen, zoals Bonaire Brandstof Terminals B.V., en deelnemingen waarvan het niet is uitgesloten dat zij in olie en gas zullen investeren, zoals Invest International. Is het kabinet bereid om te stoppen met het oprichten van nieuwe fossiele staats- en beleidsdeelnemingen? Waarom wel of niet? Indien wel, hoe zou dit beleid vorm kunnen krijgen? Indien niet, waarom niet en kan de minister dan ingaan op wat het bestaansrecht nog is van publiek gefinancierde fossiele deelnemingen die het publieke belang schaden omdat zij de klimaatcrisis verergeren? In het kader van stoppen met het oprichten van nieuwe fossiele deelnemingen roepen de leden van de Partij voor de Dieren het kabinet op om Bonaire Brandstof Terminals B.V . alsnog van nieuwe statuten te voorzien, waarin staat dat geen nieuwe fossiele infrastructuur zal worden aangelegd. Is het kabinet hiertoe bereid? Zo ja, hoe ziet het plan eruit? Zo nee, kan de minister dan uitleggen hoe het in stand houden van het aanbod van fossiele brandstoffen voor de komende 30 tot 40 jaar door nieuwe fossiele infrastructuur aan te leggen bijdraagt aan de transitie naar een duurzame energievoorziening, wat volgens de website van Bonaire Brandstof Terminals B.V.[4] één van de doelen is van deze beleidsdeelneming?
Het kabinet dient van alle staatsbedrijven serieuze klimaat- en biodiversiteitskoplopers maken en een voorbeeld voor private bedrijven die in transitie moeten.
In de vooruitblik schrijft de minister dat hij als aandeelhouder doorlopend in gesprek is met de deelnemingen over de MVO-doelstellingen en de inbedding van MVO bij benoemingen, investeringen en bij gesprekken over de strategie. De leden van de PvdD-fractie zijn van mening dat bij MVO betekent ondernemen met respect en een positief effect voor het klimaat en de biodiversiteit. De leden vinden het dan ook een goed idee dat de minister die gesprekken blijft voortzetten. Tot nu toe worden die gesprekken als te vrijblijvend ervaren door sommige deelnemingen, getuige bijvoorbeeld de ernstige misstanden waar FMO via investeringen bij betrokken is. Is de minister bereid om periodiek aan de Kamer te rapporteren over deze gesprekken en specifiek daarbij in te gaan op het vrijblijvende karakter daarvan?
De klimaat- en biodiversiteitscrises verergeren zienderogen. MVO mag niet langer op niet-bindende afspraken berusten. Milieudefensie roept op tot een klimaatplicht voor bedrijven.[5] Wat de leden van de Partij voor de Dieren betreft krijgen staats- en beleidsdeelnemingen als koplopers en voorbeelden, als eerste een klimaatplicht. Welke manieren zijn er om een klimaatplicht voor staats- en beleidsdeelnemingen te regelen?
In het kader van de Green Deal moeten private bedrijven vanaf 2023 duurzaamheidsrapportages maken, die worden getoetst door de accountant. Volgens de Partij voor de Dieren is er geen reden dat bedrijven waar de overheid aandeelhouder van is hiervan vrijgesteld zouden worden. Aangezien het publiek belang geborgd moet worden, is er juist reden temeer voor duurzaamheidsrapportages. Ook de Algemene Rekenkamer vindt dat er duurzaamheidsrapportages moeten komen.[6] Erkent de minister het belang van niet-financiële informatie? Is de minister bereid om het advies van de Rekenkamer op te volgen en duurzaamheidsrapportages op basis van de Monitor Brede Welvaart voor staatsdeelnemingen verplicht te stellen? Welke rol speelt de Monitor Brede Welvaart bij de deelnemingen momenteel in het nemen van beslissingen? Welke manieren zijn er om de Monitor Brede Welvaart meer sturend te laten zijn in de besluitvorming?
De leden van de Partij voor de Dieren zien dat het brede welvaartsbegrip steeds meer geïntegreerd raakt in overheidsbeleid. Zij vinden dat een goede zaak. Juist bij staats- en beleidsdeelnemingen voegt dat wat toe, omdat deze bedrijven het publiek belang moeten dienen. De Monitor Brede Welvaart bevat echter veel indicatoren en de leden merken op dat er ‘geshopt’ kan worden tussen indicatoren. Ze zijn van mening dat er een aantal kernindicatoren is waar staatsbedrijven altijd over moeten rapporteren, namelijk klimaat en biodiversiteit. Staats- en beleidsdeelnemingen die roekeloos of onverschillig beleid voeren ten aanzien van het klimaat en de biodiversiteit zouden geen voldoende moeten kunnen krijgen in het Jaarverslag Staatsdeelnemingen.
Ook staats- en beleidsdeelnemingen die doelen op het gebied van hun ‘core business’ niet bereiken zouden in het Jaarverslag Staatsdeelnemingen geen voldoende mogen krijgen. Zo zou het niet moeten kunnen dat ontwikkelingsbank FMO een voldoende krijgt en door het kabinet als voorbeeld wordt aangemerkt op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen zoals vorig jaar het geval was, terwijl FMO herhaaldelijk via investeringen betrokken is bij ernstige mensenrechtenschendingen en milieuschade en ecociderisico’s. Is de minister het ermee eens dat het logisch is als de andere indicatoren passen bij de ‘core business’ van de deelnemingen?
De leden zijn ook van mening dat de staat als aandeelhouder ook moet bewaken dat deelnemingen de lat voor zichzelf niet te laag leggen in het creëren van maatschappelijke waarde. Het kabinet mag het niet accepteren als KLM zegt te willen verduurzamen door 15% CO2-reductie t.o.v. 2015 na te streven en het grondbedrijf CO2-neutraal te maken. Het Kabinet accepteert dit nu wel. Ook worden er in het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen geen vraagtekens gezet bij deze reductiedoelen, die een krimp van de luchtvaart vereisen, Hetzelfde geldt voor Schiphol. Schiphol is voornemens om de hinder voor omwonenden te voorkomen. Tegelijkertijd wil Schiphol groeien. Groei van de luchtvaart is onverenigbaar met dit streven. Erkent de minister dit? Hoe komt het dat hij hier geen vraagtekens bij zet?
De leden zijn bezorgd over het MVO-beleid van Havenbedrijf Rotterdam. Zij lezen dat Havenbedrijf Rotterdam in 2021 mensenrechtenbeleid zou formuleren. Waarom was er nog geen mensenrechtenbeleid geformuleerd? Heeft het Havenbedrijf Rotterdam inmiddels wel mensenrechtenbeleid geformuleerd? Ook de UN Guiding Principles zijn niet volledig toegepast. Welke risico’s ten aanzien van mensenrechten deden zich de afgelopen jaren voor? Hoe waarschijnlijk is het dat er mensenrechten zijn geschonden? Zijn er daadwerkelijk mensenrechten geschonden?
Soms zijn de doelen ook vaag. Zo staat er bij Havenbedrijf Rotterdam “CO2-emissie havenindustrie: Doelstelling 2021: 21,8 Mton (2020-cijfer, dit loopt een jaar achter). Doelstelling 2024: 19,3 Mton. Doelstelling2030: 10,5 Mton.” Wat betekent dit? Mocht HbR in 2021 tot 21,8 Mton uitstoten? Hoeveel CO2-reductie zou daarmee gerealiseerd worden? Welk beleid werd hiervoor ingezet? Is dit doel ook gerealiseerd en hoe kwam dit? Deze vragen over de niet-financiële informatie, zoals de instrumenten die zijn ingezet om de MVO-doelen te behalen, en de effecten van het gevoerde beleid, zijn van toepassingen op alle deelnemingen. MVO-doelen zouden SMART geformuleerd moeten worden. Is de minister het hiermee eens? Is hij bereid om erop toe te zien dat deelnemingen hun MVO-doelen voortaan SMART formuleren? De leden zijn ook van mening dat er in het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen voortaan vooral gekeken moet worden naar de effecten van het MVO-beleid, in plaats van de doelen. Is de minister het ermee eens dat het jaarverslag het moment is om terug te kijken en te rapporteren, in plaats van het stellen van doelen? Waarom heeft hij ervoor gekozen om juist niet terug te kijken op gevoerde beleid in het jaarverslag? Waar kan de Tweede Kamer kennis nemen van de effecten van het gevoerde beleid op de brede welvaart?
Waarom wordt er in het Jaarverslag Beheer Staatsdeelneming niet gerapporteerd over MVO-beleid van beleidsdeelnemingen? Is MVO voor beleidsdeelnemingen niet belangrijk? De leden van de PvdD denken dat dit ook voor beleidsdeelnemingen belangrijk is en zien geen reden waarom beleidsdeelnemingen zich niet ook MVO-doelstellingen zouden stellen en daar niet ook over zouden rapporteren. Is de minister bereid om dit voor beleidsdeelnemingen ook verplicht te stellen?
[1] Bijlage 1. Rapport Beleidsdoorlichting Deelnemingenbeleid 2020 | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl
[2] Kabinetsreactie beleidsdoorlichting Deelnemingenbeleid 2020 | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl
[3] Duurzame en betaalbare energie in Caribisch Nederland | Brochure | Rijksdienst Caribisch Nederland
[4] BBT - Energie voor Bonaire | bbtbonaire.com
[5] Voer een klimaatplicht voor bedrijven in nu het nog zin heeft | NRC
Interessant voor jou
Bijdrage Van Esch aan debat over circulaire economie
Lees verderBijdrage Vestering aan Wetgevingsoverleg Water
Lees verder