Inbreng SO Wijziging van het Acti­vi­tei­ten­be­sluit mili­eu­beheer met betrekking tot gewas­be­scherming in glas­tuinbouw en open teelt


22 september 2016

Inbreng Schriftelijk Overleg Partij voor de Dieren Wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer met betrekking tot gewasbescherming in glastuinbouw en open teelt

Ons water wordt op grote schaal vervuild door landbouwgif. Dat bedreigt soorten, ecosystemen en de volksgezondheid. Uit alle tussenevaluaties blijkt dat de waterkwaliteitsdoelen van de Kaderrichtlijn Water– die we eigenlijk vorig jaar al hadden moeten halen – zelfs in 2027 niet gehaald zullen worden. Landbouwgif is samen met mest de grote oorzaak daarvan. De leden van de Partij voor de Dieren hebben met belangstelling kennisgenomen van de voorliggende wijziging van het activiteitenbesluit, waarin maatregelen genomen worden om de vervuiling van ons water door landbouwgif tegen te gaan. Deze leden steunen deze maatregelen, maar zien wel dat er veel meer gedaan zou moeten worden om de grootschalige normoverschrijdingen tegen te gaan. Zij zien graag meer ambitie, en hebben nog enkele vragen.

Het Planbureau voor de Leefomgeving concludeert in hun nieuwe Balans voor de Leefomgeving dat de vervuiling van ons water met landbouwgif al jaren niet meer afneemt, en dat de doelen daarmee buiten bereik liggen. Zij pleiten voor extra maatregelen, en de leden van de PvdD-fractie sluiten zich daar bij aan. Wachten met het nemen van extra maatregelen tot na de evaluatie van het bestrijdingsmiddelenbeleid in 2018 maakt het behalen van de doelen en het bereiken van een goede kwaliteit van ons water alleen maar moeilijker, deelt de staatssecretaris die mening? Zo nee, waarom niet?

De leden van de PvdD-fractie spreken hun verbazing uit over de lage ambitie van de staatssecretaris. Waarom neemt de staatssecretaris genoegen met de ambitie om het aantal normoverschrijdingen in 2023 met 90% te verminderen? Wetten, regels en normen zijn er om nageleefd te worden. De normen zijn niet voor niets gesteld, overschrijding van die normen betekent een risico voor mens, dier en milieu, kan de staatssecretaris dat bevestigen? Waarom is de ambitie niet om de normen zo snel mogelijk niet meer te overschrijden? Wanneer wil de staatssecretaris het gewoon niet meer overschrijden van de normen behaald hebben, en op welke wijze wil zij dat doen?

Deelt de staatssecretaris de mening van de leden van de PvdD-fractie dat het niet zo nuttig is om nu slechts in te zetten op beperkte maatregelen waarvan al bij voorbaat duidelijk is dat ze niet zullen leiden tot het daadwerkelijk halen van de (juridisch bindende) doelen? Is het niet zowel veel eerlijker als veel efficiënter om nu in een keer een maatregelenpakket voor te stellen waarmee het gifgebruik in de landbouw drastisch wordt beperkt en waarmee dus een duurzame landbouw en een gezonde natuur en leefomgeving echt dichterbij komt? Graag een reactie.

Het lozen van water dat is vervuild met landbouwgif zou volgens de leden van de PvdD-fractie gewoon verboden moeten worden. 100% reductie bij waterzuivering is immers technisch mogelijk, en lozingen van landbouwgif hebben altijd negatieve effecten op de kwaliteit van ons water en daarmee op natuur, milieu en volksgezondheid. Een verbod op het lozen van vervuild water maakt bovendien de taak van de handhavers veel makkelijker. Waarom is de staatssecretaris die mening niet toegedaan? En kan zij haar inzet op handhaving van de voorliggende maatregelen schetsen?

Zolang er landbouwgif gebruik wordt, zijn maatregelen om driftreductie te bereiken inderdaad nodig. Maar de leden van de PvdD-fractie begrijpen niet waarom er nu slechts wordt gekozen voor het verplichtstellen van 75% driftreductie, terwijl 90% driftreductie goed mogelijk is en grote voordelen heeft voor de bescherming van omwonenden en passanten tegen het gevaarlijke landbouwgif, en voor bescherming van ons oppervlaktewater. Waarom wordt de 90% driftreductie niet standaard verplicht gesteld? Waarom kiest de staatssecretaris er voor om slechts 75% driftreductie voor te schrijven, in plaats van de 90% waar ook de drinkwatersector voor pleit?

Ook de zeer beperkte verbreding van de teeltvrije zones tot 50 centimeter kan niet op instemming van de leden van de PvdD-fractie rekenen. Zij dringen aan op een bredere teeltvrije zone van minimaal 1,5 meter bij de gangbare teelten, en bredere, minimaal 5 meter, bij de gifintensieve teelten zoals bloembollen en fruit. Het is van het grootste belang om omwonenden, passanten en het milieu te beschermen tegen de deken van gif die langs de akkers neerdaalt. Graag een nadere onderbouwing van de smalle keuze van het kabinet, waar is deze op gebaseerd? Hoeveel zou de vervuiling van ons water verminderen als 1,5 meter de minimale breedte van teeltvrije zones zou worden?

De normoverschrijdingen met betrekking tot water zijn het grootst bij bollenteelt, lelieteelt en glastuinbouw, kan de staatssecretaris dat bevestigen? Deelt de staatssecretaris de mening dat een verbod op deze teelt in grondwaterbeschermingsgebieden in belangrijke mate bij kan dragen bij het halen van de waterkwaliteitsdoelen? Zo ja, is zij bereid deze in te stellen? Zo nee, waarom niet, en op welke wijze is hij dan van plan om de grondwaterbeschermingsgebieden beter te beschermen?

Graag krijgen de leden van de PvdD-fractie nadere uitleg van de wijziging in het voorliggende besluit waarmee de voorschriften voor de teelt van bloembollen en bloemknollen wordt ingekort. Welke wijziging vindt hier precies plaats? In de toelichting wordt gesteld dat ‘vanuit het oogpunt van bescherming van het milieu, en gelet op de maatregelen die redelijkerwijs van toepassers van gewasbeschermingsmiddelen mogen worden gevergd, bestaat onvoldoende reden om binnen gebieden waar deze gewassen intensief worden geteeld, andere voorschriften te stellen dan daarbuiten. De voorschriften zijn daarom samengevoegd.’ Daar zijn de leden van de PvdD-fractie het niet me eens. Natuurlijk zijn er juist wel zeer valide redenen om extra regels te stellen in gebieden waar zeer veel gif wordt gebruikt, zoals in gebieden waar veel lelies, bollen of fruit wordt geteeld. De natuur staat daar zwaarder onder druk door het hoge gebruik van landbouwgif, en de omwonenden en passanten lopen in dit soort gebieden een groter risico dan in gebieden waar minder landbouwgif wordt gebruikt, ontkent de staatssecretaris dat? Welke gevolgen heeft de ‘samenvoeging’ van de voorschriften precies?

Gifloze gewasbescherming, bijvoorbeeld door toepassing van UV-licht en natuurlijk door inzet van natuurlijke plaaginsecten en andere duurzame technieken is zeer goed mogelijk, kan de staatssecretaris dat bevestigen? Op welke wijze is de staatssecretaris voornemens om dit soort innovatieve technieken breder uit te rollen? Welke rol kan en wil zij daarin spelen? Deelt zij de mening dat er in veel teelten gebruik gemaakt wordt van grote hoeveelheden landbouwgif terwijl dat helemaal niet nodig is? Wat wil zij hieraan gaan doen?

De leden van de PvdD-fractie horen graag wanneer emissiereductieplannen nu wel en niet verplicht zijn voor toelatingshouders en toepassers van landbouwgif. Op welke wijze wordt de producent van het landbouwgif nu verantwoordelijk gemaakt voor het beperken van het risico dat zijn landbouwgif met zich meebrengt voor mens, dier en milieu? Graag en reactie. En hoe gaat het College voor Gewasbescherming en Biociden (Ctgb) nu om met aanvragen voor nieuwe toelatingen van landbouwgif waarvan duidelijk is dat deze stof al in veel te grote mate ons water vervuild? Voor de laatste wijziging van de wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden was het mogelijk om een preregistratietoets uit te voeren en zo een toelatingsaanvraag te toetsen aan de doelen van de KRW. Dat is nu niet meer mogelijk, maar de staatssecretaris heeft toegezegd om bij een (her)beoordeling rekening te houden met de afspraken uit het Hoofdlijnenakkoord waterzuivering glastuinbouw. Wat is daar de stand van zaken van?