Inbreng verslag Wijziging van de Wet dieren in verband met actu­a­li­sering van de dier­ge­zond­heids­regels en enkele tech­nische aanpas­singen


12 juli 2023

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben met verbijstering kennisgenomen van de nota van wijziging waarmee de minister de wijziging van de wet dieren naar aanleiding van het amendement Vestering, wil terugdraaien.

Ruim twee jaar geleden hebben de Tweede en Eerste Kamer de Wet dieren gewijzigd om eindelijk een 20 jaar oude kabinetsbelofte na te komen. De belofte van het tweede paarse kabinet uit 2002, verwoord in de nota dierenwelzijn van minister Brinkhorst, dat we binnen 10 tot 20 jaar dieren niet langer zouden aanpassen aan het systeem, maar andersom . De belofte die in 2007 nog eens werd herhaald door kabinet Balkenende IV, in de nota dierenwelzijn van minister Verburg. Dieren zouden worden verlost van ingrepen, krappe kooien en dichte stallen zonder daglicht die geen ruimte bieden voor natuurlijke gedragsbehoeften.

Maar in de 21 jaar die volgden sinds 2002 hebben landbouwministers de bal telkens weer bij de agrosector gelegd. Zijn er soms mooie beloften gedaan aan dieren, maar is ingezet op sectorplannen, afspraken en convenanten. Het resultaat is dat veel van de geconstateerde welzijns- en gezondheidsproblemen in de nota’s van oud-minister Brinkhorst en Verburg nu nog altijd aan de orde van de dag zijn. Dat is de reden dat zowel de Tweede als de Eerste Kamer heeft ingestemd met de wetswijziging, om zo dieren eindelijk de ruimte te geven om te kunnen leven naar hun aard.

De minister schrijft nu dat met de voorliggende wijziging het doel van de wijziging in artikel 2.1, eerste lid (‘het amendement’) op een andere manier zal worden bereikt, waardoor de wet en regelgeving naleefbaar en handhaafbaar is. De leden wijzen er op dat wat er nu voorligt, slechts een lege verwijzing is naar een nog op te stellen algemene maatregel van bestuur. En die invulling zal pas plaatsvinden nadat verschillende partijen tot afspraken zijn gekomen in het convenant dierwaardige veehouderij. Wat, wanneer en of dat iets oplevert, is nu nog totaal onbekend. De leden wijzen hierbij naar het proces rond het landbouwakkoord dat onlangs na zeven maanden stuk liep. Ook de minister bevestigt in onderdeel 6 dat deze nota van wijziging als zodanig nog geen gevolgen met zich mee brengt. “Pas bij de nog te ontwikkelen AMvB zullen de gevolgen van de keuzes die daarin worden gemaakt in beeld worden gebracht. De precieze gevolgen zullen daarom beschreven worden bij de AMvB waarin dit verbod wordt ingevuld.”

Ook de Raad van State wees er op dat deze gang van zaken op gespannen voet staat met de grondwet. Eerst werd al de inwerkingtreding van een door beide Kamers aangenomen wet uitgesteld, wat louter zou mogen gebeuren vanwege technische, niet-beleidsmatige factoren. Dit om te voorkomen dat met uitstel van inwerkingtreding de wil van de medewetgever wordt genegeerd. En ook de Raad van State benadrukte dat niet duidelijk is op welke wijze het convenant zal worden ingevuld om het doel van het amendement te realiseren. Bovendien is de bepaling in de nota van wijziging veel minder omvattend dan het verbod in het aangenomen amendement.

De leden van de Partij voor de Dierenfractie zijn dan ook stellig van mening dat op basis van deze lege toevoeging aan artikel 2.2 nog geen enkel oordeel kan worden gevormd over de vraag of de invulling inhoudelijk vergelijkbaar zal zijn met het doel dat de Tweede en Eerste Kamer beoogden met de wijziging van artikel 2.1.

Derhalve kan deze nota wat deze leden betreft nog niet verder inhoudelijk worden behandeld totdat onderliggende invulling gereed is.

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Inbreng SO Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit houders van dieren in verband met de invoering van een huis- en hobbydierenlijst

Lees verder

Inbreng SO Landbouw- & Visserijraad 24-25 juli

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer