Monde­linge vragen over onderzoek waaruit blijkt dat een op de vier zoog­dier­soorten met uitsterven wordt bedreigd en over de belang­rijke rol die Nederland hierin speelt


5 oktober 2008

Voorzitter. Er kon nog wel een crisis bij. Eentje van de zwaarste categorie. 1800 wetenschappers spreken van niet minder dan een uitstervingscrisis. Eén op de vier zoogdieren wordt ernstig bedreigd in z’n voortbestaan. En wat denkt u: het kleine Nederland is een van de hoofdrolspelers in deze wereldwijde zoogdierentragedie.

De directeur van de IUCN geeft aan dat Nederland in Europa het centrum is van de handel in bedreigde dieren en planten. Vorige week hoorden we van hoofdofficier van het functioneel parket René Craemer dat handelaren in beschermde dieren en planten vrij spel hebben: grote criminelen ontspringen keer op keer de dans. We doen te weinig aan de stroom beschermde dier- en plantensoorten die Nederland dagelijks binnenkomt. Er is geen capaciteit, en geen expertise in de opsporing. Craemer zegt dat er minstens 100 opsporingsambtenaren bij moeten.

Voorzitter, iedereen weet dit. Al jaren. En toch zegt de minister dat haar geen signalen bereiken dat er iets schort aan de handhaving van de regels die kwetsbare dieren en planten moeten beschermen. Nee voorzitter, dat begrijp ik wel. Ze redeneert in een cirkeltje: de handhavers constateren geen overtredingen, dus is er niets aan de hand. Maar er worden geen overtredingen geconstateerd omdat er niet wordt gehandhaafd.

Voorzitter, zijn deze signalen van de IUCN en het OM dan misschien wel luid genoeg voor de minister? Gaat de minister de handhaving eindelijk op een niveau brengen waarmee we de illegale handel daadwerkelijk kunnen aanpakken?

Onze ongebreidelde consumptie maakt een einde aan het leefgebied van talloze dieren. Voorzitter, dat is een ramp, want wat weg is, komt niet zomaar terug. Voor deze crisis heb ik de minister-president echter nog niet in actie gezien.

Het kabinet brengt prachtige kleurenfolders uit en hult zich in mooie woorden zoals ‘biodiversiteit is van levensbelang’. Maar de actie ontbreekt. Het beleidsprogramma biodiversiteit is doorspekt van mooie beloften om de degradatie van het ecosysteem een halt toe te roepen. Al in juni van dit jaar is het kabinet er door de IUCN echter fijntjes op gewezen dat de uitwerking van het beleid volstrekt beneden de maat is. Nederland heeft haar voortrekkersrol in het internationale biodiversiteitsbeleid aan de wilgen gehangen en blijkt ook nationaal vooral aan de zijlijn te willen toekijken. Zo gaan we de soortencrisis natuurlijk niet keren. De Kamer heeft een motie aangenomen waarin het kabinet gevraagd wordt een actieprogramma te ontwikkelen om de
problemen daadwerkelijk te kunnen aanpakken. Hoe lang moeten we daar nog op wachten?


http://www.iucn.nl/nieuws/iucn_rode_lijst_2008_wereldwijde_zoogdierencrisis