Schriftelijke inbreng over de Informele Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking
Schriftelijk Overleg Informele Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking d.d. 6-7 maart 2022
Biodiversiteit
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking en hebben hier nog enkele vragen over. De leden zijn het roerend eens met het kabinet dat de afgelopen 50 jaar de achteruitgang van biodiversiteit en ecosystemen steeds sneller is gegaan, met als voornaamste oorzaak menselijk handelen, zoals landgebruik. Wat gaat de minister doen om te voorkomen dat landgebruik in Nederland en elders bijdraagt aan biodiversiteits- en ecosysteemverlies? Is de minister het met de Partij voor de Dieren eens dat de Nederlandse intensieve veehouderij, die onder andere gebruik maakt van soja als voeder, bijdraagt aan biodiversiteits- en ecosysteemverlies? Zo nee, waarom niet? Is de minister het ermee eens dat het stimuleren van het verbranden van bomen bijdraagt aan biodiversiteits- en ecosysteemverlies? Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat de Nederlandse consumptie en productie niet bijdraagt aan biodiversiteits- en ecosysteemverlies hier en elders?
De leden lezen dat de financiering voor biodiversiteit wereldwijd te kort schiet. Ook lezen de leden dat het kabinet eraan hecht dat er voldoende financiële middelen voor biodiversiteit beschikbaar komen uit alle bronnen en kanalen, waarbij Nederland zich met name inzet voor het mobiliseren van financiële stromen vanuit de private financiële sector. Hoeveel geeft Nederland jaarlijks uit aan internationale biodiversiteit? Hoeveel heeft Nederland aan multilaterale fondsen gegeven, zoals de Global Environment Facility (GEF), het Green Climate Fund (GCF) en de multilaterale ontwikkelingsbanken (MDB’s)? Hoeveel van de fondsen zijn besteed via lokale organisaties? Hoeveel van de investeringen van het in 2019 gelanceerde Dutch Fund for Climate and Development (DFCD) zijn biodiversiteitsrelevant?
Waar is bovengenoemde geld aan besteed en welke resultaten zijn behaald?
Daarbij lezen de leden dat de voorzitter van de Europese Commissie Von der Leyen tijdens de Staat van de Unie heeft aangegeven de uitgaven voor biodiversiteit als onderdeel van de externe financiering van de EU te willen verdubbelen. Steunt de minister dit voornemen en gaat Nederland zich hier ook sterk voor maken? Hoeveel zal er extra gefinancierd worden en uit welk potje komt dit? Is de minister het met de Partij voor de Dieren eens dat het aanvullen van het financieringsgat additioneel zou moeten zijn aan het ontwikkelingsbudget?
Hoeveel heeft Europa in totaal in de afgelopen jaren uitgegeven aan biodiversiteit? Hoeveel hebben andere landen, zoals Duitsland, uitgegeven? Beaamt de minister dat er sprake is van een mondiaal financieringsgat van 598–824 miljard dollar per jaar? Hoeveel zou Europa meer moeten bijdragen aan het mondiale financieringstekort, gezien de onevenredige druk waarmee Europa met haar consumptie en productiepatronen bijdraagt aan het verlies van biodiversiteit en ecosystemen? Hoe verhouden deze bedragen zich tot de middelen die Europa heeft toegezegd? Hoeveel gaat Nederland jaarlijks extra bijleggen, gezien het mondiale financieringstekort? Zal Nederland extra geld bijleggen wanneer Nederland er niet in slaagt om financiële stromen vanuit de private financiële sector te mobiliseren? Zo nee, waarom niet? Hoe ziet de minister de verhouding tussen de bijdragen van de private sector, respectievelijk de publieke sector ten behoeve van biodiversiteit?
De leden merken op dat onderzoek door subsidie-experts aantoont dat schadelijke overheidssubsidies wereldwijd oplopen tot minstens 1800 miljard dollar (1584 miljard euro) per jaar, of 2 procent van de wereldeconomie.[1] Hiervan gaat 640 miljard dollar naar fossiele brandstoffen, 520 miljard naar landbouw, 350 miljard naar waterbeheer, 155 miljard naar bosbouw, 90 miljard naar de bouwsector, 85 naar transport en 50 miljard naar visserij. De subsidies zwengelen onder meer erosie, watervervuiling, ontbossing en verlies van biodiversiteit aan. Hoeveel wordt er jaarlijks door Europa uitgegeven aan subsidies en andere fiscale voordelen, inclusief exportkredietverzekeringen en andere belastingvoordelen, die negatief zijn voor biodiversiteit, zoals subsidies voor visserij, landbouw en fossiele brandstoffen, inclusief biomassa? Hoeveel geeft Nederland jaarlijks uit aan subsidies en andere fiscale voordelen, inclusief exportkredietverzekeringen en andere belastingvoordelen, die activiteiten stimuleren die nadelig zijn voor biodiversiteit en ecosystemen? Wat gaat de minister doen om deze fiscale voordelen en subsidies te stoppen, overeenkomstig de inzet van het Biodiversiteitsverdrag? Is de minister het met de Partij voor de Dieren eens dat alle vormen van fiscale voordelen en subsidies ten behoeve van het stimuleren van visserij gestopt moeten worden? Zo nee, waarom niet?
Tevens horen de leden van de Partij voor de Dieren-fractie graag op welke wijze en hoe frequent er afstemming plaatsvindt over de CBD tussen de verschillende ministeries, gezien er meerdere ministers bij het biodiversiteitsdossiers zijn betrokken.
Tot slot hebben de leden een aantal vragen over het agendapunt versterkte EU-samenwerking in geopolitieke context. De leden verwelkomen genoemde kernprincipes voor de partnerschappen van de EU met derde landen: leave no one behind, lokaal eigenaarschap, gelijkwaardigheid, schuldhoudbaarheid en hoge standaarden voor mens en milieu. Kijkend naar de EU-Afrika strategie, vinden de leden deze kernprincipes niet voldoende terug. Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat deze kernprincipes leidend worden? Welke criteria of voorwaarden worden daarvoor gebruikt? De huidige handel- en investeringsverdragen zorgen ervoor dat melkpoeder goedkoop op de Afrikaanse markt wordt gedumpt, waardoor lokale boeren geen kans maken om hun eigen producten te verkopen op de lokale markt. Welke maatregelen voorziet de minister in de huidige onderhandelingen aangaande handel- en investeringsverdragen? Erkent de minister dat, ook geopolitiek gezien, het niet verstandig is om via ons handelsbeleid de lokale markt kapot te concurreren? Erkent de minister dat dit ons niet bepaald positioneert als betrouwbare partner – en daarmee de kans groter is dat landen elders partnerschappen gaan zoeken, met landen die een andere visie hebben op de wereldorde? Is de minister bereid tijdens de Raad te benoemen dat de negatieve effecten van ons handelsbeleid een grotere rol dienen te krijgen in onze strategie aangaande het sluiten van duurzame partnerschappen?
Interessant voor jou
Bijdrage Van Esch aan debat over discriminatie, racisme en mensenrechten
Lees verderBijdrage Teunissen aan debat over de situatie in Oekraïne
Lees verder