Schriftelijke inbreng over de Vaststelling Regeling groenprojecten 2022
Schriftelijk Overleg - Vaststelling Regeling groenprojecten 2022
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van de voorliggende Regeling groenprojecten 2022 en hebben hierbij nog enkele vragen en opmerkingen.De leden van de Partij voor de Dieren-fractie lezen in de toelichting op het algemeen deel dat de Regeling groenprojecten 2022 uitsluitend is bedoeld voor het bevorderen van financiering van innovatieve projecten met bovenwettelijke positieve milieueffecten en dat de regeling een aanjaagfunctie heeft voor voorhoedeprojecten die in een latere fase aanscherping van normen mogelijk kunnen maken. Deze leden steunen dit uitgangspunt en vinden het goed dat projecten met bovenwettelijke milieuwinst worden gestimuleerd. Wel vragen zij zich af waarom de bestaande normen niet nu al worden aangescherpt.
Ook lezen de leden van de Partij voor de Dieren-fractie dat de eisen aan projecten die in aanmerking komen voor de regeling ook steeds hoger moeten en kunnen worden gesteld.
Klopt het dat door de strengere eisen aanzienlijk minder projecten in aanmerking komen voor groenfinanciering en hierdoor onderbenutting van het budget van de groenregeling dreigt? Zo ja, is het dan niet spijtig dat voor groene projecten bedoelde gelden niet of onvolledig benut kunnen worden? Zijn er projecten die bovenwettelijke positieve milieueffecten hebben, maar niet in aanmerking komen voor financiering via de Regeling groenprojecten 2022 en ook niet via de reguliere weg worden gefinancierd, omdat investeerders hier bijvoorbeeld geen heil in zien? Kortom: zijn er projecten met positieve milieueffecten die tussen wal en schip vallen? Zo ja, om hoeveel projecten gaat het en wat voor soort projecten zijn dit? Welke oplossingen zijn er voor dit soort projecten?
Projectcategorie 2: Duurzame landbouw
Subcategorie 2.2.4: Monomestvergister
De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben met verontwaardiging kennisgenomen van het feit dat monomestvergisters zijn opgenomen onder projectcategorie 2: Duurzame landbouw. Monomestvergisters produceren geen groene energie en zijn voornamelijk bedoeld om het volume van het mestoverschot te verkleinen voordat de ‘restmest’[1] wordt geëxporteerd, waardoor de mestexport goedkoper wordt. Om in de woorden van oud-landbouwminister Veerman te spreken: “het verkoopargument ‘groene energie’ is natuurlijk heel wat positiever, marketingtechnisch, om aan de man […] en aan de politiek te brengen dan dat je zegt ‘we moeten van de mest af en we hebben wat gevonden’.”[2] Met duurzame landbouw heeft dit weinig te maken, omdat dit systeem van mestfabrieken de vervuilende bio-industrie juist in stand houdt.
Het fors terugdringen van het aantal koeien in de Nederlandse veehouderij en de bijbehorende hoge uitstoot van schadelijke broeikasgassen is wel een groene keuze. Als daarvoor wordt gekozen, zal ook het mestoverschot verdwijnen en zijn mestfabrieken überhaupt niet meer nodig.
De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren wijzen de minister op de recent aangenomen motie Ouwehand/Simons over het uitsluiten van mestvergisters van de SDE++-subsidies[3] en de aangenomen motie Vestering over het aanpassen van de visie op kringlooplandbouw op deze nieuwe realiteit zonder subsidies voor nieuwe mestvergistingsinstallaties.[4] Erkent de minister dat de Kamer hiermee duidelijk uitspreekt dat mestvergisters geen duurzame oplossing zijn en dat de stimulering door de overheid hiervan dient te stoppen? Gaat de minister in navolging van deze aangenomen moties de subcategorie monomestvergisters schrappen uit de projectcategorie Duurzame landbouw van de Regeling groenprojecten? Zo nee, waarom niet?
Projectcategorie 3: Circulaire economie
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie lezen dat met deze regeling de mogelijkheden worden verruimd voor projecten op het gebied van de circulaire economie. Ook lezen de leden dat binnen de projectcategorie circulaire economie meerdere subcategorieën vallen gericht op bijvoorbeeld het verminderen van het gebruik van grondstoffen en het terugnemen en verwerken van producten door producenten aan het eind van de levensduur. Deze leden zijn groot voorstanders van deze uitgangspunten en vragen zich af in hoeverre de eisen van grondstofbesparing en terugnamegarantie ook gesteld worden aan projecten die niet binnen de Regeling Groenprojecten 2022 vallen? Welke eisen voor projecten binnen de Regeling Groenprojecten 2022 zullen worden overgenomen in bijvoorbeeld de uitvoeringsagenda Circulaire Economie? Op welke termijn?
Projectcategorie 5: Duurzaam bouwen
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie lezen dat om voor een groenverklaring in aanmerking te komen in woningen duurzaam hout moet worden toegepast en dat dit zal moeten worden aangetoond door middel van certificaten, in veel gevallen aangevuld met afleverbewijzen of facturen. Is de minister met deze leden van mening dat certificaten onvoldoende waarborgen dat het toegepaste hout daadwerkelijk duurzaam is? Op welke manieren gaat de minister de duurzaamheid van het hout wel waarborgen? De leden lezen daarnaast dat de eis die in de Regeling Groenprojecten 2016 bestond voor de herbestemming tot woningen met betrekking tot geluid, is komen te vervallen. Wat is hiervoor de motivering?
[1] Het digestaat, dat overblijft na vergisting.
[2] Uitspraak van oud-landbouwminister Veerman in de uitzending van KRO-NCRV De Vuilnisman van 14-03-2021.
[3] Kamerstuk 35925-31
[4] Kamerstuk 35925-XIV-13
Interessant voor jou
Schriftelijke inbreng over de verlenging subsidie indirecte kostencompensatie ETS
Lees verderSchriftelijke inbreng over de regels inzake instelling van een Nationaal Groeifonds (Wet Nationaal Groeifonds)
Lees verder