Schriftelijke inbreng over Fiche: Mededeling EU-Bodemstrategie voor 2030
Inbreng Partij voor de Dieren schriftelijk overleg over Fiche: Mededeling EU-Bodemstrategie voor 2030
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende Fiche over de EU-Bodemstrategie voor 2030 en hebben hierbij nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de Partij voor de Dierenfractie lezen dat de visie is dat tegen 2050 alle bodemecosystemen in de EU in een gezonde toestand moeten verkeren, waarbij gezond refereert aan een goede chemische, biologische en fysische toestand. Kan nader worden toegelicht wat wordt verstaan onder een goede biologische toestand en welke indicatoren hiervoor gelden? Wat zijn de specifieke doelstellingen voor een gezonde biologische toestand? Staat het kabinet welwillend tegenover het juridisch bindend maken van deze doelstellingen?
De leden van de Partij voor de Dierenfractie lezen dat met het huidige kabinetsbeleid meer naar ‘de bodem als geheel’ wordt gekeken en dat de bodem daarin steeds meer wordt beschouwd als leverancier van ecosysteemdiensten. Het beschermen en benutten van de bodem horen dan ook in balans te zijn. Onder ecosysteemdiensten wordt verstaan dat de natuur allerlei ‘diensten levert’ aan de mens, zoals productie van voedsel en hout of het zuiveren van water. Erkent de minister dat de bodem niet enkel moet worden beschermd omdat het diensten levert aan de mens, maar dat de gezondheid van de bodem ook belangrijk is los van wat dit de mens oplevert? Wat is de visie van de minister hierop? Hoe gaat de minister voorkomen dat het benutten van de bodem de overhand krijgt en bescherming op de tweede plaats komt? Hoe denkt de minister over de afweging tussen beschermen en benutten in het licht van de doelstelling om Nederland natuurinclusief in te richten, waarbij geen schade aan de natuur wordt toegebracht, maar juist waarde wordt toegevoegd?
De leden merken op dat de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (RLI) vindt dat het kabinet in de Nationale Omgevingsvisie het principe 'functie volgt bodem' moet vastleggen. Dit houdt in dat de vitaliteit van de bodem bepalend is voor de functies die er kunnen plaatvinden. Hoe denkt de minister over de gedachte dat functie volgt op bodem in plaats van andersom? En hoe komt dit terug in de Bodemstrategie?
De leden van de Partij voor de Dierenfractie merken op dat de bodem verstoord kan raken wanneer grote stukken bos worden gekapt, en dat andersom de kwaliteit van een bosecosysteem afhangt van de kwaliteit van de bodem. Door vlaktekap kan de hoeveelheid micro-organismen, zoals schimmels en bacteriën, significant achteruitgaan. Als gevolg hiervan verdwijnt het zogenaamde world wide web – mycorrhizaschimmels – vrijwel geheel op de plek waar gekapt is. Mycorrhizaschimmels zijn essentieel voor de toevoer van nutriënten aan bomen. Bij afwezigheid wordt het herstelvermogen en de veerkracht van het bosecosysteem aangetast. Hoe is het belang van mycorrhizaschimmels meegenomen in de Bodemstrategie? Is de minister het er mee eens dat in het belang van de bodem en het bos, natuurbossen niet gekapt mogen worden?
De leden van de Partij voor de Dierenfractie juichen toe dat de Bodemstrategie kwantitatieve doelen stelt voor de reductie van het gebruik van meststoffen en landbouwgif. Daarmee wordt erkend dat deze chemicaliën (zeker in overvloed) schadelijk zijn voor bodems. De Europese Commissie noemt uitdrukkelijk de optie om deze doelstellingen (50% minder nutriëntenverlies, 20% minder gebruik van meststoffen, 50% minder gebruik van – en risico’s door – chemische pesticiden) juridisch bindend te maken. Gezien de positieve effecten die dit zal hebben op bodems, grond- en oppervlaktewater en de biodiversiteit, staan deze leden zeer positief tegenover een dergelijke juridische binding. Deze reductiedoelstellingen kunnen de transitie naar natuur-inclusieve kringlooplandbouw daadwerkelijk initiëren en versnellen. Deze leden vragen het kabinet of zij, vanwege de positieve houding tegenover de Bodemstrategie, de reductiedoelstellingen ten aanzien van landbouwgif en nutriënten ook steunt en of zij deze overneemt. Staat het kabinet ook welwillend tegenover het juridisch bindend maken van deze doelstellingen?
Deze leden merken op dat wanneer het over het gebruik en de risico’s van landbouwgif gaat, er voornamelijk gesproken wordt over watervervuiling en niet over bodemvervuiling. Kan het kabinet bevestigen dat er wel wettelijke normen zijn voor de hoeveelheid landbouwgif in water, maar niet in bodems? Waarom niet? Erkent het kabinet dat ook bodemorganismen, die vaak cruciaal zijn voor de bodemvruchtbaarheid, veel schade ondervinden door het gebruik van landbouwgif?[1] Is het kabinet voorstander van het ontwikkelen van milieunormen voor de maximale hoeveelheid landbouwgif in bodems? Zo ja, hoe gaat zij dit aanpakken? Zo nee, waarom niet?
De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren constateren dat bij het tegengaan van klimaatverandering de organische bodems (waaronder veenweidegebieden, die door ontwatering veel broeikasgassen uitstoten) voor Nederland een relatief belangrijk aspect zijn, omdat Nederland in vergelijking met andere lidstaten veel veengronden heeft. Kan het kabinet dit bevestigen? Hoe staat het kabinet tegenover de overweging van de Europese Commissie om juridisch bindende doelen te stellen tegen de drainage van waterrijke gebieden, zoals veenweiden? Deelt het kabinet het inzicht dat juridisch bindende doelstellingen hard nodig zijn om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen?
De leden van de Partij voor de Dierenfractie lezen tot slot dat het kabinet terughoudend is met betrekking tot het voorgestelde bodemcertificaat voor de koop en verkoop van terreinen en de gratis bodemtesten op nationaal niveau voor grondbezitters. Deze leden merken op dat de bezwaren tegen deze instrumenten voornamelijk van praktische aard zijn. Ook merken deze leden op dat er momenteel geen landelijk dekkend centraal systeem is waar alle informatie over bodemverontreiniging beschikbaar is. Is de minister het ermee eens dat het belangrijk is dat er inzicht komt in hoe ernstig en op welke plekken de Nederlandse bodem verontreinigd is? Als het kabinet dit niet wil doen via de instrumenten die in dit voorstel van de Europese Commissie staan, hoe wil het kabinet dit inzicht dan bereiken? Welke voorstellen doet de minister hiervoor?
[1] Vital soil organisms being harmed by pesticides, study shows | Soil | The Guardian
Interessant voor jou
Bijdrage Van Raan aan debat over de Startnota
Lees verderSchriftelijke inbreng over het wetsvoorstel Wijziging van de Visserijwet 1963 in verband met de invoering van de bestuurlijke boete
Lees verder