Schriftelijke inbreng over kraamkooien in de varkenshouderij
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van de brief over kraamkooien in de varkenshouderij en hebben hier nog enkele vragen over. Allereerst wijzen de leden erop dat dit een lopend juridisch traject betreft en dat de politiek zich hier afzijdig van zou moeten houden. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft de regering opgedragen het beleid opnieuw te toetsten aan de wet, gebaseerd op de stand der wetenschap. Het is niet aan de Tweede Kamer om hierover te oordelen en al helemaal niet om de uitspraken van de rechter ter discussie te stellen. Kan de staatssecretaris dat bevestigen?
De leden van de PvdD-fractie wijzen erop dat deze casus alles te maken heeft met het feit dat moederzeugen nog altijd tussen metalen stangen gehouden, waardoor ze nauwelijks kunnen bewegen, laat staan dat ze op een normale manier voor hun biggetjes kunnen zorgen. Een aantal dagen voordat zeugen bevallen, worden ze vastgezet. Pas als de biggetjes vier weken oud zijn, mogen ze de kooi verlaten. De moederzeug heeft gedurende deze periode geen bewegingsvrijheid en kan niet voor haar biggen zorgen. De Universiteit Utrecht concludeerde dat varkens de behoefte hebben om maternaal gedrag te vertonen, waaronder nestbouwgedrag en zooggedrag.[Deze kooien maken het onmogelijk om het natuurlijke gedrag te vertonen. De Europese autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) bevestigt dit en stelt dat de kraamkooi de bewegingsvrijheid van de zeug ernstig beperkt en haar natuurlijke, intrinsiek gemotiveerde gedrag – zoals het bouwen van een nest – onmogelijk maakt. Onderschrijft de staatssecretaris deze conclusies van de Universiteit Utrecht en de EFSA? Zo nee, waarom niet en op welke wetenschappelijke onderzoeken baseert hij zich dan precies?
Onderschrijft de staatssecretaris de bevinding van Bureau Risicobeoordeling & Onderzoek van de NVWA dat het fixeren van zeugen in een kraambox één van de grootste risico’s voor dierenwelzijn is, omdat de emotionele toestand, de beperking van het natuurlijk gedrag en de lage waardering van de intrinsieke waarde van dieren langdurig onder druk staat?[Zo nee, waarom niet en op welke wetenschappelijke onderzoeken baseert hij zich dan precies? Tevens wijzen de leden erop dat zelfs de minister in de rechtszaak heeft erkend dat een kraamkooi zorgt voor het lijden van dieren.[
De leden van de PvdD-fractie wijzen erop dat het wettelijk verboden is om de bewegingsvrijheid van een dier te beperken zodat het dier daardoor onnodig lijdt of letsel wordt toegebracht. Ook is het verplicht om dieren voldoende ruimte te bieden voor fysiologische en ethologische behoeften (artikel 1.6 van het Besluit houders van dieren). Deelt de staatssecretaris, op basis van bovengenoemde rapporten en inzichten, de conclusie dat deze kooien niet “dierwaardig” zijn? Zo nee, waarom niet en op welke wetenschappelijke onderzoeken baseert hij zich dan precies? Is de staatssecretaris het ermee eens dat, indien wordt geoordeeld dat deze kooien in strijd zijn met de geldende wet- en regelgeving, de NVWA hoort te handhaven? Zo nee, waarom niet en waar baseert hij zich dan op?
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Inbreng Partij voor de Dieren schriftelijk overleg L&V-raad
Lees verder