SO Addi­ti­onele Regels ten behoeve van de groei van de melk­vee­hou­derij


1 december 2015

Schriftelijke inbreng van de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren over de additionele regels ten behoeve van een verantwoorde groei van de melkveehouderij (34295 Wet grondgebonden groei melkveehouderij)

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben met grote zorgen kennis genomen van de brief over het stelsel van fosfaatrechten. Zij constateren dat de regering de melkveehouderij geen strobreed in de weg legt om nog verder te groeien, zich om te vormen tot een bio-industrie en het toch al gigantische mestoverschot nog verder te laten groeien. Zij willen hierover graag vragen voorleggen aan de regering.

Al jarenlang hebben wetenschappers en maatschappelijke organisaties het kabinet en de melkveesector gewaarschuwd voor de gevolgen van de afschaffing van het melkquotum. De leden van de fractie van de Dieren betreuren dat de regering voor het zomerreces van 2014 met een wetsvoorstel kwam waarmee de melkvee-industrie hun mest volledig konden verwerken en afzetten buiten de landbouw. De regering gaf hiermee de melkvee-industrie de mogelijkheid om explosief te groeien en negeerde daarmee het maatschappelijke protest tegen de komst van megastallen en de maatschappelijke wens voor het behoud van de koe in de wei. De regering negeerde tevens de jarenlange waarschuwingen van wetenschappers en maatschappelijke organisaties dat zonder wettelijke beperkingen, de melkvee-industrie zich zou ontwikkelen naar een grondloze, industriële industrie die de bio-industrie achterna zou gaan.

Onder politieke en maatschappelijke druk werd de regering gedwongen om grondgebondenheid op te nemen. Het plan wat in najaar 2014 naar de Kamer werd gestuurd is met afkeuring door de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren ontvangen. De definitie van grondgebondenheid die door de regering is gehanteerd was zo ruim dat daarmee weidegang op geen enkele wijze gewaarborgd werd. Echte grondgebondenheid, menen de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren gaat gepaard met de mogelijkheid tot weidegang. De leden van de PvdD-fractie menen dat de aangenomen motie voor 100% weidegang onvoldoende wordt uitgevoerd door de regering en verzoeken de regering alsnog om weidegang verplicht te stellen. Graag een reactie hierop.

Terwijl de melkveestapel explodeert neemt de regering uitvoerig de tijd om nog allerlei partijen te consulteren. Afgelopen voorjaar maakte zij pas de spelregels voor de melkvee-industrie bekend. Vanwege het ellenlange wachten en het falen in het sturen op de melkvee-industrie is deze door zijn eigen fosfaatplafond heen geknald en nu geconfronteerd met een nieuw quotum, namelijk het fosfaatrechtensysteem. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren constateren dat na twee jaar en vijf voorstellen de melkvee-industrie steeds dieper wegzakt in het politieke mestmoeras veroorzaakt door het gebrek aan daadkracht van deze regering. Inmiddels kan de conclusie getrokken worden dat de Wet verantwoorde groei melkveehouderij alles behalve verantwoord is geweest. Graag een reactie van het kabinet hierop. Kan de regering uitleggen waarom niet per direct een uitbreidingsstop wordt afgekondigd tot wettelijk is geregeld hoe de sector onder het fosfaatplafond blijft?

Hoofdstuk 1 Doel en aanleiding

Het uitgangspunt van de Wet Verantwoorde Groei Melkveehouderij was dat de industrie onder het fosfaatplafond zou blijven. Binnen deze context heeft de regering ook de Algemene Maatregel van Bestuur Grondgebondenheid naar de Kamer gestuurd. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren constateren echter dat deze context na het sturen van de AMvB fundamenteel veranderd is aangezien de melkvee-industrie al door het fosfaatplafond is geschoten. Uit voorlopige productiecijfers blijkt dat de melkproductie dit jaar weer met 10% stijgt, en dat de sector weer meer fosfaat zal produceren. De regering lijkt opnieuw zijn ogen te sluiten voor deze ontwikkeling en presenteert zonder enige aanvulling of wijziging dezelfde wettelijke versie als de AMvB van eerder dit jaar. De tijdsdruk heeft de gang van zaken rondom dit wetsvoorstel allesbehalve zorgvuldig gemaakt. Is de regering bereid om een standstill af te kondigen zodat zorgvuldig gekeken kan worden naar de ontwikkelingen van de afgelopen twee jaar en hier een nieuw en verantwoord wetsvoorstel op te maken?

Het stelsel van fosfaatrechten voorziet in de verdere industrialisering en intensivering van bedrijven, die voor 1 April 2015 financiële verplichtingen ten aanzien van mestverwerking zijn aangegaan. De regering voert hiermee een beleid wat haaks op de ambitie van de vee-industrie zoals die op 12 december 2013 naar buiten werd gebracht: “De Nederlandse zuivelsector kiest voor een grondgebonden melkveehouderij en behoud van weidegang voor koeien.” De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren vragen zich af waarom de regering zoveel tijd investeert in het houden van praatclubjes met de sector terwijl de regering in de uiteindelijke besluitvorming toch een eigen koers vaart?

De leden van de PvdD-fractie constateren dat de melkvee-industrie 1,2 miljoen kilo fosfaat meer produceert dan met de industrie is afgesproken, nog voor dat de wet die de groei moet regelen klaar is. Welke consequenties verbindt de regering hier aan? Uit de cijfers blijkt dat er in 2014 1,2 miljoen kilo fosfaat meer is geproduceerd. Kan de regering uiteenzetten waar die kilo’s fosfaat zijn gebleven? Hoeveel mest is er in 2014 verwerkt en hoeveel van de verwerkte mest is er verkocht aan buitenlandse afnemers? Kan de regering aangeven hoe groot de vraag is naar Nederlandse bewerkte mest en hoe het staat met de verwerkingscapaciteit?

Hoofdstuk 2 Grondgebondenheid

Het Centrum voor Landbouw en Natuur heeft aangegeven dat de trend naar minder beweiding met name wordt veroorzaakt door schaalvergroting, automatisering en door ontwikkelingen in Noord Nederland. Op bijna de helft van de bedrijven met meer dan 110 koeien en op de helft van de bedrijven met een melkrobot komen de melkkoeien niet meer buiten. De groei en automatisering gaan snel: in vijf jaar van gemiddeld 71 naar 83 melkkoeien en van 5% naar 13% bedrijven met een melkrobot. Deze ontwikkelingen zullen doorgaan en zetten een blijvende druk op weidegang in Nederland. De leden van de PvdD-fractie vragen de regering deze ontwikkeling te beoordelen en hier een reactie op te geven.

De regering geeft de melkvee-industrie met fosfaatrechten een license to overproduce, aldus de leden van de PvdD-fractie. Door de komst van de fosfaatrechten wordt het dierenwelzijn van een koe sterk benadeeld. Immers, door fosfaatrechten wordt n hoge melkproductie per koe veel belangrijker. Meer melk van minder koeien, gevoerd met fosfaatarm voer, en dus minder mest. Dat betekent bij hetzelfde aantal fosfaatrechten meer melkkoeien houden. Koeien gaan eerder naar de slager omdat ze sneller uitgemolken zijn. De leden van de PvdD-fractie hebben met afschuw de berekeningen van accountantskantoor Flynth gelezen wat zij in samenwerking met de melkvee-industrie hebben gemaakt. Zij promoten het feit dat melkveebedrijven zonder aankoop van fosfaatrechten 15 procent meer melk produceren. Tevens geven zij aan dat bedrijven die straks wel fosfaat gaan kopen, kunnen meer melk uit een aangekochte kilo fosfaat halen bij een lage fosfaatexcretie per kilo melk. Hoe beoordeelt de regering dit uitmelken van koeien in het kader van dierenwelzijn en diergezondheid? Hoe past dit binnen de visie van een duurzame veehouderij?

Hoofdstuk 4 Effecten van het voorstel

4.1 Bedrijfseffecten

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben in de Memorie van Toelichting gelezen dat de regering beweerd dat de voorliggende wet geen invloed heeft op het milieu. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren staan verbaasd over deze stellige bewering. Graag willen de leden de regering een casus voorleggen. In de wet is geregeld dat melkveehouders via een vervangende verwerkingsovereenkomst hun fosfaatoverschot elders kunnen laten verwerken. Boer A in Friesland vraagt boer B in Brabant om een hoeveelheid fosfaat ter grootte van zijn overschot te verwerken. De mest van boer A blijft evenwel in Friesland. Op papier heeft boer A nu geen overschot meer, maar wat gebeurt er met het in Friesland achtergebleven overschot? Afvoeren naar een boer die nog wel ruimte heeft, zou merkwaardig zijn. Er is immers al vervangend verwerkt. Het overschot moet fysiek ergens heen maar bestaat op papier niet meer en verdwijnt elders ergens. Zo kan landelijk de fosfaatbalans op papier in orde zijn, maar plaatselijk worden verstoord. Graag een reactie hierop..

4.4 Regeldruk

Het fosfaatplafond vormt kennelijk geen enkele rem op de uitbreiding van de afgelopen jaren. Tegelijkertijd worden er op dit moment aan de lopende band door provincies uitbreidingsvergunningen in het kader van de natuurbeschermingswet (PAS) afgegeven. Hoe ziet de regering deze in rechte afgegeven vergunningen in relatie tot mogelijke kortingen op de veestapel in verband met het fosfaatoverschot? De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren nemen waar dat er een stapeling is van ongelijksoortige regels waardoor de complexiteit en bureaucratie toeneemt. En dit is niet alleen het geval binnen deze wet. De regering heeft ervoor gekozen om de negatieve gevolgen van de veehouderij op natuur, milieu en dierenwelzijn gefragmenteerd aan te pakken. Zo is er wet- en regelgeving voor fosfaat, aparte wet- en regelgeving voor de uitstoot van broeikasgassen, voor ammoniak, voor dierenwelzijn etcetera. Met de huidige groei van de melkvee-industrie voorzien de leden van de Fractie van de Partij voor de Dieren dat er een verdere opeenstapeling van regelgeving gaat komen vanwege de toenemende druk op de Nederlandse melkvee-industrie. Is de regering bereid om te komen met een integrale visie op deze zaken om hiermee ondoorzichtigheid en complexiteit van regelgeving te vermijden en te voorkomen dat een verdere stapeling van wet- en regelgeving noodzakelijk is?

4.5 Milieueffecten

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben kennisgenomen van het rapport From Sun to Glass waarin Price Waterhouse Coopers een analyse heeft uitgevoerd van een sojaplant in Brazilië tot een glas melk bij de Nederlandse consument. Daaruit blijkt dat de consument geen idee heeft van de gevolgen van de productie van een glas melk. Is de regering niet van mening dat het belangrijk is het voorlichten van de consument over de gevolgen van de melkvee-industrie hoort bij een ‘verantwoorde melkveehouderij’? Is de regering bereid om de consument voor te lichten over de gevolgen van de productie van een glas melk ten aanzien van de grootschalige CO2- en fosfaatuitstoot, water-, energie- en landverbruik die hiermee gepaard gaan?


De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren constateren dat de milieugevolgen van de toename van de koeienexplosie enorm zijn. Voor 1 glas melk is er een tocht nodig van 13 duizend kilometer nodig voordat een sojaboon eindigt in een glas melk. Een koe drinkt zo'n 70 liter water per dag. Maar om 1 liter melk te produceren is ook nog 250 liter nodig om de soja te telen, die eigenlijk maar voor 3 procent in de melk zit. Aan dat water zit geen prijskaartje maar deze waterverspilling leidt wel tot uitdroging van hele gebieden en daardoor vergaande houtkap in regenwouden. Voor elke liter melk consumeert een koe 225 liter water in de soja-melk waardeketen en is meer dan een vierkante meter grond nodig. De productie van de melk via deze waardeketen voor één Nederlandse schoolklas vult een 0lympisch 50 meterbad met water en legt beslag op twee voetbalvelden aan landbouwgrond. De Nederlandse melkproductie voor één jaar kost meer dan 25 miljoen liter diesel in de hele productieketen; genoeg om bijna 34.000 automobilisten een jaar in Nederland te laten rijden, aldus de PWC. Hoe ziet de regering de verhoging van de milieudruk op deze gebieden nu de melkvee-industrie geëxplodeerd is in aantal dieren en aantal liters melk?

Hoofdstuk 5 Uitvoering en handhaving

De leden van de PvdD-fractie hebben met verontwaardiging kennis genomen van het rekenmodel van de fosfaatrechten. Zij constateren dat bedrijven die maximaal gegroeid zijn tot aan 2014 en daarna een stand still hebben gehad, geen extra grond hoeven aan te kopen. Opnieuw worden grote en intensieve fabrieken beloond. Ook het aanscherpen van bemestingsnormen tussen 2014-2016 hoeft niet gecompenseerd te worden met extra grond. De AMvB is alleen van toepassing op bedrijven met melkvee waar het melkvee meer dan 250 kilo fosfaat produceert. Kan de regering aangeven waarom zij de industrie zoveel mogelijkheden biedt om niet grondgebonden te zijn? Kan de regering aangeven waarom er een uitzondering voor roodvleesvee en fokstieren is meegenomen in de rekenmethode? Betekent dit dat roodvleesvee en fokstieren niet bijdragen aan de fosfaatruimte die een bedrijf heeft? Kan de regering de toename van het houden van Belgisch Witblauw verklaren? In hoeverre worden dikbilrunderen meegenomen in de fosfaatrechten?

De leden van de Partij voor de Dieren constateren dat de forfaitaire excreties of de bedrijfsspecifieke excreties (BEX) de basis vormen voor de administratie waarmee de wet wordt gecontroleerd en gehandhaafd. De informatie voor dit systeem wordt door de ondernemer zelf aangeleverd. Waar het de BEX betreft, gaat het daarbij onder andere om gehaltes aan voedingsstoffen en mest die door de ondernemers zelf getrokken en verzameld worden. Welke garanties zijn er dat deze waarden ook de werkelijkheid weerspiegelen tegen de achtergrond dat er met BEX ten opzichte van de forfaitaire waarden tot wel 15% voordeel kan worden behaald. Als de BEX waarden wel betrouwbaar zijn, wat zegt dat dan over de forfaitaire waarden? Zowel het PBL als het LEI hebben in de aanloop naar deze wet ex ante berekeningen gemaakt. Volgens het PBL zou de melkproductie tot 2020 met 20% groeien en door efficienter werken de fosfaatproductie in 2020 gelijk blijven op het niveau van 2011. Het LEI becijferde een soortgelijk groeitempo maar voorzag een fosfaatproductie door verbeteringen via het voerspoor van 85 miljoen kilo in 2020. Kan worden uitgelegd waarom de misrekeningen van zowel het PBL als het LEI zonder enig voorbehoud nog steeds figureren in de Memorie van Toeliching? Hebben de misrekening gevolgen voor hun positie in de advisering van het ministerie, en hun rol in het debat? Zo ja welke, zo nee waarom niet?

De leden van de PvdD-fractie constateren dat het voerspoor nog steeds genoemd wordt als mogelijkheid om minder fosfaat te produceren. Tegelijk zijn er berichten dat verlaging van fosfaat in het voer leidt tot gezondheidsproblemen bij melkvee. Is het uit een oogpunt van dierenwelzijn, en mede gelet op de wet dieren, niet logischer om het fosfaatgehalte in het voer op peil te houden, en minder koeien te houden om het fosfaatoverschot te lijf te gaan?

Kan de regering aangeven welke onderzoeken er worden gedaan naar de relatie tussen fosfaatgehaltes in voer en diergezondheid? Bij afkalvende koeien wordt een tijdelijk fosfaat-tekort bestreden met fosfaat-bolussen, en /of fosfaatinfusen. Is de regering bekend of deze methoden ook (kunnen) worden toegepast om fosfaatgiften uit de BEX-boekhouding te houden?

Hoofdstuk 6 Juridisch kader

6.1 Europeesrechtelijke aspecten

6.1.2 Verhouding met Europees beleid

De leden van de fractie van de PvdD constateren dat de Nederlandse boeren opnieuw flink in de buidel moeten tasten omdat de Europese afspraken over melkproductie zijn geschonden. Nederland produceerde in de meetperiode 2014/2015 te veel melk en moet ruim 135 miljoen euro betalen voor de overschrijding van de zogeheten melkquota.

De leden van de PvdD-fractie constateren dat er in de afgelopen maanden aan de lopende band Natuurbeschermingswet-vergunningen zijn afgegeven. Per week soms met tientallen tegelijk. Het gaat ook om aanvragen van na 1 juli (die vallen dan onder de PAS). De leden van de PvdD-fractie verbazen zich dat er wel vergunningen voor uitbreidingen worden verleend via de ammoniak, terwijl die straks weer gekort moeten worden vanwege het fosfaat. De leden van de PvdD-fractie vragen zich af of dit betekent dat er een regenval aan schadeclaims vanuit de boeren te verwachten valt. Graag een reactie hierop. Is de regering bereid om over te gaan op een standstill totdat er

Conclusie

De leden van de fractie van de PvdD-fractie constateren dat de gestapelde wet- en regelgeving over de melkveehouderij onvoldoende leidt tot het oplossen van de problemen binnen de melkvee-industrie. Sterker nog, zij constateren dat deze wetgeving nadelige effecten gaat leveren voor het dierenwelzijn, diergezondheid, milieu en melkveehouder zelf. Zij vragen de regering dan ook terug te komen op het besluitfosfaatrechten in te voeren en te kiezen voor het wettelijk verplicht stellen van weidegang en het aantal koeien en de melkproductie per hectare weidegrond aan een maximum te binden, zoals bijvoorbeeld door graasdiereenheden. Graag een reactie.