Aanpak onnodige verlichting kantoren en winkels door motie PvdD

De regering moet energieverspilling tegengaan door het ’s avonds en ’s nachts aanlaten van verlichting in lege kantoor- en winkelpanden aan banden te leggen. Een Kamermeerderheid steunde vandaag een motie van de Partij voor de Dieren die daarom heeft gevraagd.

In Frankrijk wordt het voor winkels en kantoren binnenkort verplicht om de lichten uit te doen nadat de laatste werknemer naar huis gaat. De Partij voor de Dieren wil dat Nederland dit goede voorbeeld volgt en ook een dergelijke verplichting invoert. Op basis van een schatting van ECN, het nationale instituut voor energie-innovatie, blijkt dat in kantoren en winkels 536 miljoen kWh elektriciteit kan worden bespaard door het uitschakelen van onnodige verlichting buiten bedrijfstijd. De aanpak van onnodige verlichting in kantoren en winkels levert dus een energiebesparing op ter grootte van het verbruik van 150.000 huishoudens.

Hoewel de minister het met de Partij voor de Dieren eens was dat het onnodig aanlaten van verlichting energieverspilling is, weigerde het kabinet om deze verspilling daadwerkelijk tegen te gaan. Esther Ouwehand heeft daarom in een motie voorgesteld dat de regering de energieverspilling door winkels en kantoren aanpakt in de visie op energiebesparing, die dit voorjaar gepresenteerd wordt. Een meerderheid van de Kamer heeft deze motie vandaag gesteund.

Esther Ouwehand: “Ophouden met verspilling is het eerste dat je moet doen als je toe wilt naar duurzame energie. Besparing is makkelijk, duurzaam en goedkoop: wat je niet gebruikt, hoef je ook niet op te wekken of te betalen. Bovendien zorgt de nachtelijke verlichting van kantoren en winkels voor onnodige en storende lichtvervuiling. Lichten uit wanneer dat kan is stukken beter voor mens, dier, natuur en milieu”.