Bevrijd natuur van verstik­kende landbouw!

Als we de achteruitgang van de Nederlandse natuur willen tegengaan, moet het aantal varkens, koeien en kippen in de Nederlandse bio-industrie flink worden teruggebracht. Dit stelt PvdD-Kamerlid Frank Wassenberg in Kamervragen, die hij stelde naar aanleiding van een krantenartikel in Trouw. Uit dat artikel blijkt dat de uitstoot van stikstof door de vee-industrie de sluipmoordenaar van de Nederlandse natuur is.

Ecologen Arnold van den Burg en Hugh Jansman luiden in Trouw de noodklok over de toestand van de natuur. Zij noemen de stikstofuitstoot door de veehouderij het ergste probleem dat we hebben in de Nederlandse natuur. Ecosystemen, onder andere in de Veluwe, vallen om door een teveel aan stikstof die door de intensieve veeteelt wordt uitgestoten.

Van den Burg en Jansman constateren dat de sluipende, maar gestage toename van stikstof desastreus is voor onze natuur. Toch zien zij onvoldoende aandacht voor dit probleem bij beleidsmakers. De provincie Gelderland weigert te reageren op de vaststelling van de ecologen dat op sommige plekken op de Veluwe het ecosysteem op instorten staat.

De Partij voor de Dieren stelt in Kamervragen dat een inkrimping van het aantal dieren in de vee-industrie noodzakelijk is om de Nederlandse natuur te redden.

PvdD-Kamerlid Frank Wassenberg: “Nederland produceert vlees en zuivel voor de hele wereld. De grootschalige veehouderij is slecht voor dierenwelzijn en voor de natuur. Al die dieren produceren een enorme hoeveelheid mest. Stikstof uit die mest komt via de lucht in de natuur terecht. Soorten die het goed doen op stikstof, zoals mos en gras, verdringen andere plantensoorten, zoals bloemen en kruiden. Daardoor leven er minder insecten en uiteindelijk ook minder insectenetende vogels en zoogdieren. Het aantal soorten dieren en planten in de natuur neemt dus af. Daarnaast leidt de stikstoftoename tot een slechtere staat van bestaande planten. We kunnen dit alleen maar tegengaan minder dieren te houden.”