Bollen­teelt in natuur­ge­bieden blijkt illegaal

De bollenteelt heeft schadelijke gevolgen voor de natuur. Dat blijkt uit onderzoek van Alterra, dat de provincie Gelderland naar aanleiding van vragen van de Partij voor de Dieren heeft laten opstellen. De Partij voor de Dieren wil dat de giftige teelt van bollen voortaan verboden wordt in natuurgebieden.

De Partij voor de Dieren heeft in Gelderland een doorbraak bereikt. Gedeputeerde Staten geven daar toe dat bollenteelt in bepaalde natuurgebieden niet zo maar kan. Esther Ouwehand: “De overheid kan bollenteelt in natuurgebieden niet langer toestaan. Het rapport van Alterra is duidelijk: de bollenvelden zijn schadelijk en dus illegaal. De giftige bollenvelden moeten zo snel mogelijk weg uit natuurgebieden. Niet alleen in Gelderland, maar in heel Nederland.”

In de Natuurbeschermingswet staat dat schadelijke activiteiten in natuurgebieden zijn verboden. Voor bollenteelt worden grote hoeveelheden landbouwgif gebruikt. Dit gif komt in het water terecht en brengt schade toe aan kwetsbare dieren als de rivierdonderpad, de meervleermuis en de kamsalamander. Voor schadelijke activiteiten in natuurgebieden moet een vergunning worden afgegeven. De bollenvelden zijn nooit getoetst op natuureffecten en hebben dus geen vergunning.

Ook veestallen in natuurgebieden zijn schadelijk. Stikstof belast de natuur en zonder vergunning is de uitstoot ervan dus illegaal. Rijk en provincies hebben de schade nooit willen onderwerpen aan de natuurtoets, omdat dan zou blijken dat veel stallen dicht moeten. Staatssecretaris Dijksma probeert, net als haar voorgangers Bleker en Verburg, de Natuurbeschermingswet aan te passen ten gunste van de veehouderij. De rechter wijst keer op keer op internationale afspraken, waardoor ze de veeindustrie niet uit de wind mag houden. “De overheid kijkt bewust de andere kant op, maar zowel veehouderijen als bollenvelden in natuurgebieden zijn illegaal. Daar moet snel een einde aan komen. De wet geldt voor iedereen, ook voor veehouders en bollenboeren”, aldus Esther Ouwehand, die Kamervragen heeft gesteld aan de staatssecretaris.