Opinie: Dierenactivist is democraat - en geen terrorist
Minister Ter Horst wil een gebiedsverbod instellen voor dierenactivisten. Dezen worden steeds vaker op één lijn gesteld met extremisten, stellen Marianne Thieme e.a.
Sinds 22 november 2006 zijn dierenrechtenactivisten doorgedrongen in het hart van de Nederlandse democratie. Activisten houden in het voormalige ministerie van Justitie een complete gang bezet. Bovendien houden ze twee stoelen bezet in de vergaderzaal van de Tweede Kamer. Het gaat om extreme dierenactivisten.
Ze bepleiten namelijk niet alleen een aardige omgang met honden en katten, maar gaan zelfs zover dat ze het einde van de lucratieve bio-industrie bepleiten, ze willen wilde dieren niet langer laten optreden in circussen, willen een verkoopverbod voor vlees van bedreigde diersoorten in het Kamerrestaurant en bepleiten een verkoopverbod voor de goudvissenkom. Zelfs bij dierproeven durven ze vraagtekens te plaatsen.
Ze veroorzaken veel overlast: ze dienen diervriendelijke moties in (waarvan sommige zelfs worden aangenomen) en hun ongezonde nieuwsgierigheid is zo groot dat ze met het stellen van Kamervragen maar liefst 2 van de 3.900 ambtenaren van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan het werk houden.
Na de eerste bezettingsactie zijn de dierenactivisten erin geslaagd in acht provinciehuizen acht kamers en negen stoelen te bemachtigen en door te dringen in de senaat en ook daar een kamer en een zetel bezet te houden. Het is de hoogste tijd voor noodmaatregelen om de menscentrale insteek in de parlementaire democratie veilig te stellen.
Met het niet doorgaan van het biotechnologieproject Sciencelink in Venray, waar een nieuwe proefdierfaciliteit zou verrijzen, hebben de traditionele politieke partijen weer een stok gevonden om de hond te slaan. Een handjevol actievoerders dat ervan verdacht wordt daar een auto in brand te hebben gestoken en huizen te hebben beklad, vormt aanleiding om dierenactivisme synoniem te verklaren met terrorisme.
Het blazoen van honderdduizenden mensen die voor dieren opkomen en daartoe slechts vreedzame en legale middelen inzetten, wordt welbewust bezoedeld door inperking van burgerrechten te eisen, wanneer misdaden worden gepleegd met als drijfveer het opkomen voor de belangen van dieren. Alsof het huidige Wetboek van Strafrecht geen toereikende handvatten zou bieden om op te treden tegen wetsovertreders.
De stigmatisering is al een aantal jaren bezig. In 2003 werd vanuit de VVD bepleit om de collecte van de Dierenbescherming te boycotten "omdat daarmee terroristische acties gefinancierd zouden worden". Publiekscampagnes waarin burgers worden geïnformeerd over het verzwegen dierenleed achter bont, vlees en eieren, worden door het CDA "sluipend terrorisme" genoemd. In Postbus 51-spotjes wordt gewaarschuwd tegen "dierenextremisme", zonder dat duidelijk wordt wat dat zou kunnen inhouden. Dat is pure demonisering en stigmatisering van de dierenrechtenbeweging.
Opvallend genoeg gebeurt dat door mensen die van Nederland een van de grootste exporteurs van bio-industrieproducten hebben gemaakt en daar zelf ook niet zelden financiële belangen in hebben. In tegenstelling tot kleinschalig onrechtmatig dierenrechtenactivisme leidt de stelselmatige wetsovertreding in de Nederlandse veehouderij (meer dan 50 procent van de varkenshouders maakt zich hier schuldig aan) niet tot maatregelen. Dat wordt eufemistisch "niet regelconform gedrag" genoemd. Niet regelconform gedrag? Een geheim KLPD-rapport dat sprak over zware milieucriminaliteit, verwijt het Openbaar Ministerie en de toezichthouders een groot gebrek aan capaciteit, prioriteit en expertise bij handhaving van milieuwetgeving. In meer dan de helft van de gevallen is er sprake van aantasting van bestuurlijke integriteit en in sommige gevallen blijkt de overheid zelf de dader te zijn. Een geheimgehouden intern VWA-rapport, dat sprak over "intimidatie van dierenartsen" die moeten toezien op het welzijn van dieren bij slacht en transport, leidt vooralsnog slechts tot een heksen-jacht op de klokkenluider.
Intussen wil minister Ter Horst (PvdA) een gebiedsverbod instellen voor dierenactivisten die overlast hebben veroorzaakt. Is daar al een definitie van, van "overlast veroorzaken"? Valt daaronder ook het uitdelen van folders voor een bontwinkel of slagerij? Het uitdelen van vegetarische hotdogs voor een supermarkt? Het demonstreren voor rechten van dieren? Het vragen in een vliegtuig om een maaltijd zonder vlees? Het oprichten van een politieke partij die opkomt voor de rechten van dieren?
Hoever gaat zo'n gebiedsverbod? Moeten we onze spulletjes in de Tweede Kamer, de senaat en Provinciale Staten al in gaan pakken?
Wetsovertreding is te veroordelen. Daarvoor biedt ons Wetboek van Strafrecht voldoende soelaas. Maar demonisering van 99,9 procent van de dierenbeschermers, die op vreedzame en legale wijze opkomen voor de rechten van de dieren, is volstrekt verwerpelijk.
Marianne Thieme en tien andere Kamer- en Statenleden namens de Partij voor de Dieren.; De stigmatisering van dierenrechtenactivisten is al een aantal jaren bezig
* Op woensdag 23 april gepubliceerd in het NRC Handelsblad.
Gerelateerd nieuws
NRC: Wageningen UR schrijft dubbelzinnig rapport over klimaatfilm Meat the Truth
Wageningen bevestigt cijfers uit Meat the Truth, maar blundert bij eigen berekening van bijdrage van de Nederlandse veehouder...
Lees verderWereldproefdierendag: Partij voor de Dieren stelt 85 vragen over dierproeven in Nederland
Den Haag, 24 april 2008 - De Partij voor de Dieren heeft vandaag, op Wereldproefdierendag, een groot aantal Kamervragen geste...
Lees verderBlijf op de hoogte van het laatste landelijke nieuws
Abonneer op de nieuwsbrief