Eerste Kamer: bestrijding besmettelijke dierziekten moet naar ministerie VWS
Den Haag, 31 mei 2011 - De vaste Eerste Kamercommissies voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hebben in een brief aan de regering indringend hun teleurstelling uitgesproken over de zogenoemde stand van zakenbrief van Staatssecretaris Bleker en Minister Schippers over de regie in de bestrijding van voor mensen besmettelijke dierziekten (zoönosen). Hieruit blijkt dat de bewindslieden niet onvoorwaardelijk kiezen voor een centrale regierol voor de minister van VWS bij de aanpak van zoönosen, zoals de commissie Van Dijk adviseert.
De bewindslieden benadrukken weliswaar dat het belang van de volksgezondheid voorop staat, maar merken tegelijkertijd op dat de minister van VWS 'meebesluit' op het terrein van het ministerie van EL&I. Hieruit blijkt volgens de Eerste Kamercommissies evident dat de minister van VWS in deze setting een aan de minister van EL&I nevengeschikte rol heeft; in elk geval geen centrale regiefunctie. Aldus kan naar het oordeel van beide commissies niet worden gegarandeerd dat het volksgezondheidsbelang te allen tijde zal prevaleren boven andere belangen.
De Eerste Kamercommissies concluderen dat de stand van zakenbrief niet het veelbelovende regiestuk is waar zo lang naar is uitgekeken. Het is niet meer dan een momentopname van een nog immer voortgaande strijd om verantwoordelijkheden tussen de betrokken ministeries; in het bijzonder het ministerie van EL&I en het ministerie van VWS. In geval van een (dreigende) impasse verplaatst de besluitvorming zich volgens de brief naar de ministerraad.
Bekijk de brief van de Eerste Kamercommissies hier.
De commissies verzoeken de regering de door Bleker en Schippers gepresenteerde risicoanalysestructuur voor de aanpak van zoönosen te herbezien en alsnog te komen tot een definitieve verdeling van verantwoordelijkheden die in overeenstemming is met de motie Koffeman c.s.
Koffeman: “Het is bijzonder dat de Eerste kamer zo duidelijk maakt dat de unaniem gesteunde motie die vraagt om zoönosenbestrijding vanuit het ministerie van VWS, geen verder uitstel kan lijden. Volksgezondheidsbelangen mogen na gevaren als Q-koorts, MRSA, ESBL’s, EHEC en MKZ niet langer ondergeschikt blijven aan economische of andere belangen”.
Gerelateerd nieuws
Partij voor de Dieren: afwijzing burgerinitiatief dierproeven onterecht
Den Haag, 26 mei 2011 – De Partij voor de Dieren wil een debat met de voorzitter van de Kamercommissie voor de Burgeriniti...
Lees verderMotie Koffeman aangenomen met ruime meerderheid
Den Haag, 31 mei 2011 - De Eerste kamer heeft een motie van de Partij voor de Dieren aangenomen, die de regering verzoekt ...
Lees verderBlijf op de hoogte van het laatste landelijke nieuws
Abonneer op de nieuwsbrief