Partij voor de Dieren ontraadt opheffing Q-koorts­maat­re­gelen

Den Haag, 1 juli 2010 - De Partij voor de Dieren heeft minister Verburg vandaag laten weten dat het onverantwoord is de maatregelen te versoepelen die werden ingesteld na het uitbreken van de Q-koorts. Omdat de Q-koortsbacterie nog steeds in het milieu aanwezig is, en omdat over de werking van het vaccin nog veel onduidelijkheid is, zou het opheffen van het fok- en aanvoerverbod er volgens de partij toe kunnen leiden dat het aantal besmette geiten weer toeneemt. Hiermee stijgt ook de kans op ziektegevallen onder de bevolking.

Tijdens het overleg in de Tweede Kamer wees Kamerlid Esther Ouwehand erop dat de effectiviteit van het vaccin niet goed te meten is. De dieren die vorig jaar zijn gevaccineerd, zijn allemaal gedood en hebben geen nakomelingen gekregen die op de ziekte kunnen worden getest. Daarnaast kan niet geput worden uit eerdere ervaringen met toepassingen van het vaccin, omdat zowel de Q-koortsbacterie als de omvang van de epidemie in Nederland uniek zijn. Door de onzekerheid over de werking van het middel is niet duidelijk in welke mate het vaccin voorkomt dat besmette dieren de bacterie uitstoten, en zo andere dieren of mensen kunnen besmetten. De gewraakte bacterie komt vooral vrij bij abortussen en bevallingen van besmette geiten en schapen.

Wel is duidelijk dat geiten en schapen, ondanks het vaccin, alsnog besmet kunnen worden met de bacterie. Q-koortsbacteriën zijn namelijk nog altijd aanwezig in het milieu en kunnen de dieren (en mensen) infecteren. Wanneer er nu weer gefokt zou worden, bestaat de kans dat er tijdens het volgende lammerseizoen weer vele bacteriën uitgestoten worden. Dit kan weer nieuwe slachtoffers maken onder de bevolking. Met de versoepeling van de maatregelen riskeren de ministers volgens Ouwehand ook een tweede massale doding van geiten. Eind vorig jaar kostte dit al het leven aan ruim 40.000 drachtige geiten.

De Partij voor de Dieren vindt het daarom veel te vroeg voor het opheffen van het fok- en aanvoerverbod van geiten. ‘De snelheid waarmee de ministers de maatregelen die de volksgezondheid beschermen weer willen opheffen, staat in schril contrast met de traagheid waarmee de maatregelen er kwamen toen de epidemie de kop opstak. De mate van onzekerheid is in beide gevallen echter even groot. Het lijkt erop dat de belangen van de sector het weer winnen van de volksgezondheid’, aldus Ouwehand.

De Partij voor de Dieren dient vanavond een motie in die de ministers van LNV en Volksgezondheid oproept het fok- en aanvoerverbod te handhaven totdat er zekerheid is dat de volksgezondheid niet in gevaar wordt gebracht door het herbevolken van de stallen en het opnieuw fokken met de geiten. Ook wil de partij dat er een maximum wordt gesteld aan het aantal dieren waarmee herbevolkt kan worden. Tijdens de uitbraak van de Q-koorts bleek het grootste gevaar namelijk van de grote melkgeitenhouderijen af te komen.