Partij voor de Dieren wil scha­de­fonds slacht­offers dier­ziek­ten­crises

Marianne Thieme pleit vandaag tijdens het Kamerdebat over Q-koorts voor een landelijk schadefonds voor slachtoffers van dierziektencrises die veroorzaakt worden door de veehouderij. In het kader van ‘de vervuiler betaalt’ moet de veehouderijsector financiële steun geven aan het schadefonds. Daarnaast dringt de fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren aan op een parlementair onderzoek naar de manier waarop de rijksoverheid met de Q-koortsuitbraak is omgegaan.

Tijdens de Q-koortsuitbraak in 2007 overleden tenminste 25 mensen en tienduizenden mensen raakten besmet. Naar schatting dragen 300 mensen de bacterie nog bij zich en zij moeten permanent antibiotica gebruiken. Ongeveer duizend mensen hebben aan de besmetting het Q-koortsvermoeidheidssyndroom (QVS) overgehouden waardoor zij lijden onder chronische vermoeidheid.

De intensieve veehouderij zal ook in de toekomst uitbraken van ziekten blijven veroorzaken en een gevaar vormen voor de volksgezondheid. Slachtoffers van zoönosen (ziekten die van dier op mens overdraagbaar zijn) hebben het recht op een schadevergoeding. De Partij voor de Dieren wil dat slachtoffers individuele steun krijgen vanuit een landelijk fonds. Dit fonds moet worden gefinancierd door de veehouderijsector vanuit het ‘de vervuiler betaalt’ principe, waarbij de veroorzaker van de problemen de kosten moet betalen ter compensatie van de schade.

Thieme wil daarnaast een parlementair onderzoek waarbij duidelijk moet worden waarom het kabinet zo lang gewacht heeft met maatregelen om de Q-koortsuitbraak te voorkomen.

Marianne Thieme: “De volksgezondheid had voorop moeten staan in het beleid van de overheid, maar het lijkt erop dat economische belangen prevaleren. Er moet een parlementair onderzoek komen, de onderste steen moet boven komen”.