Staats­se­cre­taris schuift verant­woor­de­lijkheid voor dieren­welzijn af

Wanneer het op verbetering van dierenwelzijn aankomt, duikt staatssecretaris Van Dam steeds weg voor zijn verantwoordelijkheid. Hierop wijst de Partij voor de Dieren vandaag tijdens het debat over dierenwelzijn. Van Dam schuift zijn verantwoordelijkheid consequent af op consumenten, producenten en andere organisaties. Hij zegt telkens: “U moet voor verbeteringen in dierenwelzijn niet bij mij zijn.” De PvdD roept hem en de regering op dierenwelzijn niet langer aan de markt over te laten, maar om wettelijke normen en regels te stellen.

Staatssecretaris Van Dam (Economische Zaken) spreekt prachtige woorden over dierenwelzijn, maar als het aankomt op maatregelen wijst hij naar de producent, naar de consument, naar Europa, naar provincies. Voortdurend zegt hij: voor oplossingen moet u niet bij mij zijn, maar bij anderen.

Wanneer de Tweede Kamer vraagt om een plan van aanpak om kalveren langer bij de koe te houden, wanneer de Vlaamse minister van Dierenwelzijn Nederland aanspreekt op de aanpak van de illegale puppyhandel, wanneer tv-programma Rambam aantoont dat het dolfinarium een soort circus is en de roep om een verbod hierop toeneemt, loopt de staatssecretaris telkens weg voor zijn verantwoordelijkheid.

Tijdens het debat over dierenwelzijn op donderdag heeft PvdD-Kamerlid Frank Wassenberg de staatssecretaris opgeroepen om niet langer te wijzen naar anderen maar om verantwoordelijkheid te nemen. Wassenberg: “Als het om het verbeteren van het dierenwelzijn gaat, geeft de staatssecretaris niet thuis. Terwijl het de taak van de overheid is om invulling te geven aan de bescherming van dieren. De markt kent geen ethiek, voor de markt gelden de wetten van het geld. De overheid mag dierenwelzijn daarom nooit overlaten aan die markt. De staatssecretaris moet niet langer weglopen van zijn verantwoordelijkheid. Hij spreekt wel mooie woorden over dierenwelzijn, maar het wordt tijd dat hij daar ook naar handelt.”