Opinie: Veehou­derij zit op dood spoor

Gepubliceerd in Financieel Dagblad, 3 juni 2013

Het onlangs gepresenteerde rapport over duurzaamheid in de intensieve veehouderij geeft een schokkend beeld van de erfenis van Henk Bleker en zijn ambtsvoorgangers. Het rapport maakt pijnlijk duidelijk dat de bio-industrie in ons land een grote bedreiging vormt voor de natuur en de biodiversiteit. De veehouderij stoot meer broeikasgassen uit dan alle auto's, trucks, schepen, vliegtuigen en treinen samen. Volgens onderzoek van het WorldWatch instituut uit 2009 is de veehouderij wereldwijd verantwoordelijk voor 51% van de uitstoot.

Het is toe te juichen dat de overheid, de energiesector en milieubeweging de handen ineen geslagen hebben en komen met een plan tot een ongekende energiebesparing in 2014. Dit plan valt echter in het niet vergeleken bij de winst die te behalen is ten bate van dier, natuur, milieu, hongerbestrijding, voedselzekerheid, oceaanbescherming, conservering van het regenwoud en het klimaat als we minder dierlijke producten produceren.

Meer dan 40% van de wereldgraanoogst wordt letterlijk opgeslokt door de veehouderij, die een beslag legt op 80% van het landbouwareaal. Tussen augustus 2012 en vorige maand is 1.570 vierkante kilometer regenwoud verdwenen.

Het is prachtig om de verwarming een graadje lager te zetten, maar de echte wapens die consumenten in handen hebben zijn mes en vork. Wanneer we allemaal een dagje extra per week geen vlees zouden eten, zou dat de uitstoot van broeikasgassen net zoveel verminderen als wanneer er een miljoen auto's van de weg worden gehaald, berekende het Instituut voor Milieuvraagstukken (VU).

Als we allemaal twee dagen extra geen vlees eten, is de besparing aan broeikasgrassen net zo groot als wanneer we overschakelen op een zuinige koelkast en diepvriezer, een zuinige wasmachine, wasdroger en vaatwasser, het huis voorzien van dubbel glas, de gevel isoleren en een hoogrendementsketel aanschaffen.

Het is vreemd dat de overheid wél de vrijheid denkt te hebben om consumenten te verplichten over te stappen van gloei- naar spaarlampen, maar niet durft te stoppen met het indirect subsidiëren van vlees, vis, zuivel en eieren. Nu duidelijk is dat de intensieve veehouderij op een dood spoor zit en een bedreiging vormt voor natuur, milieu en volksgezondheid, zal een logische volgende stap moeten zijn dat de overheid die sector actief gaat inperken.

Er liggen plannen om de veehouderij alle vrijheid te bieden om in 2015 nog verder uit te breiden. Als onze toekomst ons lief is, moet dat met alle kracht worden voorkomen.

Marianne Thieme