Geen dierenleed voor mode


De Partij voor de Dieren wil Nederland vrij hebben van dons en bont. De vacht van een dier gebruiken voor mode kan echt niet meer. We hebben in 2021 in Nederland al gezorgd voor een verbod op het houden van nertsen voor bont. Gelukkig is er vanaf 2024 een nertsenfokverbod in Nederland. Maar dat is nog niet genoeg. In andere landen zorgt de productie van angorawol bijvoorbeeld voor dierenleed bij angorakonijnen. En ganzen en eenden worden levend geplukt voor dons. Dieren en hun vacht zijn geen (mode)accessoire.

Een totaalverbod op bont
De Partij voor de Dieren wil een totaalverbod op de productie, de import en handel van alle soorten bont. Zolang dit verbod er nog niet is en de verkoop van bont nog doorgaat, moeten er verplichten etiketten op bont komen. Op deze manier is duidelijk te zien of er sprake is van echt bont. Bont is tegenwoordig niet meer zo duur waardoor de kans dat er bont in kleding is verwerkt (vaak afkomstig van honden, katten of wasbeerhonden) groter is geworden. Mensen weten daardoor vaak niet dat er echt bont gebruikt is voor de artikelen die zij kopen. De regering moet daarom een plan van aanpak opstellen, zodat er verplicht etiketten moeten komen op alle artikelen waarin bont is verwerkt. De Partij voor de Dieren is niet tegen het gebruik van nepbont, maar dan moet het wel 100% zeker zijn dat het nep is. De grens ligt bij het gebruik van dieren. We zijn tegen het fokken en doden van dieren voor hun vacht.

Bont uit het buitenland
De Partij voor de Dieren is bekend met de bontindustrie in het buitenland. Het is vreselijk wat dieren wordt aangedaan. Jaarlijks worden zo'n 2 miljoen honden en katten op afschuwelijke wijze gedood voor hun vacht. Een importverbod op honden- en kattenbont is gelukkig per 1 januari 2009 van kracht. Doordat het in Europa niet meer geïmporteerd mag worden, is het veel minder aantrekkelijk om honden en katten te vangen, fokken en doden voor hun vacht.

De vacht van andere gefokte en gedode dieren zoals wasbeerhonden mag helaas nog steeds ingevoerd en verkocht worden in Europa. Wasbeerhondenbont is vaak verwerkt in bontkragen of als randen aan kleding die in Nederland verkocht worden.

Helaas ontbreekt in landen waar dit bont vandaan komt elke vorm regelgeving op het gebied van dierenwelzijn en komt er veel dierenmishandeling voor. De Partij voor de Dieren heeft in de Tweede Kamer al vaak gewezen op het gebrekkige dierenwelzijnsbeleid in bijvoorbeeld China en pleit in de Tweede Kamer om hiermee rekening te houden in contacten met China. Daarnaast pleit de Partij voor de Dieren ook voor een internationaal verbod op de zeehondenjacht en de import van zeehondenbont.

Fokken van dieren voor leer
De Partij voor de Dieren is tegen het fokken van dieren speciaal voor leer, net zoals wij tegen bont zijn. Het is onnodig en onacceptabel om dieren alleen voor hun vacht of huid te houden en te doden. Leer is in veel gevallen een bijproduct van de intensieve veehouderij. Het overgrote deel van het leer in Nederland komt uit de vleesindustrie. Voornamelijk van runderen, varkens, paarden, geiten, schapen en lammeren.

Het gebruik van leer als bijproduct van de vleesindustrie versterkt de positie van deze industrie. Alternatieven voor leer moeten daarom gestimuleerd worden. Uit het eindproduct, zoals een paar schoenen, een riem of een leren jas, is meestal niet meer af te leiden waar het leer vandaan komt en welk leven het dier heeft gehad. Wij vinden daarom dat er ook op leren producten etiketten moeten komen, zodat de herkomst duidelijk is.

Dons
Het levend plukken van onder andere ganzen is de Partij voor de Dieren een doorn in het oog. Wij willen een Europees importverbod op dons afkomstig van levend geplukte dieren, waaronder ganzen. Ook wil de partij etikettering van dons zodat duidelijk is waar het dons vandaan komt en onder welke omstandigheden het is geproduceerd.

Al sinds haar aantreden in de Tweede Kamer is de Partij voor de Dieren in discussie met andere partijen over de herkomst van dons in Nederlandse kussens en dekbedden. Nog steeds worden in Nederland producten met dons verkocht waarvoor levende dieren zoals ganzen geplukt zijn. Het plukken van ganzen gebeurt door levende ganzen klem te zetten en de donsveertjes uit de huid te trekken.

Wol
Schapen scheren is van nature helemaal niet nodig, omdat zij net als honden en katten, ruien. Het scheren hoefde dus oorspronkelijk helemaal niet, maar omdat mensen schapen zo hebben gefokt moet het nu wel gebeuren.

Aan de productie van verschillende soorten wol kleeft ernstig dierenleed. Zo wordt de vacht van angorakonijnen met geweld van het levende dier getrokken, geschoren of geknipt. Dit veroorzaakt hevige pijnen. Bij schapen vindt vaak mulesing plaats: het zonder verdoving wegsnijden van de huid rondom de staart. Om te voorkomen dat vliegen eitjes leggen in dit gebied. Dit veroorzaakt een open wond en enorm veel pijn. Mulesing wordt vaak tegelijkertijd gedaan met het afknippen van de staarten en castratie, wat ook zonder verdoving gebeurt.

Nederlandse wol wordt bijna niet meer gebruikt door de kledingindustrie. Waardoor er jaarlijks 1,5 miljoen kilo wol in de prullenbak verdwijnt. Merinowol is veel populairder omdat het een fijnere structuur heeft en niet kriebelt. Zeker 80 procent van de Merinowol die in Nederlandse kleding of schoenen gebruikt wordt komt uit Australië waar mulesing vaak voorkomt.

Het standpunt Geen dierenleed voor mode is onderdeel van: Dierenrechten

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer