Kamervragen aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de aan stukken gesneden, aangestrande bruinvissen
Indiendatum: feb. 2009
Vragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over aan stuk gesneden, aangestrande bruinvissen
- Kent u de berichten ‘Beloning voor tip over verminkte bruinvissen’1 en ‘Bruinvisprobleem is op te lossen’ ? 2
- Kunt u een overzicht geven van uw acties naar aanleiding van de aanbevelingen uit het rapport “Kamervraag discards in de Nederlandse visserij, oktober 2007” over bijvangsten van bruinvissen in visnetten? En kunt u daarbij concreet aangeven wat de resultaten zijn van de onderzoeken naar gestrande bruinvissen, een waarnemingsprogramma op schepen en het ontwikkelen van methoden die de bijvangsten van bruinvissen te verminderen? Zo neen, waarom niet?
- Kunt u aangeven hoe de constatering van onderzoekers van het NIOZ, IMARES, Naturalis en de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht dat 25 tot 50 procent van de dood op het strand aangespoelde bruinvissen is verdronken in een vistuig en dat dit waarschijnlijk staandwant is, zich verhoudt tot de status van deze dieren, die nota bene op de Rode Lijst van bedreigde zeezoogdieren staan en daarmee ook wettelijk beschermd zijn ingevolge de Flora- en faunawet? Zo ja, kunt u aangeven welke acties u dientengevolge gaat ondernemen? Zo neen, waarom niet?
- Hoe oordeelt u de kritische kanttekeningen van visserijbioloog D. Boddeke over de werking van zogenaamde pingers (geluidsbronnen) om bruinvissen te verjagen2?
- Welke mogelijkheden ziet u om te achterhalen wie deze bruinvissen heeft verminkt en maatregelen te treffen tegen het stuksnijden van bruinvissen die als bijvangst worden gevangen?
1 http://www.hartvannederland.nl/localitem/17946/Beloning_voor_tip_over_verminkte_bruinvissen
2 Visserij Nieuws ‘Bruinvisprobleem is op te lossen”, 16-01-2009
Indiendatum:
feb. 2009
Antwoorddatum: 9 mrt. 2009
Geachte Voorzitter,
Hierbij stuur ik u de antwoorden op de vragen van het lid Ouwehand (PvdD) over de aan stukken gesneden, gestrande bruinvissen.
1
Kent u de berichten ‘Beloning voor tip over verminkte bruinvissen’ en ‘Bruinvisprobleem is op te lossen’?
Ja.
2
Kunt u een overzicht geven van uw acties naar aanleiding van de aanbevelingen uit het rapport “Kamervraag discards in de Nederlandse visserij, oktober 2007” over bijvangsten van bruinvissen in visnetten? En kunt u daarbij concreet aangeven wat de resultaten zijn van de onderzoeken naar gestrande bruinvissen, een waarnemingsprogramma op schepen en het ontwikkelen van methoden om de bijvangsten van bruinvissen te verminderen?
Zo nee, waarom niet?
Met ingang van 2008 is een meerjarig onderzoek gestart naar het voorkomen van bruinvissen in de Nederlandse wateren. Het onderzoek kent drie onderdelen:
1) Het voorkomen in ruimte en tijd van bruinvissen in de Noordzee (op basis van vliegtuig-surveys).
2) Voedselanalyses, die mogelijk een verklaring kunnen geven voor het voorkomen van de bruinvissen in de Nederlandse kustzone.
3) Veterinair pathologen van de universiteit van Utrecht zullen de doodsoorzaak van gestrande bruinvissen trachten te bepalen.
Daarnaast heb ik bij de beantwoording van de vragen bij de Begrotingsbehandeling 2008 (Kamerstuk 2008-2009, 31700 XIV, nr. 14, van 24 november 2008 Vraag en Antwoord 237) de Kamer toegezegd dat ik in de loop van 2009 een ‘state of the art’ rapportage over bruinvisonderzoek aan de Kamer zal toezenden. Ik zal daarin aangeven welke maatregelen ik voornemens ben te treffen met betrekking tot de onderhavige problematiek.
3
Kunt u uiteenzetten hoe de constatering van onderzoekers van het NIOZ, IMARES, Naturalis en de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht dat 25 tot 50 procent van de dood op het strand aangespoelde bruinvissen is verdronken in een vistuig en dat dit waarschijnlijk staand want is, zich verhoudt tot de status van deze dieren, die nota bene op de Rode Lijst van bedreigde zeezoogdieren staan en daarmee ook wettelijk beschermd zijn ingevolge de Flora- en faunawet? Zo ja, kunt u aangeven welke acties u dientengevolge gaat ondernemen? Zo nee, waarom niet?
Nederland is gecommitteerd aan een goede bescherming van zeezoogdieren volgens de Habitatrichtlijn (92/43/EEG) en het ASCOBANS-verdrag (Agreement on the Conservation of Small Cetaceans of the Baltic and North Seas). De bescherming van de bruinvis is nationaal verankerd in de Flora- en faunawet.
In het kader van het ASCOBANS-verdrag heeft Nederland afgesproken om het percentage bijvangsten terug te brengen tot maximaal 1,7% van de best beschikbare schatting van de populatie en te pogen dit tot minder dan 1% terug te brengen. Daartoe is het noodzakelijk om zowel de populatiegrootte als de bijvangsten te kennen. Dit zal worden uitgezocht in het in antwoord 2 genoemde meerjarige onderzoek.
Bij de aanbieding van de voornoemde ‘state of the art’-rapportage zal ik aangeven welke maatregelen ik voornemens ben te treffen om de bijvangsten te verminderen en bij voorkeur te voorkomen (bijvoorbeeld met pingers). Daarbij zal ik ook kijken naar de uitvoerbaarheid van de maatregelen.
Wat betreft de staandwant-visserij blijkt uit onderzoek van IMARES uit 2008 geen aantoonbare relatie tussen de activiteiten van de gereguleerde, bedrijfsmatige staandwant-visserij en de aantallen dood aangetroffen bruinvissen. Bij reguliere controles van de AID op Nederlandse boomkorkotters zijn tot op heden hoegenaamd geen bruinvissen als bijvangst aangetroffen, noch bij controles op (recreatieve) visserij vanaf de kust.
4
Hoe beoordeelt u de kritische kanttekeningen van visserijbioloog D. Boddeke over de werking van zogenaamde pingers (geluidsbronnen) om bruinvissen te verjagen? 2)
Ik beoordeel de kritische kanttekeningen van de heer D. Boddeke als informatief. Deze zullen worden meegenomen bij het opstellen van de ‘state of the art’-rapportage die in het antwoord op vraag 2 genoemd is.
5
Welke mogelijkheden ziet u om te achterhalen wie deze bruinvissen heeft verminkt en om maatregelen te treffen tegen het stuksnijden van bruinvissen die als bijvangst worden gevangen?
Er is een onderzoek gestart naar de herkomst van de gestrande dieren. Het betreft dan zowel de dieren waarvan vermoed wordt dat zij als bijvangst zijn gevangen, als ook de dieren waarvan dat vaststaat.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Interessant voor jou
Kamervragen aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over haar onjuiste uitspraken met betrekking tot de registratie van de import en fok van kleine huisdieren
Lees verderKamervragen aan de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Volksgezondheid Ruimtelijke Ordening en Milieu over reductie de vleesconsumptie als onderdeel van het Europese klimaatbeleid
Lees verder