Kamer­vragen aan de minister van Landbouw, Natuur en Voed­sel­kwa­liteit over subsidie aan varkens­houders via de opslag­re­geling

Indiendatum: feb. 2008
Antwoorddatum: 3 mrt. 2008

1
Kent u het bericht ‘mogelijk nieuwe particuliere opslagregeling vlees’ ?

Ja.

2
Deelt u de mening dat overheidsingrijpen in de markt noodzakelijk is om de vleesprijzen kunstmatig te beïnvloeden? Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet en hoe verhoudt zich dit tot de diverse regelingen en subsidies die door de Europese Unie worden ingezet om marktmechanismen te beïnvloeden?

De vooruitzichten voor varkensvleesprijzen voor het komende half jaar zijn vrij gunstig. Ik zie daarom op dit moment weinig reden om in te grijpen in de markt. Ik heb mij daarom ook niet aangesloten bij het pleidooi om een nieuwe particuliere opslagregeling voor varkensvlees te introduceren. Zoals ik uw Kamer op 12 november jl. schreef in antwoord op vragen van het lid Van Velzen over particuliere opslag van varkensvlees, ben ik van oordeel dat het inspelen op marktontwikkelingen primair een verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven zelf is (TK 2007–2008, aanhangsel handelingen nr. 646).

3 en 5
Acht u het een taak van de Nederlandse overheid om marktverstorende subsidies te bepleiten voor vlees waarvan bekend is dat de productie ervan grote maatschappelijke kosten en milieuproblemen met zich meebrengt? Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet en welk beleid gaat u hierop voeren tijdens uw ambtstermijn?
Deelt u de mening dat het stoppen van opslag- en subsidieregelingen voor de gangbare vee- en vleessector mogelijkheden biedt om te komen tot een sanering van een sector waarvan voormalig staatssecretaris Van Geel gezegd heeft dat vlees het meest vervuilende onderdeel van het voedselpakket vormt ? Zo ja, op welke wijze gaat u dat beleid vormgeven en binnen welke termijn? Zo neen, waarom niet?

Beide vragen stelde u mij in vergelijkbare vorm op respectievelijk 24 juli 2007 en 7 september 2007. Ik verwijs u dan ook naar mijn antwoorden op die vragen (TK 2006-2007, aanhangsel handelingen nr. 2582, respectievelijk TK 2007-2008, aanhangsel handelingen nr. 128). Zie verder mijn antwoord op vraag 2.

4
Hoe verhoudt uw pleidooi voor interventie in de vrije markt zich tot uw regelmatige terugkerende pleidooien voor marktwerking en zelfregulering in de agrarische sector?

Het kennelijke pleidooi van vertegenwoordigers van de Nederlandse varkenssector waarnaar u in het door u aangehaalde krantenartikel verwijst, houdt u ten onrechte voor mijn pleidooi. Ik heb geen pleidooi gehouden voor een particuliere opslagregeling voor varkensvlees en ben ook niet voornemens om dat te doen.

6
Acht u steun, opslag en subsidieregelingen voor de gangbare vleessector in overeen¬stemming met het ‘de vervuiler betaalt’-principe? Zo ja, waarom? Zo neen, bent u bereid af te zien van verdere lobby voor een nieuwe particuliere opslagregeling varkensvlees en op welke termijn?

Over de rol van het ‘vervuiler betaalt principe’ in relatie tot vleesproductie en -consumptie stelde u op 23 augustus 2007 een serie vragen aan de ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM), Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), die door minister Cramer mede namens minister Klink en mij zijn beantwoord. Ik verwijs u naar die antwoorden (TK 2007-2008, aanhangsel handelingen nr. 133). Voor het tweede deel van uw vraag, verwijs ik naar het antwoord op vraag 4.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg