Kamervragen aan de minister van LNV over herten op luchthaven Istanbul
Indiendatum: nov. 2007
Vragen van het lid Thieme van de Partij voor de Dieren aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
1. Kent u het bericht 'Hertjes weken vast op Turks vliegveld' (1)?
2. Deelt u de mening dat de herten de dupe zijn geworden van een handelsconflict tussen Nederland en Turkije? Zo ja, welke verantwoordelijkheid wilt u hierin nemen en welke consequenties verbindt u hieraan? Zo neen, waarom niet en kunt u aangeven wat hier dan wel gaande is?
3. Kunt aangeven op welke wijze dit voorkomen had kunnen worden door uw departement of de VWA?
4. Kunt u aangeven of de VWA de correcte beslissing heeft genomen door een exportvergunning af te geven voor de dieren? Wanneer is dat gebeurd en op welke gronden?
5. Kunt u aangeven welke partijen onjuist hebben gehandeld in het laten ontstaan van deze situatie en op welke wijze zij ter verantwoording worden geroepen?
6. Was het de VWA bekend dat Turkije Nederlandse dieren weigert op basis van verdenking van BSE besmetting? Had die informatie bij de VWA bekend kunnen zijn op grond van andere gevallen?
7. Is het waar dat dieren vanuit Turkije niet mogen worden ge(re)ïmporteerd met het oog op mogelijke MKZ besmetting? Zo ja, welke stappen gaat u ondernemen om deze situatie in de toekomst te voorkomen? Zo neen, zijn er dan belemmeringen de dieren terug te laten komen naar Nederland?
8. Is een dergelijk importverbod ook van kracht wanneer de dieren in Nederland eerst in quarantaine gehouden worden en bent u in dat geval bereid en in staat de exporteur tot een dergelijke maatregel te verplichten?
9. Had vervoerder DHL moeten of kunnen weten dat Turkije de dieren zou kunnen weigeren op grond van verdenking van mogelijke BSE besmetting? Had op die basis de exportvergunning mogen worden afgegeven?
10. Bent u bereid zich in te zetten voor het terughalen van de herten om zo te voorkomen dat zij worden gedood? Zo ja, op welke wijze en binnen welke termijn? Zo neen, waarom niet en hoe verhoudt zich dat tot artikel 36 van de Gezondheids- en Welzijns Wet voor dieren?
11. Kunt u aangeven hoe u deze misstand in de toekomst zal voorkomen en welke procedures en toetsingskaders u hiervoor gaat ontwikkelen?
12. Bent u in staat en bereid de exporteur aansprakelijk te stellen voor het door hem veroorzaakte dierenleed? Zo ja, op welke wijze? Zo neen, waarom niet?
13. Kunt u, gezien de ernst van de situatie en de noodzaak tot een snelle oplossing, bovenstaande vragen binnen vier dagen beantwoorden?
(1) Telegraaf 03-11-07
Indiendatum:
nov. 2007
Antwoorddatum: 21 nov. 2007
Geachte Voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Thieme (PvdD) over in beslag genomen herten.
1
Kent u het bericht 'Hertjes weken vast op Turks vliegveld'?
Ja.
2
Deelt u de mening dat de herten de dupe zijn geworden van een handelsconflict tussen Nederland en Turkije? Zo ja, welke verantwoordelijkheid wilt u hierin nemen en welke consequenties verbindt u hieraan? Zo neen, waarom niet en kunt u aangeven wat hier dan wel gaande is?
Nee. Er is geen sprake van een handelsconflict, hooguit van een incident. Voor een nadere analyse zie onder 3.
Dinsdag (13 november) jl. zijn de herten alsnog toegelaten.
3
Kunt aangeven op welke wijze dit door u of de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) voorkomen had kunnen worden?
4
Kunt u aangeven of de VWA een correcte beslissing heeft genomen door een exportvergunning af te geven voor de dieren? Wanneer is dat gebeurd en op welke gronden?
5
Kunt u aangeven welke partijen onjuist hebben gehandeld in het laten ontstaan van deze situatie? Op welke wijze worden zij ter verantwoording geroepen?
De vijf hertjes maakten onderdeel uit van een zending van gekweekte dieren afkomstig van een bedrijf in Nederland. De hertjes, samen met 20 konijnen en 1 wallibi, waren bestemd voor een dierentuin. Van de hertjes is via DHL (de vervoerder) bericht ontvangen dat ze zijn tegengehouden vanwege de BSE-status van Nederland.
Voor dieren bestemd voor een dierentuin bestaan geen bilaterale bindende afspraken tussen de overheden van Turkije en Nederland. De VWA geeft geen exportvergunningen af. De VWA is de certificerende instantie.
Deze zending werd vergezeld van een zogeheten verzoekcertificaat. Dat is een certificaat dat aangedragen wordt door een belanghebbende exporteur en is geen bindend certifi¬caat waarvan de veterinaire garanties door de Nederlandse Chief Veterinary Officer (CVO) afgestemd zijn met zijn Turkse collega.
De VWA beoordeelt alleen de inhoud van het verzoekcertificaat en beslist op inhoudelijke gronden of het afgegeven kan worden. In het onderhavige geval is geconstateerd dat het certificaat kon worden afgegeven. Deze werkwijze is conform bestaande afspraken tussen de Nederlandse overheid en bedrijfsleven over het afgeven van verzoekcertificaten.
Het is bij verzoekcertificering niet nodig en niet gebruikelijk dat de VWA nagaat of de autoriteiten van het derde land inderdaad ingestemd hebben met het betrokken certifi¬caat. Dit is de verantwoordelijkheid van diegene die verzoekcertificering aanvraagt, in dit geval de belanghebbende exporteur. De aanvankelijke weigering van Turkse zijde de herten binnen te laten, duidt er op dat er geen of onvoldoende afstemming is geweest.
Ik zal de aanbieders van verzoekcertificaten bij de export van levende dieren nadrukkelijk gaan wijzen op hun verantwoordelijkheid in deze.
Ik heb niet vastgesteld dat de VWA onjuist heeft gehandeld.
6
Was het de VWA bekend dat Turkije Nederlandse dieren weigert op basis van een verdenking van BSE-besmetting? Had die informatie bij de VWA bekend kunnen zijn op grond van andere gevallen?
Ja, de informatie dat Turkije bepaalde levende dieren niet toelaat vanwege de BSE-status van Nederland was bij de VWA bekend.
7
Is het waar dat dieren vanuit Turkije niet mogen worden ge(re)ïmporteerd met het oog op mogelijke MKZ-besmetting? Zo ja, welke stappen gaat u ondernemen om deze situatie in de toekomst te voorkomen? Zo neen, zijn er dan belemmeringen de dieren terug te laten komen naar Nederland?
8
Is een dergelijk importverbod ook van kracht wanneer de dieren in Nederland eerst in quarantaine gehouden worden? Bent u in dat geval bereid en in staat de exporteur tot een dergelijke maatregel te verplichten?
9
Had vervoerder DHL moeten of kunnen weten dat Turkije de dieren zou kunnen weigeren op grond van een verdenking van mogelijke BSE-besmetting? Had op die basis de exportvergunning mogen worden afgegeven?
10
Bent u bereid zich in te zetten voor het terughalen van de herten om zo te voorkomen dat zij worden gedood? Zo ja, op welke wijze en binnen welke termijn? Zo neen, waarom niet en hoe verhoudt zich dat tot artikel 36 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren?
De vervoerder DHL had geen verantwoordelijkheid na te gaan of Turkije de zending zou kunnen weigeren. Zoals al eerder aangegeven ligt deze verantwoordelijkheid bij de aanvrager van het verzoek certificaat.
Import van levende herkauwers uit Turkije is in de gehele EU niet toegestaan. Dit is gebaseerd op de dierziektesituatie in Turkije, inclusief het endemisch voorkomen van MKZ. Eventuele retourzendingen kunnen alleen naar een EU-grenspost gebracht worden om daar te worden gedood en ter destructie te worden aangeboden.
Omdat terughalen van de dieren geen optie is, heb ik mij vooral ingezet om met de Turkse autoriteiten een andere oplossing te zoeken. Dat is gelukt: de herten zijn inmiddels toegelaten.
Vervolgens is er een nieuwe discussie ontstaan over de certificering van de 20 konijnen die deel uitmaakten van de eerder genoemde zending. Ook hiervoor probeer ik een oplossing te vinden.
Los van het feit dat terughalen van de herten in dit geval zinloos zou zijn, kan ik een exporteur niet verplichten dieren terug te brengen wanneer ze in een derde land geweigerd worden.
11
Kunt u aangeven hoe u deze misstand in de toekomst zal voorkomen en welke procedures en toetsingskaders u hiervoor gaat ontwikkelen?
Ik zal de VWA opdragen bij verzoekcertificering van levende dieren de exporteurs nadrukkelijk op hun verantwoordelijkheid te wijzen. In geval van twijfel zal contact met het betrokken land worden opgenomen.
12
Bent u in staat en bereid de exporteur aansprakelijk te stellen voor het door hem veroorzaakte dierenleed? Zo ja, op welke wijze? Zo neen, waarom niet?
Nee, ik heb daartoe geen mogelijkheid.
13
Kunt u, gezien de ernst van de situatie en de noodzaak tot een snelle oplossing, bovenstaande vragen binnen vier dagen beantwoorden?
Er is voortvarend gewerkt aan een snelle beantwoording van uw vragen en vooral aan de oplossing zoals boven gemeld.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Interessant voor jou
Kamervragen aan de ministers van Justitie en LNV over controle op vakbekwaamheid bij gebruik schietmaskers door veehandelaren
Lees verderKamervragen aan de minister van LNV over methoden voor het vangen van inktvis
Lees verder