Kamervragen aan de minister van LNV over het fokbeleid van kinderboerderijen
Indiendatum: mei 2009
1. Hoe beoordeelt u de gevolgen van het huidige fokbeleid op een groot deel van de Nederlandse kinderboerderijen, waardoor veel dieren overtollig raken ten gevolge van de vraag naar jonge dieren in het voorjaar1?
2. Hoe verhoudt het fokken en vervolgens afdanken van jonge dieren zich tot de educatieve functie die u kinderboerderijen toedicht in uw beleid op het gebied van natuur- en milieueducatie?
3. Bent u bereid een inventarisatie uit te voeren naar de wijze waarop Nederlandse kinderboerderijen vormgeven aan hun fok- en transactiebeleid? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn? Zo neen, waarom niet?
4. Bent u bereid richtlijnen op te stellen voor het fok- en transactiebeleid op kinderboerderijen? Zo ja, welke? Zo neen, kunt u dit toelichten?
5. Hoe beoordeelt u de berichten over het overvoeren van dieren op kinderboerderijen als gevolg van onwetendheid bij bezoekers en onvoldoende toezicht door de dierverzorgers en beheerders2? Welke maatregelen zijn volgens u nodig om dit te voorkomen?
6. Wat is de stand van zaken met betrekking tot uw toezegging om contact op te nemen met de SKBN en de VMK om hen te informeren over de mogelijkheden om kinderboerderijen diervriendelijk in te richten3 ? Bent u voornemens hierbij tevens in te gaan op de noodzaak van een diervriendelijk fokbeleid en maatregelen tegen het overvoeren van dieren door bezoekers? Zo neen, kunt u dit toelichten?
1 www.trouw.nl/groen/nieuws/natuur/article2752189.ece/Lammetjes_van_kinderboerderij_eindigen_bij_de_slacht.html
2 www.ed.nl/regio/eindhovenregio/4822464/Geitjes-overleden-na-overmatig-voeren.ece
3 Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 20 487, nr. 33
Indiendatum:
mei 2009
Antwoorddatum: 15 jul. 2009
Geachte Voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op vragen van het lid Ouwehand (PvdD) over het fokbeleid van kinderboerderijen.
Vraag 1 en 2
Hoe beoordeelt u de gevolgen van het huidige fokbeleid op een groot deel van de Nederlandse kinderboerderijen, waardoor veel dieren overtollig raken ten gevolge van de vraag naar jonge dieren in het voorjaar?
Hoe verhoudt het fokken en vervolgens afdanken van jonge dieren zich tot de educatieve functie die u kinderboerderijen toedicht in uw beleid op het gebied van natuur- en milieueducatie?
Antwoord
Het fokbeleid is de verantwoordelijkheid van de kinderboerderijen. Uit navraag bij de Stichting Kinderboerderijen Nederland blijkt dat kinderboerderijen een tekort aan plaatsingsruimte oplossen door onderlinge ruil van dieren en door het afzetten aan derden. Van deze dieren zullen er ook dieren worden geslacht. Dit is een normale en toegelaten werkwijze die zich in mijn ogen niet verzet tegen de educatieve functie van kinderboerderijen.
Vraag 3 en 4
Bent u bereid een inventarisatie uit te voeren naar de wijze waarop Nederlandse kinderboerderijen hun fok- en transactiebeleid vormgeven? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid richtlijnen op te stellen voor het fok- en transactiebeleid op kinderboerderijen? Zo ja, welke? Zo nee, kunt u dit toelichten?
Antwoord
Nee, ik zie daar geen reden toe.
Vraag 5
Hoe beoordeelt u de berichten over het overvoeren van dieren op kinderboerderijen als gevolg van onwetendheid bij bezoekers en onvoldoende toezicht door de dierverzorgers en beheerders? 2) Welke maatregelen zijn volgens u nodig om dit te voorkomen?
Antwoord
Ik heb kennisgenomen van de berichtgeving en betreur het dat er enkele geitjes zijn doodgegaan. Het is de verantwoordelijkheid van de kinderboerderijen om te zorgen voor de juiste voeding. Ik heb er vertrouwen in dat kinderboerderijen hier zorgvuldig mee omgaan. Het is belangrijk dat kinderboerderijen meestal vrij toegankelijk zijn voor het publiek. Juist het contact tussen kinderen en volwassenen met de dieren draagt bij aan de educatieve functie van kinderboerderijen. Daarbij is een zeker risico voor de dieren helaas niet volledig te voorkomen.
Vraag 6
Wat is de stand van zaken met betrekking tot uw toezegging om contact op te nemen met de SKBN en de VMK om hen te informeren over de mogelijkheden om kinderboerderijen diervriendelijk in te richten? 3) Bent u voornemens hierbij tevens in te gaan op de noodzaak van een diervriendelijk fokbeleid en maatregelen tegen het overvoeren van dieren door bezoekers? Zo nee, kunt u dit toelichten?
Antwoord
Ik verwijs u naar mijn brief aan de SKBN van 3 juni jl.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Interessant voor jou
Kamervragen aan de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Binnenlandse Zaken over ministers in duurdere auto’s
Lees verderKamervragen aan de ministers van VWS en VROM over het toelatingstraject biociden
Lees verder