Kamer­vragen aan de minister van LNV over het houden van grote vogels als oehoes


Indiendatum: feb. 2010

Vragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het houden van grote vogels als oehoes

1. Bent u ervan op de hoogte dat voor de tweede keer in korte tijd een “tamme” oehoe is ontsnapt, ditmaal tijdens een vogelshow op een attractiepark1 ?

2. Wat vindt u van het houden van grote vogels zoals oehoe’s en zeearenden, gelet op het welzijn van deze dieren en hun behoefte natuurlijk gedrag te vertonen, zoals vliegen?

3. Deelt u de mening dat met het oog op het welzijn van vogels dient te worden voorzien in de behoefte om te vliegen? Zo ja, hoe denkt u te kunnen waarborgen dat aan deze belangrijke natuurlijke gedragsbehoefte tegemoet wordt gekomen, met name wanneer het gaat om grote vogels met een spanwijdte van anderhalve meter? Zo neen, hoe verhoudt uw mening zich tot uw uitgangspunten in de Nota Dierenwelzijn, waarin u stelt dat de behoefte van dieren aan een natuurlijk soorteigen gedragspatroon gerespecteerd moet worden en dat de grenzen van het adaptatievermogen van het dier niet mogen worden overschreden?

4. Deelt u de zorg van het betreffende attractiepark -Wonderwereld Zoo in Ter Apel- dat de ontsnapte oehoe het niet lang zal uithouden in het wild omdat het dier niet gewend is zelf zijn prooi te vangen? Zo ja, hoe beoordeelt u het handelen van het attractiepark, zowel voor wat betreft het houden van deze dieren als het organiseren van vogelshows?

5. Erkent u de spanning die bestaat tussen de natuurlijke gedragsbehoeften van (grote) vogels, zoals het kunnen vliegen en bejagen van prooi, en de onvermijdelijke beperkingen die het leven in gevangenschap voor deze dieren met zich meebrengt? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo neen, waarom niet?

6. Bent u van mening dat vogelshows als amusement bijdragen aan het vergroten van het inzicht in en het vergroten van het respect voor het natuurlijke gedrag en de daaraan gerelateerde behoeften van dieren in hun omgeving? Zo ja, kunt u toelichten waar u die mening op baseert? Zo neen, welke consequenties verbindt u hieraan?

7. Kunt u een overzicht geven van het aantal vogelshows dat jaarlijks plaatsvindt, het soort vluchten en de manier waarop de vogels worden getraind, het aantal vogels dat hiervoor wordt gebruikt, de leeftijd van deze vogels en de hoogte van de uitval onder de vogels, zowel door sterfte als door vermissing?

8. Kunt u uiteenzetten welke richtlijnen er gelden voor het houden van vogelshows en door wie deze zijn opgesteld? Acht u deze richtlijnen voldoende om het welzijn van de vogels te waarborgen? Zo ja, kunt u dit toelichten?

9. Kunt u inzicht geven in zowel het aantal (grote) vogels dat in Nederland door particulieren wordt gehouden en de herkomst van en handel in deze dieren? Zo neen, waarom heeft u geen zicht op het houden van en handelen in vogels in ons land?

1 http://www.trouw.nl/groen/nieuws/article2991708.ece/Oehoe_knijpt_er_tussenuit.html

Indiendatum: feb. 2010
Antwoorddatum: 23 mrt. 2010

Geachte Voorzitter,

Hierbij stuur ik u de antwoorden op vragen van het lid Ouwehand (PvdD) over het houden van grote vogels als oehoes.


Vraag 1
Bent u ervan op de hoogte dat voor de tweede keer in korte tijd een “tamme” oehoe is ontsnapt, ditmaal tijdens een vogelshow op een attractiepark?)

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Wat vindt u van het houden van grote vogels zoals oehoe’s en zeearenden, gelet op het welzijn van deze dieren en hun behoefte natuurlijk gedrag te vertonen, zoals vliegen?

Vraag 3
Deelt u de mening dat met het oog op het welzijn van vogels dient te worden voorzien in de behoefte om te vliegen? Zo ja, hoe denkt u te kunnen waarborgen dat aan deze belangrijke natuurlijke gedragsbehoefte tegemoet wordt gekomen, met name wanneer het gaat om grote vogels met een spanwijdte van anderhalve meter? Zo nee, hoe verhoudt die mening zich tot uw uitgangspunten in de Nota dierenwelzijn, waarin u stelt dat de behoefte van dieren aan een natuurlijk soorteigen gedragspatroon gerespecteerd moet worden en dat de grenzen van het adaptatievermogen van het dier niet mogen worden overschreden?

Vraag 5
Erkent u de spanning die bestaat tussen de natuurlijke gedragsbehoeften van (grote) vogels, zoals het kunnen vliegen en bejagen van prooi, en de onvermijdelijke beperkingen die het leven in gevangenschap voor deze dieren met zich meebrengt? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 2,3 en 5
Wanneer mensen deze grote vogels willen houden, dan dienen zij zich bewust te zijn van de natuurlijke behoeften van deze dieren en zorg te dragen voor hun welzijn.

Het is hun verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat het welzijn van de vogels is geborgd en zij onder meer voldoende kunnen vliegen, zoals dat het geval is wanneer de dieren gehuisvest zijn in een vluchtkooi of door specialisten zijn getraind voor een gecontroleerde vrije vlucht. Door vrij te kunnen vliegen tijdens een show kan het dier dit natuurlijke gedrag ontplooien. Het dier jaagt niet zelf op een prooi, maar tijdens een show kan dit wel nagebootst worden.

Momenteel wordt gewerkt aan een ongeriefanalyse bij gezelschapsdieren. Om meer zicht te krijgen op het welzijnsaspect bij het houden van vogels wordt in die analyse een hoofdstuk over roofvogels en uilen opgenomen.

Vraag 4
Deelt u de zorg van het betreffende attractiepark Wonderwereld Zoo in Ter Apel dat de ontsnapte oehoe het niet lang zal uithouden in het wild omdat het dier niet gewend is zelf zijn prooi te vangen? Zo ja, hoe beoordeelt u het handelen van het attractiepark, zowel voor wat betreft het houden van deze dieren als het organiseren van vogelshows?

Antwoord
Attractiepark Wonderwereld Zoo meldt dat de oehoe over een voldoende ont­wikkeld soorteigen gedrag beschikt om in de natuur te overleven. Het Dieren­tuinen­besluit, op basis waarvan Wonderwereld een dierentuinenvergunning heeft, schrijft voor dat het soorteigen gedrag van het dier zo veel als mogelijk tot uiting komt. De ontsnapte oehoe is overigens op 21 februari 2010 weer teruggekeerd.

Vraag 6
Bent u van mening dat vogelshows als amusement bijdragen aan het vergroten van het inzicht in en het vergroten van het respect voor het natuurlijke gedrag en de daaraan gerelateerde behoeften van dieren in hun omgeving? Zo ja, kunt u toelichten waar u die mening op baseert? Zo nee, welke consequenties verbindt u hieraan?

Antwoord
Vogelshows kunnen een goed beeld geven van het natuurlijk gedrag van de be­tref­fende vogels. Dit kan bijdragen aan inzicht in en respect voor deze dieren en hun natuurlijk gedrag. De wijze waarop de educatieve boodschap gebracht wordt, is hierbij van belang.

Vraag 7
Kunt u een overzicht geven van het aantal vogelshows dat jaarlijks plaatsvindt, het soort vluchten en de manier waarop de vogels worden getraind, het aantal vogels dat hiervoor wordt gebruikt, de leeftijd van deze vogels en de hoogte van de uitval onder de vogels, zowel door sterfte als door vermissing?

Vraag 9
Kunt u inzicht geven in zowel het aantal (grote) vogels dat in Nederland door particulieren wordt gehouden en de herkomst van en handel in deze dieren? Zo nee, waarom heeft u geen zicht op het houden van en handelen in vogels in ons land?

Antwoord vraag 7 en 9
Het jaarlijkse aantal vogelshows is niet bekend, want dit wordt niet geregistreerd. Op basis van de Flora- en faunawet is het houden van dit soort vogels niet vergunningplichtig, mits de vogels in gevangenschap zijn gefokt en zijn voorzien van een naadloos gesloten pootring. De handel wordt internationaal gereguleerd door CITES.

Vraag 8
Kunt u uiteenzetten welke richtlijnen er gelden voor het houden van vogelshows en door wie deze zijn opgesteld? Acht u deze richtlijnen voldoende om het welzijn van de vogels te waarborgen? Zo ja, kunt u dit toelichten?

Antwoord
Indien de vogelshow in een dierentuin wordt gegeven, dient de show te voldoen aan de voorschriften van het Dierentuinenbesluit. De voorschriften zijn toereikend om het welzijn van de vogels te waarborgen.

Voor vogelshows buiten de dierentuin dienen de voorschriften van artikel 36 en 37 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren in acht genomen te worden. In principe is dit voldoende om het welzijn te waarborgen.



DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN

VOEDSELKWALITEIT,



G. Verburg

Interessant voor jou

Kamervragen aan de ministers van VROM en van LNV en de staatssecretaris van V en W over het wegvissen van brasem en karper als maatregel voor de verbetering van de waterkwaliteit

Lees verder

Kamervragen aan de minister van LNV over het loslaten van zebravinken in een vol cafe

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer