Kamer­vragen aan de minister van LNV over het lot van levende kreeft van minister Verburg

Indiendatum: mrt. 2008
Antwoorddatum: 12 mei 2008

Geachte Voorzitter,

Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Ouwehand (PvdD) over het lot van een aan de minister aangeboden levende kreeft.

1 en 2
Wat is er met de kreeft gebeurd die u op 27 maart jongstleden in Zierikzee levend in ontvangst heeft genomen ter promotie van het kreeftenseizoen?

Leeft deze kreeft nog? Zo ja, waar, onder welke omstandigheden, hoe lang nog? Op welke wijze zal deze kreeft aan zijn einde komen? Indien de kreeft niet meer leeft, op welke wijze is deze kreeft gedood en door wie?

Het is moeilijk precies te achterhalen wat er met die ene specifieke kreeft is gebeurd die ik in ontvangst heb genomen in Zierikzee. Zelf heb ik de kreeft afgegeven aan de organisatie van het evenement. De organisatie heeft voor de genodigden een lunch geserveerd, inclusief kreeft. Het is zeer waarschijnlijk dat de “eerste” kreeft daarvan onderdeel uitmaakte.

3
Vindt u het acceptabel dat kreeften, waarvan u aangeeft dat ze stressfysiologische reacties hebben en individuele soortgenoten herkennen, levend in kokend water worden gegooid ten behoeve van menselijke consumptie? Zo ja waarom? Zo neen, bent u voornemens beleid te ontwikkelen en regels te stellen voor het doden van schaal- en schelpdieren of hiertoe het Besluit doden van dieren aan te passen en zo ja, op welk termijn?

Zoals ik reeds in de antwoorden op uw eerdere vragen (Viss 08/1525) heb aangegeven, zijn er geen duidelijke conclusies te trekken over het al of niet ervaren van pijn en angst door kreeften.

Mijn beleid ten aanzien van dierenwelzijn heb ik vastgesteld in de Nota Dierenwelzijn. Daarin zijn schaaldieren zoals kreeften, niet meegenomen. Ik zie geen aanleiding om wijzigingen aan te brengen in de door mij aangegeven prioriteiten in genoemde nota.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,


G. Verburg