Kamervragen aan de minister van LNV over het onthoofden van ganzen als volksvermaak bij carnaval
Indiendatum: feb. 2008
Vragen van het lid Ouwehand van de Partij voor de Dieren aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het onthoofden van ganzen als volksvermaak bij carnaval
1. Kent u het bericht ‘Grevenbicht kent één van de misschien wel meest bizarre carnavalsevenementen: ganstrekken’ (1)?
2. Kunt u aangeven op welke schaal het ganstrekken plaatsvindt in Nederland?
3. Wat is uw mening over deze vorm van volksvermaak, waarbij een wedstrijd wordt gemaakt van het onthoofden van speciaal voor dit evenement gedode ganzen?
4. Hoe verhoudt het ganstrekken zich volgens u tot artikel 36 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren?
5. Bent u bereid regelgeving te ontwikkelen om te voorkomen dat dode dieren worden ingezet voor louter vermaakdoeleinden? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn? Zo neen, waarom niet?
6. Deelt u de mening dat dit evenement verruwing van het menselijk gedrag ten aanzien van dieren in de hand zal werken, zoals een rechter eerder concludeerde over het vergelijkbare gebruik ‘gansslaan’ (2)? Zo ja, welke conclusies verbindt u hieraan voor uw beleid? Zo neen, kunt u dit toelichten?
7. Deelt u de mening dat –evenals het ‘gansslaan’, het onthoofden van een gans in wedstrijdvorm een ernstige schending inhoudt van de norm dat de mensen dieren behoorlijk zullen bejegen, zoals eerder genoemde rechter concludeerde? Zo ja, welke effecten verwacht u hiervan, met name ook bij jonge kinderen die getuige zijn van dit evenement? Zo neen, kunt u dit toelichten?
8. Hoe verhoudt het ‘prepareren’ van de ganzen door dierenartsen, waarbij een touw- en ijzerdraadconstructie wordt aangebracht in de nek en het lijf van de gans zich volgens u tot de taken en verantwoordelijkheden van dierenartsen ten opzichte van dieren?
9. Bent u bereid een verbod in te stellen op het ganstrekken? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn? Zo neen, waarom niet?
10. Bent u bereid een toetsingskader te ontwikkelen voor het vertonen van dieren in kunst, media en voor amusementsdoeleinden?
(1) Dagblad de Limburger, 6 februari 2008
(2) Hof ’s-Hertogenbosch 17 oktober 1984, NJ 1985, 390 http://www.lawandroar.nl/index.php?id=40&tx_ttnews%5Btt_news%5D=47&tx_ttnews%5BbackPid%5D=32&cHash=8471a5079b
Indiendatum:
feb. 2008
Antwoorddatum: 12 mrt. 2008
1
Kent u het bericht ‘Grevenbicht kent één van de misschien wel meest bizarre carnavals¬evenementen: ganstrekken’? 1)
Ja.
2
Kunt u aangeven op welke schaal het ganstrekken plaatsvindt in Nederland?
Op zeer kleine schaal.
3
Wat is uw mening over deze vorm van volksvermaak, waarbij een wedstrijd wordt gemaakt van het onthoofden van speciaal voor dit evenement gedode ganzen?
5
Bent u bereid regelgeving te ontwikkelen om te voorkomen dat dode dieren worden ingezet voor louter vermaakdoeleinden? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn? Zo neen, waarom niet?
6
Deelt u de mening dat dit evenement verruwing van het menselijk gedrag ten aanzien van dieren in de hand zal werken, zoals een rechter eerder concludeerde over het vergelijkbare gebruik ‘gansslaan’? 2) Zo ja, welke conclusies verbindt u hieraan voor uw beleid? Zo neen, kunt u dit toelichten?
9
Bent u bereid een verbod in te stellen op het ganstrekken? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn? Zo neen, waarom niet?
Naast de wetgeving betreffende het doden van dieren en de destructiewetgeving zijn ook per gemeente Algemene Plaatselijke Verordeningen (APV’s) van toepassing. Deze bieden de mogelijkheid om evenementen - zoals ganstrekken - al dan niet toe te staan in belang van de openbare orde. De beslissing hieromtrent laat ik over aan de lokale autoriteiten.
4
Hoe verhoudt het ganstrekken zich volgens u tot artikel 36 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren?
Artikel 36 van de Gwwd is niet van toepassing, omdat het ganstrekken plaatsvindt met een dode gans.
7
Deelt u de mening dat, evenals het ‘gansslaan’, het onthoofden van een gans in wedstrijd¬vorm een ernstige schending inhoudt van de norm dat de mensen dieren behoorlijk zullen bejegen, zoals eerder genoemde rechter concludeerde? Zo ja, welke effecten verwacht u hiervan, met name ook bij jonge kinderen die getuige zijn van dit evenement? Zo neen, kunt u dit toelichten?
In de nota dierenwelzijn geef ik aan dat ik me de komende jaren wil inzetten om het respect voor dieren in onze samenleving te vergroten. Dit betreft zowel de manier waarop we dieren verzorgen als ons aankoopgedrag van dieren en dierlijke producten. Ik deel de mening van de rechter dat het gansslaan niet getuigt van met goed fatsoen omgaan met zowel levende als dode dieren. Ik adviseer daarom de betrokkenen hier hun maatschappe¬lijke verantwoordelijkheid in te nemen.
8
Hoe verhoudt het ‘prepareren’ van de ganzen door dierenartsen, waarbij een touw- en ijzerdraadconstructie wordt aangebracht in de nek en het lijf van de gans, zich tot de taken en verantwoordelijkheden van dierenartsen ten opzichte van dieren?
Het prepareren van de dode gans staat los van de taken en verantwoordelijkheden van de dierenarts ten opzichte van dieren.
10
Bent u bereid een toetsingskader te ontwikkelen voor het vertonen van dieren in kunst, media en voor amusementsdoeleinden?
Deze overweging zal worden betrokken bij de motie voor de ontwikkeling van een ethisch afwegingskader (Kamerstukken II 2007/08, 28 286, nr. 117).
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
1) Dagblad de Limburger, 6 februari 2008
2) Hof ’s-Hertogenbosch 17 oktober 1984, NJ 1985, 390 http://www.lawandroar.nl/index.php?id=40&tx_ttnews%5Btt_news%5D=47&tx_ttnews%5BbackPid%5D=32&cHash=8471a5079b
Interessant voor jou
Kamervragen aan de minister van Verkeer en Waterstaat over uitbesteding taximeterkeuringen aan vleeskeuringsbedrijf
Lees verderKamervragen aan de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu over varkenspest die door de lucht wordt verspreid
Lees verder