Kamervragen aan de minister van LNV over het verlenen van een ontheffing voor het wegvangen van wilde eenden en Grauwe ganzen en over het doden van gedomesticeerde eenden en ganzen
Indiendatum: nov. 2007
Vragen van het lid Thieme van de Partij voor de Dieren aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het verlenen van een ontheffing voor het wegvangen van wilde eenden en Grauwe ganzen en over het doden van gedomesticeerde eenden en ganzen
1. Bent u op de hoogte van de door Dienst Regelingen verzonden brief (1), waarin ontheffing wordt verleend voor het wegvangen van Wilde eenden en Grauwe ganzen uit stedelijke waterpartijen en waarin tevens gesproken wordt over het wegvangen en doden van een grote, door voeren ontstane populatie eenden en ganzen, omdat wordt gesteld dat deze grote populatie het voedselevenwicht van het water verstoort?
2. Deelt u de mening dat het inconsequente gebruik van de term ‘gedomesticeerd’ in deze ontheffing onduidelijkheid schept over of er wel of niet sprake is van het doden van de beschermde vogelsoorten? Zo ja, denkt u dat deze ontheffing voldoende duidelijkheid schept bij de aanvrager om juist te handelen, waarop baseert u deze mening en welke maatregelen bent u voornemens te gaan treffen om ongewenste handelingen op basis van deze ontheffing te voorkomen? Zo neen, kunt u aangeven wat uw interpretatie van deze ontheffing is?
3. Bent u van mening dat voorafgaand aan het verlenen van deze ontheffing voldoende is aangetoond dat de populatie eenden en ganzen de hoofdoorzaak is van de ge-eutrofiëerde wateren en dat het afvoeren en (deels) afmaken van deze dieren de best passende oplossing is voor dit probleem? Zo ja, waar blijkt dit uit en op welke wijze is dit onderzocht? Zo neen, waarom niet?
4. Bent u van mening dat het waterschap voldoende maatregelen heeft genomen om dit probleem van eutrofiëring op andere manieren op te lossen? Zo ja, welke maatregelen zijn dit geweest? Zo neen, deelt u de mening dat deze ontheffing niet van kracht kan gaan totdat voldoende diervriendelijke mogelijkheden zijn onderzocht?
5. Deelt u de mening dat het voeren van de eenden en ganzen door bezoekers de oorzaak is van het ontstaan van de grote populatie van deze dieren? Zo ja, welke maatregelen bent u voornemens te gaan treffen om deze situatie in de toekomst te voorkomen? Zo neen, kunt u dit toelichten?
6. Bent u van mening dat het verlenen van ontheffing voor het wegvangen en doden van ganzen en eenden voor een periode van vijf jaar een gepaste oplossing is wanneer deze populatie is ontstaan door het voeren van de dieren door het publiek en de kans groot is dat er nieuwe populaties zullen ontstaan zolang het publiek blijft voeren? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo neen, welke conclusies trekt u hier uit?
7. Kunt u toelichten wat het algemene beleid is rondom in de natuur levende gedomesticeerde eenden en ganzen en vermeende overlast veroorzaakt door deze dieren? Indien er geen beleid is op dit punt, bent u bereid om hiervoor regelgeving op te stellen om te voorkomen dat bij deze dieren onnodig leed wordt veroorzaakt?
8. Bent u bereid deze verleende ontheffing te heroverwegen, dan wel in te trekken en de ontheffingsaanvrager andere maatregelen te laten nemen waarbij geen ganzen of eenden gedood hoeven te worden? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn? Zo neen, waarom niet?
(1) kenmerk FF/75/2006/065, dd 3 oktober 2007
Indiendatum:
nov. 2007
Antwoorddatum: 20 dec. 2007
Geachte Voorzitter,
Hierbij geef ik antwoord op de vragen van het lid Thieme over het wegvangen van Wilde eenden en Grauwe ganzen en het doden van gedomesticeerde eenden en ganzen
1
Bent u op de hoogte van de door Dienst Regelingen verzonden brief (1), waarin ontheffing wordt verleend voor het wegvangen van Wilde eenden en Grauwe ganzen uit stedelijke waterpartijen en waarin tevens gesproken wordt over het wegvangen en doden van een grote, door voeren ontstane, populatie eenden en ganzen, omdat wordt gesteld dat deze grote populatie het voedselevenwicht van het water verstoort?
Ja.
2
Deelt u de mening dat het inconsequente gebruik van de term ‘gedomesticeerd’ in deze ontheffing onduidelijkheid schept of er wel of niet sprake is van het doden van de beschermde vogelsoorten? Zo ja, denkt u dat deze ontheffing voldoende duidelijkheid schept bij de aanvrager om juist te handelen, waarop baseert u deze mening en welke maatregelen bent u voornemens te gaan treffen om ongewenste handelingen op basis van deze ontheffing te voorkomen? Zo neen, kunt u aangeven wat uw interpretatie van deze ontheffing is?
Nee, er is geen sprake van inconsequent gebruik van de term ‘gedomesticeerd’. Men is bekend met de termen ‘wilde’ en ‘gedomesticeerde’ exemplaren. In de toelichting op artikel 4 van het Besluit aanwijzing dier- en plantensoorten ingevolge de Flora- en faunawet zijn deze begrippen uitgelegd. De aanvrager is door de Dienst Regelingen voorgelicht over de terminologie en de uitvoering van de ontheffing.
3 + 4
Deelt u de mening dat voorafgaand aan het verlenen van deze ontheffing voldoende is aangetoond dat de populatie eenden en ganzen de hoofdoorzaak is van de eutrofiëring van wateren en dat het afvoeren en doden van deze dieren de best passende oplossing is voor dit probleem? Zo ja, waar blijkt dit uit en op welke wijze is dit onderzocht? Zo neen, waarom niet?
Deelt u de mening dat het waterschap voldoende maatregelen heeft genomen om dit probleem van eutrofiëring op andere manieren op te lossen? Zo ja, welke maatregelen zijn dit geweest? Zo neen, deelt u de mening dat deze ontheffing pas van kracht kan zijn als er voldoende diervriendelijke mogelijkheden zijn onderzocht?
Zoals u ook in de ontheffing kunt lezen, zijn er meerdere oorzaken voor eutrofiëring van wateren. Het Waterschap Vallei en Eem werkt op alle gebieden aan het tegengaan van eutrofiëring
5 + 6
Deelt u de mening dat het voeren van de eenden en ganzen door bezoekers de oorzaak is van het ontstaan van de grote populatie van deze dieren? Zo ja, welke maatregelen bent u voornemens te gaan treffen om deze situatie in de toekomst te voorkomen? Zo neen, kunt u dit toelichten?
Deelt u de mening dat het verlenen van een ontheffing voor het wegvangen en doden van ganzen en eenden voor een periode van vijf jaar een gepaste oplossing is, wanneer deze populatie is ontstaan door het voeren van de dieren door het publiek en de kans groot is dat er nieuwe populaties zullen ontstaan zolang het publiek blijft voeren? Zo ja, kunt u uw antwoord toelichten? Zo neen, welke conclusies trekt u hier uit?
Het voeren is mede oorzaak van een te grote populatie. Via een voorlichtingscampagne is door het Waterschap aan mensen gevraagd te stoppen met het voeren van de vogels en wordt ook uitgelegd wat eutrofiëring is en waarom het belangrijk is dat tegen te gaan.
7
Kunt u toelichten wat het algemene beleid is rondom in de natuur levende gedomesti¬ceerde eenden en ganzen en de vermeende overlast die veroorzaakt wordt door deze dieren? Bent u bereid om indien er geen beleid is op dit punt, hiervoor regelgeving op te stellen om te voorkomen dat bij deze dieren onnodig leed wordt veroorzaakt?
Artikel 4 van het Besluit aanwijzing dier- en plantensoorten ingevolge de Flora- en faunawet geeft aan dat deze dieren niet beschermd zijn. Dergelijke dieren mogen worden bestreden als de grondgebruiker daar toestemming voor verleent. De ontheffing heeft betrekking op het toestaan van het gebruik van bepaalde vangmiddelen teneinde onnodig lijden van dieren te voorkomen.
8
Bent u bereid deze verleende ontheffing te heroverwegen, dan wel in te trekken en de ontheffingsaanvrager andere maatregelen te laten nemen waarbij geen ganzen of eenden gedood hoeven te worden? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn? Zo neen, waarom niet?
Nee.
(1) Brief Dienst Regelingen aan Waterschap Vallei & Eem, kenmerk FF/75/2006/065, 3 oktober 2007
Interessant voor jou
Kamervragen aan de minister van LNV over het gebruik van levende dieren ter decoratie van winkels
Lees verderKamervragen aan de ministesr van LNV en Ontwikkelingssamenwerking over de exportsubsidie op varkensvlees
Lees verder