Kamervragen aan de minister van VROM en de staatssecretaris van Financien over klimaatbedreiging door vleesproducten.
Indiendatum: sep. 2009
Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de minister van VROM en de staatssecretaris van Financien over klimaatbedreiging door vleesproducten
1. Kent u het bericht ‘de grootste klimaatbedreiging is de productie van rood vlees’1?
2. Deelt u de mening van prof Pachauri dat de productie van rood vlees een belangrijke bedreiging voor ons klimaat is? Zo nee, waarom niet?
3. Kunt u aangeven hoe groot het volume is van in Nederland geproduceerd rood vlees over de afgelopen 3 jaar en welke ontwikkeling daarin te bespeuren valt? Zo nee, waarom niet?
4. Bent u met mij van mening dat de Nederlandse overheid maatregelen zou moeten nemen om de productie van rood vlees te verminderen? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo nee, waarom niet?
5. Bent u met mij van mening dat elke vorm van directe of indirecte subsidie (ook op Europees niveau) zou moeten worden afgeschaft of tenminste ter discussie worden gesteld? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo nee, waarom niet?
6. Bent u bereid om tijdens de klimaatconferentie van Kopenhagen namens Nederland in te zetten op het terugdringen van de productie en consumptie van rood vlees en de oproep van Pachauri te ondersteunen? Zo ja, op welke wijze? Zonee, waarom niet?
7. Kunt u aangeven hoe u het verbod op de verkoop van gloeilampen ziet in relatie tot de vrije verkrijgbaarheid van rood vlees dat aanmerkelijk grotere klimaatschade veroorzaakt en evenals gloeilampen uitstekend vervangen zou kunnen worden door hoogkwalitatieve duurzame alternatieven? Zo nee, waarom niet?
8. Bent u voorstander van een promotiecampagne voor een vleesvrije dag per week, analoog met eerder gevoerde campagnes om het autoverkeer op vrijwillige basis te verminderen? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo nee, waarom niet?
9. Ziet u mogelijkheden om tot een classificatie te komen van het percentage rood vlees in samengestelde vleesproducten, op zodanige wijze dat het bijmengen van plantaardige grondstoffen (zoals lupine-eiwitten) lucratiever wordt voor vleesproducenten? Zo ja, bent u bereid deze mogelijkheid voor te leggen aan de ambtelijke werkgroep? Zo nee, waarom niet?
10. Bent u bereid een maatschappelijk debat te organiseren over de invloed van de productie en consumptie van dierlijke eiwitten op de wereldvoedselverdeling, het klimaat, de zoetwatervoorziening, dierenwelzijn, biodiversiteit en het wereldgrondstoffenvraagstuk? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo nee, waarom niet?
Indiendatum:
sep. 2009
Antwoorddatum: 21 sep. 2009
Antwoord van minister Cramer (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer) (ontvangen 5 november 2009)
1
Ja.
2
Ik deel de analyse zoals die is neergelegd door het PBL in de Milieubalans 2009. Daaruit is duidelijk dat de veehouderij een belangrijke bijdrage levert aan de uitstoot van broeikasgassen en dat rundvee daarin een relatief groot aandeel heeft.
3
Productiecijfers (van vlees uit slachtingen in Nederland) Roodvlees Nederland (incl. been en afsnijvet)
Vleessoort x 1.000 ton 2005 2006 2007 2008*
Varkensvlees 1.297 1.265 1.290 1.305
Kalfsvlees 212 205 221 226
Rundvlees 184 179 157 157
* voorlopig Bron LEI/CBS
De productie (in feite dus het aantal slachtingen) is redelijk stabiel. Kalfsvlees en varkensvlees licht stijgend, omdat er iets meer slachtingen zijn geweest (in 2008 resp. 3 en 1,5%), rundvlees is afgenomen (2007, 2008).
4
In verschillende kaders zet het kabinet in op de verduurzaming van de productie van dierlijke eiwitten. Ik verwijs daarvoor onder andere naar de Uitvoeringsagenda duurzame veehouderij, het agroconvenant Schoon en Zuinig en de beleidsagenda Duurzame Voedselystemen.
5
Zoals het kabinet heeft aangegeven in de Houtskoolschets Europees Landbouwbeleid 2020, is het doel om
steun aan de landbouw meer te verbinden aan de instandhouding en de realisatie van maatschappelijke
waarden. In het kader van het Health Check besluit van november 2008 heeft het kabinet besloten uiterlijk per
2012 alle nog gekoppelde steun te hebben ontkoppeld. Er wordt dan geen steun per eenheid product of per dier verleend.
6
Internationaal is de inzet om met een brede coalitie van landen, maatschappelijke organisaties en ketenpartijen, verduurzaming van eiwitproductie enconsumptie te agenderen met concrete initiatieven op Europees en mondiaal niveau. Ook het IPCC kader hoort hierbij. De klimaatconferentie in Kopenhagen is gericht op het maken van afspraken en de discussies rond dierlijke eiwitten verkeren nog niet in een stadium dat daar al concrete
afspraken over gemaakt kunnen worden.
7
In het kader van het interdepartementale programma «Duurzame voedselsystemen» wordt ingezet op een duurzame consumptie met een focus op dierlijke eiwitten. Het kabinet vind dat mensen eigen keuzes moeten maken in hun voedselpakket. Het is niet eenvoudig om consumentengedrag te veranderen, maar het is zeker mijn inzet het consumentengedrag zodanig te beïnvloeden dat de uitstoot van broeikasgassen in de keten van dierlijke eiwittten substantieel vermindert. Naar het instrumentarium dat daarvoor ingezet kan worden, wordt onderzoek gedaan.
8
Het kabinet vindt dat mensen eigen keuzes moeten maken in hun voedselpakket. Daarbij spelen voorlichting en bewustwording een belangrijke rol. Het kabinet doet dit vooral door het Voedingscentrum hiertoe opdracht te geven. Een voorbeeld is de Klimaatweegschaal, waarbij consumenten kunnen nagaan wat de effecten zijn van hun totale voedselpakket op de uitstoot van broeikasgassen. Dit is een aanpak die breder gaat dan alleen de keuze voor een dag geen vlees.
9
Aan de uitvoering van de Beleidsagenda Duurzame Voedselsystemen wordt gewerkt door een interdepartementaal programmateam. Eén van de drie sporen in die beleidsagenda richt zich op het verduurzamen van de dierlijke eiwitketen. Daarbij hoort ook het stimuleren van productie en consumptie van vleesvervangers en duurzame dierlijke en plantaardige producten. Het convenant Marktontwikkeling verduurzaming Dierlijke Producten speelt een belangrijke rol in dit spoor.
10
In de Beleidsagenda Duurzame Voedselsystemen (TK 31 532 nr. 17) hebben we aangekondigd een dialoog te willen aangaan over verduurzaming van het mondiale voedselsysteem, met speciale aandacht voor het eiwitvraagstuk. Deze dialoog voeren we met ketenpartijen en maatschappelijke organisaties. Daarnaast willen we een open dialoog met burgers gaan voeren om het inzicht bij burgers te versterken in de duurzaamheidsopgaven waar we ons voor gesteld zien, hun handelingsperspectieven en de dilemma’s die hierbij aan de orde zijn.
Interessant voor jou
Kamervragen aan de minister van LNV over levend geplukte ganzen.
Lees verderKamervragen aan de ministers van LNV en van VROM over melkdumping.
Lees verder