Kamervragen aan de ministers van Defensie en VWS over dierproeven voor defensie
Indiendatum: apr. 2008
Vragen van het lid Ouwehand aan de ministers van Defensie en Volksgezondheid, Welzijn en Sport over dierproeven voor defensie
- Kunt u aangeven welke experimenten met muizen, cavia’s en ratten de afgelopen jaren zijn verricht in het kader van onderzoek naar “Nieuwe ontwikkelingen NBC”?1 Zo ja, kunt u daarbij aangeven hoezeer de betrokken dieren te lijden hadden onder de experimenten en wat er na afloop van de experimenten met de dieren is gebeurd? Zo neen, waarom niet?
- Kunt u aangeven welke experimenten met apen de afgelopen jaren zijn verricht in het kader van onderzoek naar “slaap/alertheidmanagement”?2 Zo ja, kunt u daarbij aangeven hoezeer de betrokken dieren te lijden hadden onder de experimenten en wat er na afloop van de experimenten met de dieren is gebeurd? Zo neen, waarom niet?
- Kunt u aangeven welke experimenten met apen, ratten, cavia’s en hamsters de afgelopen jaren zijn verricht in het kader van onderzoek naar zenuwgas?3 Zo ja, kunt u daarbij aangeven hoezeer de betrokken dieren te lijden hadden onder de experimenten en wat er na afloop van de experimenten met de dieren is gebeurd? Zo neen, waarom niet?
- Kunt u aangeven welke experimenten met varkens de afgelopen jaren zijn verricht in het kader van “duikmedisch onderzoek”?4 Zo ja, kunt u daarbij aangeven hoezeer de betrokken dieren te lijden hadden onder de experimenten en wat er na afloop van de experimenten met de dieren is gebeurd? Zo neen, waarom niet?
- Kunt u aangeven welke experimenten met cavia’s en muizen hamsters de afgelopen jaren zijn verricht in het kader van onderzoek naar mosterdgas?5 Zo ja, kunt u daarbij aangeven hoezeer de betrokken dieren te lijden hadden onder de experimenten en wat er na afloop van de experimenten met de dieren is gebeurd? Zo neen, waarom niet?
- Kunt u aangeven welke dierproeven in 2008 (zullen) worden verricht ten behoeve van defensie en wat voor de komende jaren de verwachtingen zijn omtrent het soort dierproeven en het aantal gebruikte dieren ? Kunt u daarbij aangeven welk doel met de experimenten wordt gediend en welke dieren ervoor worden opgeofferd?
- Kunt u aangeven of er in Nederland dierproeven voor militaire doeleinden van andere landen worden verricht? Zo ja, om welke landen en om welke experimenten gaat het dan?
- Kunt u aangeven welke dierexperimenten de afgelopen jaren door defensie zijn verricht ten behoeve van de ontwikkeling van alternatieven voor dierproeven? Welke alternatieven zijn hiermee gerealiseerd en in hoeverre worden de ontwikkelde alternatieven daadwerkelijk toegepast?
(1) Zodoende 2002, 2003 en 2004
(2) Zodoende 2002, 2003, 2004 en 2005
(3) Zodoende 2002, 2003, 2004, 2005 en 2006
(4) Zodoende 2002
(5) Zodoende 2004, 2005 en 2006
Indiendatum:
apr. 2008
Antwoorddatum: 29 jun. 2008
Antwoorden op de vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de ministers van Defensie en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over dierproeven voor defensie (ingezonden 25 april 2008 met kenmerk 2070819010).
1
Kunt u aangeven welke experimenten met muizen, cavia’s en ratten de afgelopen jaren zijn verricht in het kader van onderzoek naar “Nieuwe ontwikkelingen NBC”? 1) Zo ja, kunt u daarbij aangeven hoezeer de betrokken dieren te lijden hadden onder de experimenten en wat er na afloop van de experimenten met de dieren is gebeurd? Zo neen, waarom niet?
Ja. Deze dieren zijn in het kader van “Nieuwe ontwikkelingen NBC” betrokken bij onderzoek naar acute effecten van nieuwe chemische verbindingen die als chemische strijdmiddelen aangemerkt zouden kunnen worden. Alle experimenten zijn, zoals de Wet op de dierproeven (Wod) vereist, uitgevoerd na goedkeuring van de dierexperimentencommissie. Hierdoor wordt geborgd dat er een balans bestaat tussen de noodzaak van het onderzoek en het ongerief waar de dieren aan bloot staan.
In bijgevoegd overzicht is het aantal dieren en de mate van ongerief weergegeven.
Cat. 1 Cat. 2 Cat.3 Cat.4 Cat.5
2002 2 59 8 0 98
2003 0 31 17 36 19
2004 9 12 0 0 9
Categorie ongerief: 1= gering, 2=gering/matig, 3=matig, 4=matig/ernstig, 5= ernstig. Deze categorieën zijn conform de richtlijnen van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA).
Alle dieren zijn tijdens het experiment overleden of tijdens of na het experiment geëuthanaseerd.
2
Kunt u aangeven welke experimenten met apen de afgelopen jaren zijn verricht in het kader van onderzoek naar “slaap/alertheidmanagement”? 2) Zo ja, kunt u daarbij aangeven hoezeer de betrokken dieren te lijden hadden onder de experimenten en wat er na afloop van de experimenten met de dieren is gebeurd? Zo neen, waarom niet?
Ja. Deze dieren zijn betrokken bij onderzoek naar de effecten van slaapdeprivatie, slaapmiddelen en waakzaamheid bevorderende middelen (modafinil en cafeïne). Er is gekeken naar de effecten op het EEG, de taakverrichting en de fysieke prestaties. Alle experimenten zijn uitgevoerd na goedkeuring van de dierexperimentencommissie.
In bijgevoegd overzicht is het aantal dieren en de mate van ongerief weergegeven.
Cat.1 Cat.2
2002 6 0
2003 7 0
2004 0 7
2005 0 8
Categorie ongerief: 1= gering, 2=gering/matig
Alle dieren waren na afloop van de experimenten nog in leven.
3
Kunt u aangeven welke experimenten met apen, ratten, cavia’s en hamsters de afgelopen jaren zijn verricht in het kader van onderzoek naar zenuwgas? 3) Zo ja, kunt u daarbij aangeven hoezeer de betrokken dieren te lijden hadden onder de experimenten en wat er na afloop van de experimenten met de dieren is gebeurd? Zo neen, waarom niet?
Ja. Deze dieren zijn in het kader van onderzoek naar zenuwgas betrokken bij studies naar medische tegenmaatregelen bij zenuwgasvergiftigingen, modellering (verdeling en effecten van zenuwgas) en diagnostiek. Alle experimenten zijn uitgevoerd na goedkeuring van de dierexperimentencommissie.
In bijgevoegd overzicht is het aantal dieren en de mate van ongerief weergegeven.
Cat.1 Cat.2 Cat.3 Cat.4 Cat.5
2002 46 60 0 55 5
2003 8 11 49 99 0
2004 0 51 55 49 10
2005 0 16 0 56 0
2006 0 10 16 62 14
Categorie ongerief: 1= gering, 2=gering/matig, 3=matig, 4=matig/ernstig, 5= ernstig
Alle dieren zijn tijdens of na het experiment geëuthanaseerd.
4
Kunt u aangeven welke experimenten met varkens de afgelopen jaren zijn verricht in het kader van “duikmedisch onderzoek”? 4) Zo ja, kunt u daarbij aangeven hoezeer de betrokken dieren te lijden hadden onder de experimenten en wat er na afloop van de experimenten met de dieren is gebeurd? Zo neen, waarom niet?
Ja. Deze dieren zijn betrokken bij een studie naar de behandelingsmogelijkheden voor luchtemboliën in de hersenen. Alle experimenten zijn uitgevoerd na goedkeuring van de dierexperimentencommissie.
In bijgevoegd overzicht is het aantal dieren en de mate van ongerief weergegeven.
Cat.1
2002 14
Categorie ongerief: 1= gering
Alle dieren zijn tijdens of na het experiment geëuthanaseerd.
5
Kunt u aangeven welke experimenten met cavia’s en muizen hamsters de afgelopen jaren zijn verricht in het kader van onderzoek naar mosterdgas? 5) Zo ja, kunt u daarbij aangeven hoezeer de betrokken dieren te lijden hadden onder de experimenten en wat er na afloop van de experimenten met de dieren is gebeurd? Zo neen, waarom niet?
Ja. Deze dieren zijn betrokken bij het opzetten van immunochemische methoden ten behoeve van diagnose. Tevens zijn dieren gebruikt in studies naar therapie bij mosterdgasblootstelling. Alle experimenten zijn uitgevoerd na goedkeuring van de dierexperimentencommissie.
In bijgevoegd overzicht is het aantal dieren en de mate van ongerief weergegeven.
Cat.2 Cat.3 Cat.4
2004 4 0 8
2005 0 14 4
2006 0 12 0
Categorie ongerief: 2=gering/matig, 3=matig, 4=matig/ernstig
Alle dieren zijn tijdens of na het experiment geëuthanaseerd.
6
Kunt u aangeven welke dierproeven in 2008 (zullen) worden verricht ten behoeve van defensie en wat voor de komende jaren de verwachtingen zijn omtrent het soort dierproeven en het aantal gebruikte dieren? Kunt u daarbij aangeven welk doel met de experimenten wordt gediend en welke dieren ervoor worden opgeofferd?
Voor goed en betrouwbaar onderzoek op het gebied van de bescherming tegen NBC strijdmiddelen is het gebruik van proefdieren op dit moment nog onontkoombaar. Voor het jaar 2008 is door TNO een aantal van 725 proefdieren geraamd en voor het duikmedisch onderzoek 30. Hierbij moet worden aangetekend dat in de afgelopen jaren het daadwerkelijke aantal bij wetenschappelijk onderzoek betrokken proefdieren lager is geweest dan de prognose. Voor de jaren na 2008 valt op dit moment geen duidelijke prognose te geven.
De experimenten zullen, voor zover nu valt te zien, betrekking hebben op onderzoek naar medische maatregelen tegen chemische en biologische strijdmiddelen en de diagnostiek daarvan, duikmedisch onderzoek en alternatieven voor dierproeven. Daarnaast kunnen er in de komende jaren mogelijk nieuwe onderzoeksbehoeften worden onderkend waarbij voor het uitvoeren van de experimenten proefdieren kunnen worden betrokken. Het ligt in de verwachting dat het hierbij zal gaan om dezelfde soorten proefdieren als in de afgelopen jaren.
7
Kunt u aangeven of er in Nederland dierproeven voor militaire doeleinden van andere landen worden verricht? Zo ja, om welke landen en om welke experimenten gaat het dan?
Uit contacten met onderzoeksinstellingen is bij Defensie bekend dat er in Nederland dierproeven voor militaire doeleinden van andere landen worden verricht. Het is echter niet aan te geven of dit een volledig beeld is en ook is niet altijd bekend om welke experimenten het gaat. Dit is een zaak tussen de betreffende landen en de onafhankelijke onderzoeksinstellingen in Nederland. De onderzoeksinstellingen registreren volgens de Regeling registratie proefdieren en dierproeven (Staatscourant 1985, 233). De registratie wordt jaarlijks gerapporteerd in de jaarverslagen van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) die op haar website worden gepubliceerd.
8
Kunt u aangeven welke dierexperimenten de afgelopen jaren door defensie zijn verricht ten behoeve van de ontwikkeling van alternatieven voor dierproeven? Welke alternatieven zijn hiermee gerealiseerd en in hoeverre worden de ontwikkelde alternatieven daadwerkelijk toegepast?
Ja. In opdracht van het Ministerie van Defensie is het afgelopen jaar aandacht besteed aan onderzoek naar alternatieven voor dierproeven. Het uitgevoerde project valt onder de noemer verfijning van de dierproeven. Het betreft hier onderzoek naar de ultrasone vocalisaties (hoogfrequente geluiden) van de rat bij pijnprikkels om op die manier het ongerief voor de rat tijdens experimenten te beperken. Daadwerkelijke toepassing is nog beperkt aangezien het onderzoek zich nog in een ontwikkelingsfase bevindt, maar andere instellingen hebben blijk gegeven van hun interesse in de toepassing van de ontwikkelde methodiek.
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
drs. J.G. de Vries
Interessant voor jou
Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over 408.960 dieren die ‘in voorraad’ zijn gedood in proefdierfaciliteiten
Lees verderKamervragen aan de ministers van Justitie en VWS over handhaving en sanctionering rondom de Wet op de dierproeven
Lees verder