Kamer­vragen aan de ministers van LNV en EZ over slechte infor­ma­tie­voor­ziening naar consu­menten over vispro­ducten


Indiendatum: sep. 2007

Vragen van het lid Ouwehand van de Partij voor de Dieren aan de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Economische Zaken over slechte informatievoorziening naar consumenten over visproducten

1. Kent u de recente uitzending over visproducten in Nederlandse winkels van het tv-programma Radar (1), en het artikel ‘Impacts of Biodiversity Loss on Ocean Ecosystem Services’ (2)?

2. Bent u het met milieuorganisatie Greenpeace eens dat de visproducten die in Nederlandse winkels worden verkocht voor een groot deel afkomstig zijn van soorten die worden overbevist, met destructieve vangsttechnieken zijn gevangen of zijn gekweekt met methoden die milieuschade veroorzaken? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat bent u van plan hieraan te gaan doen en op welke termijn?

3. Bent u het met Greenpeace eens dat visproducten in Nederlandse winkels volledig traceerbaar moeten zijn en bewuster moeten worden ingekocht? Zo neen, waarom niet? Zo ja, bent u bereid hierover in overleg te treden met de sector? Zo ja, op welke termijn? Zo neen, waarom niet?

4. Deelt u de mening van Greenpeace dat de informatievoorziening naar consumenten toe over visproducten te wensen overlaat? Zo neen, waarom niet? Zo ja, bent u bereid om hiertegen maatregelen te nemen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen en op welke termijn?

5. Bent u het met Greenpeace eens dat de verplichting om het vangstgebied van vis op het etiket te vermelden niet gedetailleerd genoeg wordt nageleefd? Zo neen, waarom niet? Zo ja, bent u bereid een meer gedetailleerde etiketteringsplicht in te voeren? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en op welke wijze?

6. Deelt u de mening dat de huidige etiketteringsplicht voor visproducten te veel uitzonderingen kent? Zo neen, waarom niet? Zo ja, bent u bereid de etiketteringsplicht aan te passen zodat zij voor alle visproducten geldt? Zo ja, op welke termijn? Zo neen, waarom niet?

7. Hoe verhoudt zich de gebrekkige informatievoorziening naar consumenten over visproducten tot de opvatting van het kabinet dat de verantwoordelijkheid voor duurzaam consumeren bij consumenten zelf ligt? Hoe verwacht u dat consumenten een duurzame keuze kunnen maken wanneer zij niet goed worden geïnformeerd?

8. Kunt u toelichten hoe uw antwoorden op bovenstaande vragen zich verhouden tot de conclusie van Worm c.s. dat wanneer de huidige wijze van visserij niet verandert de wereldzeeën in 2050 leeg zullen zijn en commerciële visserij niet meer mogelijk zal zijn?

(1) TROS Radar, Nederland 1, 20:30 uur, 10 september 2007

(2) Boris Worm c.s., ‘Impacts of Biodiversity Loss on Ocean Ecosystem Services’, Science, Vol. 314. no. 5800, 3 November 2006, pp. 787 – 790

Indiendatum: sep. 2007
Antwoorddatum: 6 nov. 2007

Geachte Voorzitter,

Naar aanleiding van uw bovenvermelde brief doe ik u, mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken, de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Ouwehand (PvdD) over de informatievoorziening over visproducten.

1
Kent u de recente tv-uitzending over visproducten in Nederlandse winkels, en het artikel ‘Impacts of Biodiversity Loss on Ocean Ecosystem Services’?

Ja.

2
Deelt u de mening van milieuorganisatie Greenpeace dat de visproducten die in Nederlandse winkels worden verkocht voor een groot deel afkomstig zijn van soorten die worden overbevist, met destructieve vangsttechnieken zijn gevangen of zijn gekweekt met methoden die milieuschade veroorzaken? Zo ja, wat bent u van plan hieraan te gaan doen en op welke termijn? Zo neen, waarom niet?

Het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) heeft als doelstelling dat gevist wordt onder duurzame economische, milieu en sociale condities. Daarnaast zijn er Regionale Visserij Management Organisaties, de zogenoemde RFMOs, die regels stellen met betrekking tot vangst in internationale wateren. Visproducten op de Nederlandse markt moeten voldoen aan de regels van het GVB en de RFMOs en zolang zij daarmee in overeenstemming zijn, gaat het om legale producten. De inzet van Nederland in de EU en mondiaal (onder andere in de VN, FAO en de WTO) is gericht op verduurzaming van de visserij. Nederland steunt bijvoorbeeld het voornemen van de Raad om de aanbevelingen, in resolutie 61/105 van de Algemene Vergadering van de VN, voor uitbanning van destructieve visserij, in wetgeving te implementeren.
Verder is de Nederlandse overheid betrokken bij publiek private partnerschappen waarbij in samenwerking met onder andere het Wereld Natuur Fonds gewerkt wordt aan verduur¬zaming van de aquacultuur, zoals de kweek van pangasius in Vietnam en de kweek van garnalen in Indonesië.

3
Deelt u de mening van Greenpeace dat visproducten in Nederlandse winkels volledig traceerbaar moeten zijn en bewuster moeten worden ingekocht? Zo neen, waarom niet? Zo ja, bent u bereid hierover in overleg te treden met de sector? Zo ja, op welke termijn? Zo neen, waarom niet?

Alle visproducten moeten reeds uit hoofde van EU-wetgeving volledig traceerbaar zijn. Etikketeringsvoorschriften voor visproducten volgen uit artikel 4 van verordening (EG) Nr. 104/2000 (marktordening voor visserij- en aquacultuurproducten). Visproducten die in winkels worden aangeboden, moeten voorzien zijn van een adequate affichering of etikettering die de volgende gegevens verstrekt:
a) de handelsbenaming van de betrokken soort,
b) de productiemethode (vangst op zee of in de binnenwateren of kweek),
c) het vangstgebied.

Verder moeten levensmiddelenbedrijven op basis van artikel 18 van Verordening (EG) nr. 178/2002 in staat zijn aan te geven van wie producten zijn ontvangen en aan wie producten zijn geleverd.

4
Deelt u de mening van Greenpeace dat de informatievoorziening naar consumenten toe over visproducten te wensen overlaat? Zo neen, waarom niet? Zo ja, bent u bereid om hiertegen maatregelen te nemen? Zo ja, welke maatregelen en op welke termijn? Zo neen, waarom niet?

De informatievoorziening voldoet aan de huidige eisen. Het etiketteringbeleid is groten¬deels Europees beleid. Op dit moment vindt in Brussel een algemene discussie plaats over herziening van het etiket. Uitgangspunt hierbij is dat het etiket begrijpelijk en bruikbaar moet zijn voor consumenten.
Naast etikettering kunnen bedrijven vrijwillig een keurmerk plaatsen op hun product.
Ik vind het belangrijk dat de kennis bij burger en consument over de productie van voedsel vergroot wordt. In dit kader wordt onder meer de campagne voedingskwaliteit van het Voedingscentrum door LNV gefinancierd.
Deze campagne heeft als doel consumenten bewust te maken van de keuzemogelijkheden die zij hebben in verschillende productiesystemen waaruit voedingsmiddelen afkomstig zijn. Zeer binnenkort zal in het kader van deze campagne ook productinformatie over vis op de website van het Voedingscentrum worden gepubliceerd.
Voor het overige verwijs ik u naar de beantwoording van feitelijke vragen naar aanleiding van de begroting van LNV van 2008 (Kamerstuk 31 200 XIV, nr. 19, vraag 42).

5
Deelt u de mening van Greenpeace dat de verplichting om het vangstgebied van vis op het etiket te vermelden niet gedetailleerd genoeg wordt nageleefd? Zo neen, waarom niet? Zo ja, bent u bereid een meer gedetailleerde etiketteringsplicht in te voeren? Zo ja, op welke termijn en op welke wijze? Zo neen, waarom niet?

Zie mijn antwoord op vraag 3.

6
Deelt u de mening dat de huidige etiketteringsplicht voor visproducten te veel uitzonde¬ringen kent? Zo neen, waarom niet? Zo ja, bent u bereid de etiketteringsplicht aan te passen zodat zij voor alle visproducten geldt? Zo ja, op welke termijn? Zo neen, waarom niet?

De etiketteringsplicht op grond van de marktordening kent nauwelijks uitzonderingen. De voorschriften zijn niet van toepassing op kleine hoeveelheden producten die rechtstreeks aan de consument worden verkocht door vissers of aquacultuurproducenten.

7
Hoe verhoudt zich de gebrekkige informatievoorziening naar consumenten over vis¬producten tot de opvatting van het kabinet dat de verantwoordelijkheid voor duurzaam consumeren bij consumenten zelf ligt? Hoe verwacht u dat consumenten een duurzame keuze kunnen maken wanneer zij niet goed worden geïnformeerd?

Mijn beleid is erop gericht de kennis van de consument te vergroten. Zie mijn antwoord op vraag 4.

8
Kunt u toelichten hoe uw antwoorden op bovenstaande vragen zich verhouden tot de conclusie van Worm c.s. dat wanneer de huidige wijze van visserij niet verandert de wereldzeeën in 2050 leeg zullen zijn en commerciële visserij niet meer mogelijk zal zijn?

Wet- en regelgeving is erop gericht om de visserij-inspanning en visserijmethoden in overeenstemming te brengen met de omvang van de visbestanden. In internationaal kader wordt voortdurend gewerkt aan de ontwikkeling en verbetering van beheer¬systemen gericht op een duurzaam beheer van het aquatische hulpbronnen. Onderdeel van dergelijk beleid is het weren van producten die in strijd met de geldende wet- en regelgeving zijn gevangen. Het is aan de consument om een keuze te maken in het aanbod van legale visproducten.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg

Interessant voor jou

Kamervragen aan de ministers van VROM en van LNV over de veiligheidsvoorschriften voor dierverblijven

Lees verder

Kamervragen aan de ministers van LNV en VROM over de bescherming van niet schadelijke invasieve soorten

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer