Kamervragen aan de ministers van LNV en Justitie over de vernieling van de zeldzame kievitsbloem door de gemeente Zwolle
Indiendatum: okt. 2007
Vragen van het lid Thieme van de Partij voor de Dieren aan de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Justitie over de vernieling van de zeldzame kievitsbloem door de gemeente Zwolle
1. Kent u het bericht 'Zwolle erkent vernieling beschermde plant' uit de Stentor d.d. 8 oktober 2007 (1)?
2. Kunt u aangeven of de AID proces verbaal heeft opgemaakt tegen de vernieling van deze zeldzame populatie die een intercommunautair belang vertegenwoordigt? Zo ja, kunt u inzicht geven in de gehanteerde strafmaat en of u deze afdoende vindt? Zo neen, waarom niet en acht u dat wenselijk en waarom?
3. Kunt u aangeven op welke wijze de actieve bescherming van bedreigde soorten in uw beleid gestalte krijgt en hoe u hiermee toeziet dat lagere overheden zoals gemeenten dit beleid ook naleven?
4. Kunt u aangeven of u deze bescherming afdoende acht om vernieling, beschadiging en vernietiging door overheidsfunctionarissen of door de overheid ingehuurde diensten tegen te gaan? Zo ja, waar blijkt dat uit en hoe verhoudt zich dat tot de vernieling van de kievitsbloem in Zwolle? Zo neen, waarom niet?
5. Bent u met ons van mening dat vormen van welbewuste onachtzaamheid jegens beschermde soorten streng bestraft dienen te worden?
6. Bent u bereid hierop overheidsfunctionarissen extra aan te spreken, met name omdat zij een voorbeeldfunctie vervullen? Zo ja, op welke wijze en binnen welke termijn? Zo neen, waarom niet?
7. Bent u bereid de strafmaat te verhogen en opsporing en handhaving te intensiveren om zo vernietiging of beschadiging van zeldzame beschermde populaties tegen te gaan? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?
(1) De Stentor (http://www.destentor.nl/zwolle/article1985215.ece), 8 oktober 2007 & http://www.rtvoost.nl/nieuws/?id=77961
Indiendatum:
okt. 2007
Antwoorddatum: 20 dec. 2007
Geachte Voorzitter,
Hierbij stuur ik u, mede namens de minister van Justitie, de antwoorden op schriftelijke vragen van het lid Thieme over de vernieling van de zeldzame kievitsbloem door de gemeente Zwolle.
1
Kent u het bericht “Zwolle erkent vernieling beschermde plant” (1)?
Ja.
2, 3, 4, 5, 6 en 7
Kunt u aangeven of de AID proces verbaal heeft opgemaakt tegen de vernieling van deze zeldzame populatie die een intracommunautair belang vertegenwoordigt? Zo ja, kunt u inzicht geven in de gehanteerde strafmaat en of u deze afdoende vindt? Zo neen, waarom niet en acht u dat wenselijk en waarom?
Kunt u aangeven op welke wijze de actieve bescherming van bedreigde soorten in uw beleid gestalte krijgt en hoe u hiermee toeziet dat lagere overheden zoals gemeenten dit beleid ook naleven?
Kunt u aangeven of u deze bescherming afdoende acht om vernieling, beschadiging en vernietiging door overheidsfunctionarissen of door de overheid ingehuurde diensten tegen te gaan? Zo ja, waar blijkt dat uit en hoe verhoudt zich dat tot de vernieling van de kievitsbloem in Zwolle? Zo neen, waarom niet?
Deelt u de mening dat vormen van welbewuste onachtzaamheid jegens beschermde soorten streng bestraft dienen te worden?
Bent u bereid hierop overheidsfunctionarissen extra aan te spreken, met name omdat zij een voorbeeldfunctie vervullen? Zo ja, op welke wijze en binnen welke termijn? Zo neen, waarom niet?
Bent u bereid de strafmaat te verhogen en opsporing en handhaving te intensiveren om zo vernietiging of beschadiging van zeldzame beschermde populaties tegen te gaan? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?
De pro-actieve bescherming van soorten krijgt gestalte door middel van de leefgebieden¬benadering. De wettelijke bescherming van soorten is geregeld in de Flora- en faunawet. Eenieder dient zich te houden aan de bepalingen van de Flora- en faunawet, dus ook lagere overheden en hun functionarissen. Toezicht en opsporing op het gebied van de Flora- en Faunawet geschiedt door de AID in samenwerking met de regionale milieuteams van de politie. Door de samenwerking wordt een doelmatige handhavingsinzet gereali¬seerd. Ik acht de huidige intensiteit van toezicht en opsporing voldoende.
In het onderhavige geval is door de AID proces-verbaal van bevindingen opgemaakt en door Dienst Regelingen van mijn ministerie wordt aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie van overtreding van artikel 8 van de Flora- en faunawet. Op grond van het proces-verbaal en de aangifte zal het Openbaar Ministerie beoordelen of er vervolging dient te worden ingesteld en waaruit deze vervolging zal bestaan.
De strafmaat op overtreding van artikel 8 van Flora- en faunawet is opgenomen in de Wet op de economische delicten. De maximale straf is zes maanden of twee jaren gevangenis¬straf, afhankelijk van of er sprake is van opzet, of een geldboete van de vierde categorie.
Ik acht de strafmaat afdoende.
(1) De Stentor (http://www.destentor.nl/zwolle/article1985215.ece), 8 oktober 2007 en http://www.rtvoost.nl/nieuws/?id=77961
Interessant voor jou
Kamervragen aan de minister van LNV over uitlatingen van de minister waarin zij de kinderen oproept tot stroperij
Lees verderKamervragen aan de minister van VWS over de stagnatie van het herzieningsproces van de EU-Richtlijn 86/609/EEC
Lees verder