Kamervragen aan de ministers van LNV en justitie over het rapen van kievitseieren
Indiendatum: jun. 2007
Vragen van het lid Thieme van de Partij voor de Dieren aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Minister van justitie.
1. Kent u het bericht ‘Aaisiker raapten veel te veel kievitseieren’(1)?
2. Hoe beoordeelt u de schatting van eierrapers dat er dit jaar tenminste 45.000 kievitseieren geraapt zouden zijn? En hoe beoordeelt u de schatting van Provincie en Bond van Friese Vogel Wachters (BFVW) dat het om 6.934 geraapte eieren zou gaan? Kunt u het uiteenlopen van beide cijfers verklaren?
3. Is het toegestane aantal van jaarlijks 6934 geraapte eieren niet een op discutabele uitgangspunten gestoelde uitkomst van een puur theoretische berekening? Is het, om aan de EU-Vogelrichtlijn te voldoen, niet vereist om het exacte aantal geraapte eieren te kennen en dus jaarlijks door onafhankelijke deskundigen te laten monitoren? Zo ja, kunt aangeven hoe u dat denkt te realiseren?
4. Vorig jaar werden er in de koude maand maart nauwelijks eieren geraapt. Dit jaar dus mogelijk 45000. Impliceert dit niet dat het in de Friese ontheffing toegestane jaarlijkse aantal van 6934 zo ver van de jaarlijkse werkelijkheid kan afwijken, dat op geen enkele manier kan worden gegarandeerd dat een langjarig gemiddelde niet boven het getal van 6934 uitkomt? Bent u, gezien recente uitspraken van de Raad van State, van mening dat alleen als deze garantie wel verstrekt kan worden, de onderhavige ontheffing door de provincie Friesland mag worden verleend? Zo ja, welke actie wilt u hierop ondernemen? Zo neen, waarom niet?
5. Bent u van mening dat, nu dit jaar wellicht 7x de toegestane hoeveelheid eieren is geraapt, de provincie Friesland in ieder geval de komende 6 jaar het rapen van eieren helemaal niet mag toestaan, om haar eigen berekeningen geen geweld aan te doen en om haar geloofwaardigheid te behouden? Zo neen, waarom niet?
6. Deelt u de mening dat het gebrek aan onafhankelijk toezicht op het aantal geraapte eieren een probleem kan vormen in de handhaving van de Flora- en faunawet? Zo ja, bent u bereid dat toezicht uit te breiden en/of de vergunning voor het rapen van eieren definitief niet meer te verstrekken? Zo neen, waarom denkt u dat het rapen van bijna 7x de toegestane hoeveelheid eieren in lijn zou kunnen zijn met de uitgangspunten van de Flora- en faunawet?
7. Deelt u de mening dat berichten als deze een gevoel van rechtsongelijkheid kunnen oproepen gelet op het feit dat massale overtreding van de richtlijnen in één specifieke provincie onbestraft zou blijven? Zo ja, op welke wijze wilt u dit gevoel van rechtsontgelijkheid voorkomen? Zo neen, op grond waarvan heeft Friesland deze ontheffing gekregen en bent u van mening dat op grond van deze ontheffing op juiste wijze is gehandeld door eierrapers en waar blijkt dat uit?
8. Deelt u de mening dat het rapen van kievitseieren strijdig is aan het beleid van de regering om weidevogels te beschermen en daarvoor 4 miljoen euro extra uit te trekken waarvan de inzet direct ten goede moet komen aan de weidevogels? Zo ja, op welke wijze gaat u deze tegenstrijdigheid aanpakken en bent u tenminste bereid organisaties waarvan de leden kievitseieren rapen uit te sluiten van deze subsidiestroom? Kunt u uw antwoord toelichten? Zo neen, hoe verantwoord u uw beleid dat u enerzijds subsidie verleent aan de bescherming van weidevogels en dat deze subsidie mogelijk wordt verleend aan organisaties waarvan leden ook kievitseieren rapen?
9. Kunt u aangeven of de kievitsstand het rapen van 45.000 eieren zonder problemen aan zou kunnen? Zo neen, op welke termijn en wijze wilt u ingrijpen om de kievitsstand te beschermen? Zo ja, waarop baseert u die aanname en zijn daarvoor wetenschappelijk verantwoorde gegevens beschikbaar? Als de gegevens ontbreken, bent u dan van mening dat te allen tijde het voorzorgsprincipe moet worden toegepast en dat in ieder geval gestopt moet worden met het rapen van kievitseieren totdat wetenschappelijk is aangetoond dat het rapen van kievitseieren geen invloed heeft op de populatieomvang, mede gezien het feit dat de EU-Vogelrichtlijn dit eist?
10. Bent u bereid een nader onderzoek in te stellen naar aanleiding van dit bericht om vast te stellen op welke schaal kievitseieren zijn geraapt en in hoeveel gevallen politie en justitie hebben ingegrepen bij overtreding van de vergunning? Zo ja, binnen welke termijn en op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
11. Ligt het voor de hand dat een aantal van 4.000 eierrapers gemiddeld minder dan 2 eieren raapt, zoals de officiële lezing luidt?
12. Hoe beoordeelt u de schatting van eierrapers dat er dit jaar tenminste 45.000 kievitseieren geraapt zouden zijn? En hoe beoordeelt u de schatting van Provincie en Bond van Friese Vogel Wachters (BFVW) dat het om 6.934 geraapte eieren zou gaan? Kunt u het uiteenlopen van beide cijfers verklaren?
13. Deelt u de mening dat het gebrek aan onafhankelijk toezicht op het aantal geraapte eieren een probleem kan vormen in de handhaving van de Flora- en faunawet? Zo ja, bent u bereid dat toezicht uit te breiden en/of de vergunning voor het rapen van eieren definitief niet meer te verstrekken? Zo neen, waarom denkt u dat het rapen van bijna 7x de toegestane hoeveelheid eieren in lijn zou kunnen zijn met de uitgangspunten van de Flora- en faunawet?
14. Deelt u de mening dat berichten als deze een gevoel van rechtsongelijkheid kunnen oproepen gelet op het feit dat massale overtreding van de richtlijnen in één specifieke provincie onbestraft zou blijven? Zo ja, op welke wijze wilt u dit gevoel van rechtsontgelijkheid voorkomen? Zo neen, op grond waarvan heeft Friesland deze ontheffing gekregen en bent u van mening dat op grond van deze ontheffing op juiste wijze is gehandeld door eierrapers en waar blijkt dat uit?
15. Deelt u de mening dat het rapen van kievitseieren strijdig is aan het beleid van de regering om weidevogels te beschermen en daarvoor 4 miljoen euro extra uit te trekken waarvan de inzet direct ten goede moet komen aan de weidevogels? Zo ja, op welke wijze gaat u deze tegenstrijdigheid aanpakken en bent u tenminste bereid organisaties waarvan de leden kievitseieren rapen uit te sluiten van deze subsidiestroom? Kunt u uw antwoord toelichten? Zo neen, hoe verantwoord u uw beleid dat u enerzijds subsidie verleent aan de bescherming van weidevogels en dat deze subsidie mogelijk wordt verleend aan organisaties waarvan leden ook kievitseieren rapen?
16. Kunt u aangeven of de kievitsstand het rapen van 45.000 eieren zonder problemen aan zou kunnen? Zo neen, op welke termijn en wijze wilt u ingrijpen om de kievitsstand te beschermen? Zo ja, waarop baseert u die aanname en zijn daarvoor wetenschappelijk verantwoorde gegevens beschikbaar? Als de gegevens ontbreken bent u dan van mening dat te allen tijde het voorzorgsprincipe moet worden toegepast en dat in ieder geval gestopt moet worden met het rapen van kievitseieren totdat wetenschappelijk is aangetoond dat het rapen van kievitseieren geen invloed heeft op de populatieomvang?
17. Bent u bereid een nader onderzoek in te stellen naar aanleiding van dit bericht om vast te stellen op welke schaal kievitseieren zijn geraapt en in hoeveel gevallen politie en justitie hebben ingegrepen bij overtreding van de vergunning? Zo ja, binnen welke termijn en op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
18. Ligt het voor de hand dat een aantal van 4.000 eierrapers gemiddeld minder dan 2 eieren raapt, zoals de officiële lezing luidt?
(1) d.d. 7 juni 2007 http://www.leeuwardercourant.nl/nieuws/regio/article1989824.ece?secId=51
Indiendatum:
jun. 2007
Antwoorddatum: 19 aug. 2007
Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik u, mede namens mijn ambtgenoot van Justitie, toekomen de antwoorden op de vragen gesteld door het lid Thieme (PvdD) aan de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Justitie over het rapen van kievitseieren.
1
Kent u het bericht ‘Aaisiker raapten veel te veel kievitseieren’?
Ja.
2, 4, 5, 7 en 9
Hoe beoordeelt u de schatting van eierrapers dat er dit jaar tenminste 45.000 kievitseieren geraapt zouden zijn? Hoe beoordeelt u de schatting van Provincie en Bond van Friese Vogel Wachters (BFVW) dat het om 6.934 geraapte eieren zou gaan? Kunt u het uiteenlopen van beide cijfers verklaren?
Weet u dat er vorig jaar in de koude maand maart nauwelijks eieren geraapt werden? Weet u dat het aantal dit jaar dus mogelijk 45000 was? Impliceert dit niet dat het in de Friese ontheffing toegestane jaarlijkse aantal van 6934 zo ver van de jaarlijkse werkelijk¬heid kan afwijken, en dat op geen enkele manier kan worden gegarandeerd dat een langjarig gemiddelde niet boven het getal van 6934 uitkomt? Deelt u, gezien recente uitspraken van de Raad van State, de mening dat alleen als deze garantie wel verstrekt kan worden, de onderhavige ontheffing door de provincie Friesland mag worden verleend? Zo ja, welke actie wilt u hierop ondernemen? Zo neen, waarom niet?
Deelt u de mening dat, nu dit jaar wellicht zeven keer de toegestane hoeveelheid eieren is geraapt, de provincie Friesland in ieder geval de komende 6 jaar het rapen van eieren helemaal niet mag toestaan, om haar eigen berekeningen geen geweld aan te doen en om haar geloofwaardigheid te behouden? Zo neen, waarom niet?
Deelt u de mening dat berichten als deze een gevoel van rechtsongelijkheid kunnen oproepen gelet op het feit dat de massale overtreding van de richtlijnen in één specifieke provincie onbestraft blijft? Zo ja, op welke wijze wilt u dit gevoel van rechtsontgelijkheid voorkomen? Zo neen, op grond waarvan heeft de provincie Friesland deze ontheffing gekregen? Deelt u de mening dat op grond van deze ontheffing op juiste wijze is gehan¬deld door de eierrapers? Zo ja, waar blijkt dat uit?
Kunt u aangeven of de kievitsstand het rapen van 45.000 eieren zonder problemen aan zou kunnen? Zo ja, waarop baseert u die aanname en zijn daarvoor wetenschappelijk verant¬woorde gegevens beschikbaar? Zo neen, op welke termijn en op welke wijze wilt u in¬grijpen om de kievitsstand te beschermen? Als de gegevens ontbreken, deelt u dan de mening dat te allen tijde het voorzorgsprincipe moet worden toegepast en dat in ieder geval gestopt moet worden met het rapen van kievitseieren totdat wetenschappelijk is aangetoond dat het rapen van kievitseieren geen invloed heeft op de populatieomvang, mede gezien het feit dat de EU-Vogelrichtlijn dit eist?
De Bond van Friese Vogelbeschermings Wachten rapporteert uiterlijk 1 oktober van elk jaar aan gedeputeerde staten hoeveel eieren zijn geraapt. De Regeling zoeken, rapen en beschermen van kievitseieren Flora- en faunawet schrijft dat voor. Gedeputeerde Staten van Friesland hebben mij gerapporteerd dat in het seizoen 2006 een totaal van 4566 kievitseieren is geraapt. In afwachting van het cijfer van dit jaar ga ik niet in op schat¬tingen.
Gedeputeerde Staten, niet ik, kunnen ontheffing verlenen voor het zoeken en rapen van kievitseieren aan samenwerkingsverbanden van weidevogelbeschermers. Op basis van de gegevens over het aantal geraapte eieren zullen Gedeputeerde Staten beoordelen of er al dan niet in strijd met de door Gedeputeerde Staten verleende ontheffing is gehandeld.
Het toezicht op de naleving van de voorwaarden en beperkingen is primair een verantwoordelijkheid van Gedeputeerde Staten.
3 en 6
Is het toegestane aantal van jaarlijks 6934 geraapte eieren niet een op discutabele uit¬gangspunten gestoelde uitkomst van een puur theoretische berekening? Is het, om aan de EU-Vogelrichtlijn te voldoen, niet vereist om het exacte aantal geraapte eieren te kennen en dus jaarlijks het rapen van deze eieren door onafhankelijke deskundigen te laten moni¬toren? Zo ja, kunt u aangeven hoe u dat denkt te realiseren?
Deelt u de mening dat het gebrek aan onafhankelijk toezicht op het aantal geraapte eieren een probleem kan vormen bij de handhaving van de Flora- en faunawet? Zo ja, bent u bereid dat toezicht uit te breiden of de vergunning voor het rapen van eieren definitief niet meer te verstrekken? Zo neen, waarom denkt u dat het rapen van bijna zeven keer de toegestane hoeveelheid eieren in lijn zou kunnen zijn met de uitgangspunten van de Flora- en faunawet?
Op grond van de Vogelrichtlijn mogen kievitseieren worden geraapt, zij het in kleine hoeveelheden. Er moet worden gewaarborgd dat de omvang van de populatie op een bevredigend niveau wordt gehandhaafd. Dit betekent dat een duidelijke en in de praktijk hanteerbare grens moet worden bepaald voor het aantal te rapen eieren, in dit geval in het licht van de Friese kievitenpopulatie.
Gedeputeerde Staten van Friesland hanteren het zogenoemde ORNIS-criterium. Volgens dit criterium moet iedere tol van minder dan één procent van de totale jaarlijkse sterfte aan de betrokken populatie (gemiddelde waarde) als kleine hoeveelheid worden be¬schouwd. Het Hof van Justitie gebruikt dit criterium als maatstaf om te beoordelen of sprake is van kleine hoeveelheden (zaak C-79/03 (Commissie/Spanje)). Het ORNIS-criterium is juridisch niet bindend voor de lidstaten, maar wordt gebruikt wegens het wetenschap¬pelijke gezag van de adviezen van het ORNIS-comité en bij gebreke van overlegging van enig wetenschappelijk tegenbewijs. Het ORNIS-comité is ingesteld overeenkomstig de Vogelrichtlijn, bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten en wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie.
Teneinde aan het ORNIS-criterium en derhalve aan de Vogelrichtlijn te voldoen, hebben Gedeputeerde Staten van Friesland het aantal eieren dat mag worden geraapt vastgesteld op 6934. Dit is een meerjaarlijks gemiddelde becijferd door het Centrum voor Milieu¬wetenschappen van de Universiteit Leiden. Dit meerjaarlijks gemiddelde is gebaseerd op onderzoeks- en monitoringsgegevens over een groot aantal jaren.
Met het vastgestelde aantal hangt ook de beperking door gedeputeerde staten van de raapperiode met acht dagen tot 1 april samen (1).
De Regeling zoeken, rapen en beschermen van kievitseieren Flora- en faunawet schrijft verder voor dat het erkende samenwerkingsverband van weidevogelbeschermers waaraan ontheffing is verleend het aantal geraapte eieren jaarlijks meldt aan gedeputeerde staten. Ik heb geen reden om te twijfelen aan de juistheid van die meldingen.
8
Deelt u de mening dat het rapen van kievitseieren strijdig is met het beleid van de regering om weidevogels te beschermen en daarvoor 4 miljoen euro extra uit te trekken waarvan de inzet direct ten goede moet komen aan de weidevogels? Zo ja, op welke wijze gaat u deze tegenstrijdigheid aanpakken? Bent u bereid organisaties waarvan de leden kievits¬eieren rapen uit te sluiten van deze subsidiestroom? Kunt u uw antwoord toelichten?
Zo neen, hoe verantwoordt u uw beleid dat u enerzijds subsidie verleent aan de bescher¬ming van weidevogels en dat deze subsidie mogelijk wordt verleend aan organisaties waarvan de leden ook kievitseieren rapen?
Neen. Er is geen sprake van strijdigheid met het regeringsbeleid. Tegenover het mogen zoeken en rapen van kievitseieren staan immers verplichte beschermingsactiviteiten (artikel 60, derde lid, Flora- en faunawet) voor degene die eieren zoekt en raapt. Uit het jaarverslag van de Friese Bond van Vogelbeschermings Wachten over 2006 blijkt dat 13662 beschermingshandelingen, zoals het plaatsen van stokken en nestbeschermers, zijn uitgevoerd en dat op in totaal 170.828 ha nazorg is verricht. Van deze beschermings¬activiteiten profiteren ook andere weidevogels dan de kievit.
10
Bent u bereid een nader onderzoek in te stellen naar aanleiding van dit bericht om vast te stellen op welke schaal kievitseieren zijn geraapt en in hoeveel gevallen politie en justitie hebben ingegrepen bij overtreding van de vergunning? Zo ja, binnen welke termijn en op welke wijze? Zo neen, waarom niet?
Zoals aangegeven in mijn antwoord op vragen 2, 4, 5, 7 en 9 rapporteert de Bond van Friese Vogelbeschermings Wachten uiterlijk 1 oktober van elk jaar aan Gedeputeerde Staten hoeveel eieren zijn geraapt. Ik wacht de cijfers van dit jaar af.
In de provincie Friesland zijn blijkens informatie van het Centraal Justitieel Incasso Bureau tussen 1 januari 2005 en 1 juni 2007 geen processen-verbaal opgemaakt, noch voor het in de toegestane periode rapen van kievitseieren zonder eierzoekkaart, noch voor het buiten de toegestane periode rapen van kievitseieren. In de provincies Groningen, Drenthe, Noord-Brabant en Limburg zijn tussen 1 januari 2005 en 1 juni 2007 bij elkaar zes processen-verbaal opgemaakt inzake het rapen van kievitseieren.
11
Ligt het voor de hand dat 4.000 eierrapers gemiddeld minder dan 2 eieren rapen, zoals de officiële lezing luidt?
Ik heb gezien de eerdere gegevens over het voorgaande jaar geen reden om hieraan te twijfelen.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
(1) Door het Centrum voor Milieuwetenschappen van de Universiteit Leiden is berekend dat op de terreinen in Friesland, die voor de rapers van kievitseieren toegankelijk zijn, in de periode tot 1 april jaarlijks gemiddeld slechts 6856 eieren worden gelegd.
Interessant voor jou
Kamervragen aan de minister van LNV over de bescherming van het vliegend hert
Lees verderKamervragen aan de minister van Binnenlandse Zaken en Justitie over doodgeschoten schaap
Lees verder