Kamervragen aan de ministers van LNV en van VWS over dierlijke eiwitten en menselijke gezondheid
Indiendatum: jan. 2010
Vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) aan de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volkgezondheid, Welzijn en Sport over dierlijke eiwitten en menselijke gezondheid
1. Kent u het bericht "boter verbieden tegen hartkwalen"1?
2. Deelt u de mening van de Britse hartspecialist Kolvekar dat verzadigde, dierlijke vetten een probleem kunnen vormen voor de volksgezondheid? Zo neen, op welke andersluidende wetenschappelijke informatie baseert u zich daarbij? Zo ja, bent u voornemens de consumptie van dierlijke vetten te ontmoedigen uit oogpunt van volksgezondheid?
3. Deelt u de mening van dhr. Kolvekar dat een dieetadvies te vrijblijvend zou zijn, en dat actieve maatregelen noodzakelijk zijn om het gebruik van boter terug te dringen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, aan welke ontmoedigingsmaatregelen denkt u?
4. Vormen de aanbevelingen van dhr. Kolvekar voor u aanleiding om in Europees verband te pleiten voor een stop op Europese promotiecampagnes voor zuivelproducten? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?
5.Bent u bekend met de effecten van een verminderde consumptie van verzadigd vet in Finland die gepaard ging met een significante daling van het aantal hartklachten? Zo neen, bent u bereid kennis te nemen van onderzoek terzake?Zo ja, bent u bereid de resultaten te betrekken bij een preventiebeleid m.b.t hart- en vaatziekten?
6.Deelt u de mening dat er een voorlichtingscampagne zou moeten komen over de gevaren van verzadigde vetten in dierlijke producten? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?
1 http://www.ad.nl/ad/nl/1015/Gezondheid-wetenschap/article/detail/457370/2010/01/18/Boter-verbieden-tegen-hartkwalen.dhtml
Indiendatum:
jan. 2010
Antwoorddatum: 9 feb. 2010
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Thieme (PvdD) over dierlijke vetten en menselijke gezondheid (20 januari 2010).
Vraag 1
Kent u het bericht “Boter verbieden tegen hartkwalen”?
Antwoord
Ja
Vraag 2
Deelt u de mening van de Britse hartspecialist Kolvekar dat verzadigde, dierlijke vetten een probleem kunnen vormen voor de volksgezondheid? Zo nee, op welke andersluidende wetenschappelijke informatie baseert u zich? Zo ja, bent u voornemens de consumptie van dierlijke vetten te ontmoedigen uit het oogpunt van volksgezondheid?
Vraag 3
Deelt u de mening van de heer Kolvekar dat een dieetadvies te vrijblijvend zou zijn, en dat actieve maatregelen noodzakelijk zijn om het gebruik van boter terug te dringen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, aan welke ontmoedigingsmaatregelen denkt u?
Antwoord vraag 2 en 3
Hoge consumptie van verzadigde vetzuren is inderdaad een belangrijke risicofactor voor hart- en vaatziekten. Dierlijke producten, vlees en zuivel, leveren in Nederland gemiddeld ongeveer de helft van de geconsumeerde verzadigde vetzuren. Naast de nadelige voedingsstoffen bevat (mager) vlees en (magere) zuivel echter ook waardevolle voedingsstoffen zoals eiwit, calcium en ijzer. Het gaat om de combinatie van producten die samen een gezond voedingspatroon vormen.
Mijn voedingsbeleid is gebaseerd op enerzijds het gezonder maken van het aanbod en anderzijds op voorlichting zodat de consument in staat is gezond te kiezen. Deze verantwoordelijkheid wil ik niet van de consument overnemen.
Het bedrijfsleven heeft de afgelopen jaren gewerkt aan gezonder maken van het aanbod; er is meer keuze in producten met een gereduceerd vetgehalte of een gezondere vetzuursamenstelling. Vaak zijn deze producten herkenbaar aan een gezond keuze logo. Op het gebied van zuivel is de afgelopen decennia de consumptie sterk verschoven naar varianten met een lager vetgehalte. Ik verwacht dat deze positieve beweging nog doorzet. Het aandeel halfvolle en magere consumptiemelk is de afgelopen twintig jaar van 55% gestegen naar ruim 90 %, ruim driekwart van de yoghurtconsumptie is halfvol of mager. Ook in de productgroep kaas stijgt de consumptie van light varianten (lager vetgehalte). De consumptie van boter (als bak- of smeerproduct) is nog geen 10% ten opzichte van het totale gebruik van (smeerbare) vetten. Ook daar heeft een sterke daling plaatsgevonden.
Het Voedingscentrum geeft in mijn opdracht voorlichting over een gezond voedingspatroon. “Minder verzadigd vet” eten is een van de belangrijke algemene adviezen.
Daarnaast is voor consumptie van zowel melk(producten) als vlees(waren) het advies om magere varianten te kiezen, juist vanwege het vermijden van een te hoge consumptie van verzadigd vet.
Via deze twee wegen stimuleer ik het maken van de gezonde keuze door de consument.
Ik ben niet voornemens aanvullend hierop in het bijzonder de consumptie van dierlijk verzadigd vet te ontmoedigen.
Vraag 4
Vormen de aanbevelingen van de heer Kolvekar voor u aanleiding om in Europees verband te pleiten voor een stop op Europese promotiecampagnes voor zuivelproducten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?
Antwoord
Nee. Het belangrijkste voor een gezond voedingspatroon zijn gevarieerde en evenwichtige keuzes, zie ook mijn antwoord op vraag 2 en 3. Eén van de vereisten in de communautaire regeling voor voorlichting en afzetbevordering is dat bij programma's "… gewezen moet worden op de beschikbaarheid van zuivelproducten met een lager vetgehalte die geschikter zijn voor bepaalde consumenten". In lijn met de ambities uit de nota duurzaam voedsel, wordt bij de beoordeling van ingediende promotieprogramma's nadrukkelijk gekeken naar overeenstemming met kabinetsbeleid op het gebied van verduurzaming en gezondheid. Dit betekent niet dat bepaalde sectoren op voorhand worden uitgesloten van communautaire promotieregelingen.
Vraag 5
Bent u bekend met de effecten van een verminderde consumptie van verzadigd vet in Finland, die gepaard ging met een significante daling van het aantal hartklachten? Zo nee, bent u bereid kennis te nemen van onderzoek terzake? Zo ja, bent u bereid de resultaten te betrekken bij een preventiebeleid met betrekking tot hart- en vaatziekten?
Antwoord
Ik ben bekend met het Finse onderzoek. Het onderzoeksprogramma richtte zich op diverse leefstijlfactoren die gerelateerd zijn aan hart- en vaatziekten. De resultaten zijn toe te schrijven aan het totale programma en maatschappelijke ontwikkelingen, en niet direct aan een van de factoren afzonderlijk.
In mijn preventiebeleid komen ook deze diverse leefstijlfactoren terug. Verbinden van preventie en zorg staat daarbij ook hoog op de agenda. Bij de zorg rond chronische ziekten komt dit bijvoorbeeld terug doordat verbetering van de leefstijl een onderdeel is van de zorgstandaarden. In de Zorgstandaard Vasculair risicomanagement is bijvoorbeeld aandacht voor gezonder eten, stoppen met roken, meer bewegen, minder stress.
Vraag 6
Deelt u de mening dat er een voorlichtingscampagne zou moeten komen over de gevaren van verzadigde vetten in dierlijke producten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?
Antwoord
Zie ook mijn antwoord op vraag 2 en 3. Gezien de ontwikkelingen in de markt en de voorlichtingsboodschap die er al is, deel ik uw mening niet.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Interessant voor jou
Kamervragen aan de minister van LNV en de staatssecretaris van Europese Zaken over het niet naleven van de Vogelrichtlijn door Malta
Lees verderKamervragen aan de minister van LNV over niet beantwoorde vragen
Lees verder