Kamervragen aan de ministers van LNV en VWS over doping in de paardensport
Indiendatum: mrt. 2008
Vragen van het lid Ouwehand aan de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Volksgezondheid, Welzijn en Sport over doping in de paardensport
- Kent u het bericht `Financieel belang verleidt ruiters’?
- Kunt u aangeven bij hoeveel spring- en dressuurpaarden jaarlijks doping wordt aangetroffen door de FEI (wereldpaardensportfederatie)? Zo neen, waarom niet?
- Kunt u aangeven in welk stadium het onderzoek dat door de Dienst Opsporing van de AID wordt uitgevoerd naar het gebruik van prestatieverhogende middelen bij drafpaarden zich momenteel bevindt? Wanneer zullen de resultaten hiervan aan de Kamer verstuurd worden?
- Deelt u de mening dat de grote financiële belangen die met de paardensport gemoeid zijn de eerlijke competitie en fairplay, die door FEI en KNHS-sport centraal gesteld, bemoeilijken? Zo ja, bent u bereid hier in samenwerking met de LEI en KNHS-sport betere richtlijnen voor op te stellen? Zo neen, waarom niet?
- Bent u van mening dat het huidige beleid afdoende is om dopinggebruik in de hippische wereld aan banden te leggen? Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot het groeiende gebruik van verboden middelen in de paardensport? Zo neen, bent u bereid aanvullende maatregelen te treffen?
- Deelt u de mening dat kennis over de juiste trainings- en verzorgingswijzen van paarden bij ruiters, trainers en artsen vergroot dient te worden? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn wilt u dit bewerkstelligen? Zo neen, kunt u dit toelichten?
- Bent u bereid de controle op doping- en medicamentgebruik bij spring en dressuurpaarden verder aan te scherpen? Zo ja, op welke wijze en binnen welke termijn? Zo neen, waarom niet?
Indiendatum:
mrt. 2008
Antwoorddatum: 18 mei 2008
1
Kent u het bericht `Financieel belang verleidt ruiters’?¹
Ja.
2
Bij hoeveel spring- en dressuurpaarden wordt jaarlijks doping aangetroffen door de FEI (wereldpaardensportfederatie)? Indien niet bekend is, waarom is dat niet bekend?
De Fédération Equestre Internationale (FEI) publiceert het aantal uitgevoerde doping¬controles, de uitkomsten ervan en de tuchtrechtelijke afhandeling op haar website in haar jaarverslag. Gegevens over de afgelopen jaren zijn:
aantal controles
positief
2004
2237
4,6%
2005
2563
2,3%
2006
3171
2,6%
2007
3270
1,1%
3
Kunt u uiteenzetten in welk stadium het onderzoek dat door de Dienst Opsporing van de Algemene Inspectiedienst wordt uitgevoerd naar het gebruik van prestatieverhogende middelen bij drafpaarden zich momenteel bevindt? Wanneer zullen de resultaten hiervan aan de Kamer verstuurd worden?
Bij de beantwoording van de Kamervragen van lid Van Velzen (31 oktober 2007, TK 2007-2008, Aanhangsel, nr. 970) heb ik u gemeld dat er door de Algemene Inspectiedienst, dienstonderdeel opsporing (AID-DO) een onderzoek wordt uitgevoerd naar het gebruik van prestatieverhogende middelen bij drafpaarden. Het onderzoek bevindt zich momenteel in de afrondende fase en zal naar verwachting in mei 2008 volledig worden overgedragen aan het Openbaar Ministerie. De bevindingen worden door AID-DO vastgelegd in een beleidsrapportage.
Het onderzoek vindt plaats onder gezag van het Openbaar Ministerie en daarom is het niet aan mij om over de inhoud van het onderzoek te rapporteren.
4
Deelt u de mening dat de grote financiële belangen die met de paardensport gemoeid zijn de eerlijke competitie en fairplay, die door de Fédération Equestre Internationale (FEI) en de Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie (KNHS) centraal gesteld, bemoeilijken? Zo ja, bent u bereid hier in samenwerking met de FEI en de KNHS betere richtlijnen voor op te stellen? Zo neen, waarom niet?
Door de grote belangen binnen de topsport, waaronder financiële, kunnen eerlijke competitie en fair play inderdaad onder druk komen te staan. Vandaar dat er voor de topsport een strikt antidopingbeleid wordt gevoerd. Dat is ook het geval voor de paardensport onder de vlag van de FEI en de KNHS. De sector zelf is verantwoordelijk voor een goede uitvoering van dat beleid, dat voornamelijk wordt vormgegeven door het geven van voorlichting, het uitvoeren van dopingcontroles (zowel bij mens als dier) en de eventuele tuchtrechtelijke afhandeling. De hiertoe opgestelde richtlijnen acht ik voldoende.
5
Bent u van mening dat het huidige beleid afdoende is om dopinggebruik in de hippische wereld aan banden te leggen? Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot het groeiende gebruik van verboden middelen in de paardensport? Zo neen, bent u bereid aanvullende maatregelen te treffen?
Ik ben van mening dat het huidige beleid afdoende is. Van een groeiend gebruik van verboden middelen in de paardensport is geen sprake, mede gezien de neerwaartse tendens van het aantal positieve uitslagen bij dopingcontroles.
6
Deelt u de mening dat kennis over de juiste trainings- en verzorgingswijzen van paarden bij ruiters, trainers en artsen vergroot dient te worden? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn wilt u dit bewerkstelligen? Zo neen, kunt u dit toelichten?
De analyse van Wageningen UR wijst uit dat er sprake is van welzijnsproblemen met betrekking tot de trainings- en verzorgingswijze. Tegelijkertijd wijst het rapport erop dat er belangrijke kansen voor verbetering liggen bij voorlichting, bewustwording, en een betere kennisontsluiting en -overdracht.
Zoals verwoord in de nota Dierenwelzijn zal ik eerst de sector de gelegenheid geven om met welzijnsverbeterende maatregelen te komen op het gebied van huisvesting, voeding, training en transport. De sector stelt hiertoe op dit moment een plan van aanpak op, waarbij het streven is binnen drie jaar dit plan te realiseren.
7
Bent u bereid de controle op doping- en medicamentgebruik bij spring- en dressuur¬paarden verder aan te scherpen? Zo ja, op welke wijze en binnen welke termijn? Zo neen, waarom niet?
Begin maart van dit jaar is met de KNHS een overleg gestart over de ondersteuning van haar antidopingbeleid door de overheid. De aanleiding was het verschil van de overheids¬inzet met betrekking tot het gebruik van doping door de mens en door het dier. Ik verwacht dit overleg in de loop van het jaar af te ronden met het maken van afspraken over een ruimere ondersteuning door de overheid van de preventieve activiteiten van het KNHS om het gebruik van doping bij dieren tegen te gaan.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
¹) www.volkskrant.nl, 27 maart 2008
Interessant voor jou
Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over het uitblijven van maatregelen om mensen te beschermen tegen dierziekten
Lees verderKamervragen aan de minister van LNV over het lot van levende kreeft van minister Verburg
Lees verder