Mondelinge vragen Ouwehand over de onveranderde structurele mishandeling van eenden
en de toekomst van de eendenindustrie in Nederland
Indiendatum: 21 jan. 2025
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. "Alle eendjes zwemmen in het water" is zo'n vrolijk kinderliedje dat goed weergeeft dat geen enkele Nederlander het in zijn hoofd zou halen om eenden aan hun nek uit de sloot te trekken, in een krat te proppen en zwaar te mishandelen op weg naar het slachthuis. Als je dat zou doen, dan zou je door je buren worden aangegeven en misschien zelfs een tik op je gezicht krijgen. Het mag in elk geval niet.
Hoe anders is dat in de Nederlandse eendenindustrie, die louter produceert voor de export. Bijna 6 miljoen dieren per jaren worden in stallen gepropt waar ze geen zwemwater hebben, waar ze in zes weken tijd worden vetgemest en waar veel dieren niet eens levend uitkomen. Als ze het einde van die zes of zeven weken hebben gehaald, dan worden ze bruut en grof gevangen en in kratten gesmeten. Het is niet de eerste keer dat we daar beelden van hebben gezien. Dat was al in 2018 het geval. De toenmalige minister zei toen: daar moet de sector mee aan de slag, want ik vind het onacceptabel. In augustus 2024 waren er weer dezelfde beelden. Toen zei deze minister: dat vind ik onacceptabel en daar moet de sector mee aan de slag. Nu, in januari 2025, is het weer aan de orde. Er verandert niks. Die dieren worden mishandeld en de NVWA zegt: het is bizar dat we hier weer staan. Wat gaat de minister doen? Het is tijd voor een einde aan deze industrie die eenden structureel mishandelt.
De voorzitter:
Het woord is aan de minister.
Minister Wiersma:
Dank, voorzitter, en dank ook aan mevrouw Ouwehand voor het inbrengen van deze vraag, deze vragen. Laat ik vooropstellen dat ik blijf bij het standpunt dat ik in augustus had. Dat is dat het ruw behandelen, mishandelen, van eenden op het moment dat zij gevangen worden om naar het slachthuis te gaan, onacceptabel is. Dat heb ik toen gezegd en dat vind ik nog steeds. Ik vind het zelf ook onbegrijpelijk dat, ondanks dat er al een aantal keren veel aandacht geweest is voor misstanden in deze sector, de zelfregulering onvoldoende functioneert om hier echt in de hele keten mee aan de slag te gaan.
Ik vind het prematuur om te zeggen dat we op basis van deze beelden een hele sector gaan beëindigen, maar ik ben wel van mening dat er echt iets moet gebeuren. Op basis van de beelden van augustus is er door de NVWA begonnen met verscherpt toezicht en verscherpte handhaving. Ik ondersteun dat ook. In de handhavings- en toezichtstrategie van 2025 wordt er echt geïntensiveerd gecontroleerd op de bedrijven. Dat juich ik ook van harte toe. Ik wil daarbij wel de kanttekening maken dat de NVWA zelf de overtredingen niet heeft gezien, ook niet bij een inspectie. Op dit moment is de NVWA echter de beelden die naar buiten gekomen zijn, aan het analyseren om te kijken of er ook daadwerkelijk sprake is van vast te stellen overtredingen in deze aangeleverde beelden. Ik kan uw Kamer toezeggen dat ik bereid ben om een brief met u te delen met de bevindingen over de beelden, zodra deze resultaten er zijn en ik die van de NVWA heb ontvangen. Uiteraard heeft de NVWA ook mijn volle steun bij het intensiveren en het opvoeren van de inspecties en het toezicht.
Mevrouw Ouwehand geeft ook aan dat er in deze sector, los van deze beelden, ook andere welzijnsaspecten van toepassing zijn. Ik ben daarom van plan om deze sector in het vervolg ook mee te nemen in het traject van de dierwaardige veehouderij, om daarin te komen tot concrete afspraken die ook afdwingbaar zijn. Daarbij is deze sector echt aan de beurt om nu te leveren. Het gaat om de sector in zijn geheel. Het is een kleine sector met een duidelijke keten, van de slachterij tot aan de vangbedrijven en de primaire producenten. Ik verwacht echt dat deze sector nu zelfregulering laat zien en dat we daar concrete afspraken over gaan maken, die we vastleggen in het vervolgtraject voor de dierwaardige veehouderij. De eendensector werd expliciet benoemd in de toelichting bij het amendement-De Groot/Van Campen dat daarover gaat. In dat vervolgtraject zullen die dierenwelzijnsvraagstukken ook aan de orde komen.
Het gaat me wel te ver, moet ik zeggen, om op basis hiervan een hele sector af te schaffen waarin ook bedrijven zitten die het goed doen. Er zijn ook beelden van bedrijven waar geen overtredingen geconstateerd zijn. Dus dat gaat wat mij betreft te ver, maar ik ben wel van mening dat er echt iets moet gebeuren.
Dat is de eerste beantwoording op de bijdrage van het lid Ouwehand.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ja, waar te beginnen? De NVWA heeft geen overtredingen vastgesteld, zei de minister. In 2018 ze de NVWA al letterlijk: we kunnen niet bij elk moment van het vangen en laden van de dieren aanwezig zijn, en als we controles uitvoeren, vinden die misstanden natuurlijk niet plaats. Dat is een letterlijk citaat van inmiddels zesenhalf jaar geleden. De NVWA weet dat ze zich gedragen als er een inspecteur is.
De andere woorden die de minister spreekt, namelijk dat de sector aan de lat staat voor een dierwaardige veehouderij, zijn een echo van die van minister Verburg van het CDA. Die zei: "Het is onacceptabel hoe die dieren lijden; ze kunnen niet zonder zwemwater. Ik vertrouw erop dat de sector ermee aan de slag gaat, want ik meen het echt, hoor. Echt waar. Het moet allemaal dierwaardig." Vijftien jaar later wil ik wel even van de minister weten hoeveel dieren er per bedrijf doodgaan. Hoeveel worden er opgeraapt door de boer en in de vuilnisbak gegooid om opgehaald te worden door Rendac? Hoeveel zijn dat er? Wat is er aan de dood van die dieren voorafgegaan? Zijn ze verzorgd? Is er een dierenarts gekomen? Hebben ze pijnstilling gekregen? Dat zou ik wel van de minister willen horen. Wil ze dus even schetsen hoe het leven van die dieren eruitziet?
Ze kan helemaal niet onderbouwen dat er bedrijven zijn die het goed doen. Dit gebeurt in al die bedrijven; dat lijden is structureel. De minister moet niet beweren dat er een soort diervriendelijke eendenstal is waar alles goed gaat en de eenden blij zijn, en dat er een paar rotte appels zijn. Zo is het niet. In de hele sector lijden deze dieren structureel. Ik vind dat de minister de feiten moet vertellen.
Er is ook een probleem met stikstof. Het is een van de grootste uitstoters. Door de uitstoot van stikstof van onder andere de eendenhouderij sterven op onze Veluwe onze bomen en eiken, en kunnen koolmeesjes geen eieren meer leggen. En als het ze lukt om een ei te leggen, breken hun jongen hun pootjes in het nest. Een groot probleem voor de minister. Deze slachterij houdt zich al jarenlang niet aan de regels. Dat is illegaal. Zelfs de gemeente, die ze nota bene alle kansen heeft gegeven om te legaliseren, is het nu spuugzat. Het is dus niet: ik vind het te ver gaan om nu een hele sector te verbieden. Nee, de minister moet aan de kant van de gemeente gaan staan en zeggen: "Het is afgelopen. Er is sprake van structureel dierenleed. Structureel wordt de wet niet nageleefd. Er is overlast voor de omgeving en stikstofuitstoot. Afgelopen ermee."
Minister Wiersma:
Zoals ik zojuist in mijn beantwoording aangaf, zie ik zeker dat er in deze sector stappen worden gezet op het gebied van dierenwelzijn. Dat is ook de reden dat ik vind dat ze in het vervolgtraject van de dierwaardige veehouderij concreet meegenomen moeten worden. De punten van mevrouw Ouwehand kunnen daarin ook een plek krijgen. Het staat voorop dat wij in Nederland het traject dierwaardige veehouderij hebben. We zijn nu in de gelegenheid om strakke afspraken met de sector te maken om die zo afdwingbaar de richting op te laten bewegen die wij wensen. We moeten met elkaar dus vaststellen welke stappen gezet moeten worden. Binnen een bepaald tijdsbestek — daarover gaan we met elkaar in gesprek — moet dat dan ook gebeuren. Op het moment dat we deze sector per direct stoppen, betekent dat dat die eenden in een land gehouden worden waar ze dit niet kennen. Het is mijn uitgangspunt om nu met deze sector concrete stappen te zetten op de door mevrouw Ouwehand aangedragen punten. Ik zie daarin absoluut een heel grote verantwoordelijkheid voor die hele keten, en het is een kleine keten. Juist omdat het een kleine keten is, is er sprake van vermogen om tot zelfregulering over te gaan. Die kans hebben ze inderdaad gehad, ook bij toenmalig minister Verburg. Dat geeft mevrouw Ouwehand ook aan. Daarom zeg ik dat we dat gaan meenemen in de dierwaardige veehouderij en dat we concrete afspraken gaan maken. Ik verwacht ook dat er nu gewoon geleverd wordt.
Het is uiteraard zo dat de NVWA toezicht houdt op eendenslachterijen. Ik ondersteun de advisering die zij mij daarover geven. Op dit moment is de NVWA goed in gesprek met deze slachterij en worden hier afspraken over gemaakt. Het toezicht is geïntensiveerd. Ik heb van de inspecteur-generaal van de NVWA begrepen dat ze kijken of er ook toezicht gehouden kan worden met behulp van drones, omdat het punt dat mevrouw Ouwehand, terecht, aangeeft, herkend wordt, namelijk dat de beelden bij een aangekondigde inspectie niet goed naar voren komen. We zullen dus onderzoeken of en hoe we dit mogelijk kunnen maken. Dit heeft namelijk nog best wel met wet- en regelgeving te maken. Ik ondersteun het ten volle om drones in deze sector in te kunnen zetten.
Tot zover, voorzitter.
(…)
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Volgens mij krijgt de minister morgen van de rechter te horen dat ze héél snel moet zorgen dat de stikstofcrisis wordt opgelost om de Nederlandse natuur te beschermen. Deze sector is een van de grote uitstoters. Ik had haar ook gevraagd hoe ze nou kijkt naar die slachterij, die dus de hele sector beheerst, of nou ja, "de hele sector", 30 stallen. Dit is al jaren illegaal. De gemeente is in een enorm moeilijk gevecht verwikkeld. Gaat ze nou aan de kant van die gemeente staan? Zegt zij: "ik steun het bevoegd gezag, want iedere Nederlander moet zich aan de wet houden, dus zeker ook zo'n bedrijf"? Wat gaat ze doen?
Minister Wiersma:
Het uitgangspunt is natuurlijk dat iedereen zich aan de wet moet houden. Als dat niet gebeurt, dan moeten we daar iets mee. Dat lijkt me logisch.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Oké. Ik denk dat ze zich in Ermelo zeer gesteund voelen door de minister. Ik zou zeggen: daar moet een tandje bij.
Voorzitter. Ik kom bij mijn laatste vraag, want ik heb er nog maar één. De minister vindt dat ze zelf heel goed weet hoe het met het dierenwelzijn in Nederland gaat. Maar hoeveel dieren gaan er nou dood? Dat heeft ze niet gezegd, dus mijn conclusie is dat ze dat niet weet. Er komen 180.000 eenden per jaar niet levend de stal uit. Er sterven vijftien dieren per dag in de stal. Zij krijgen geen medische verzorging en geen pijnstilling. Ze creperen daar gewoon. De minister probeert hier te zeggen dat er ook bedrijven zijn waar het wel goed gaat, terwijl de feiten zeggen dat dit is hoe dieren aan hun einde komen in iedere eendenstal in Nederland. We hebben er 30. Dat is een grove schande.
Minister Wiersma:
Ik gaf zojuist aan dat er hier in Nederland afspraken tot verbetering kunnen komen met de trajecten die lopen. Het is terecht dat we geen legbatterijen in Nederland willen, maar die productie vindt vervolgens wel elders plaats en daar hebben we helemaal geen zeggenschap meer over. Ik zie dit als een opening om met deze sector in gesprek te gaan over harde afspraken. Ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat we dit soort beelden niet willen.
Interessant voor jou
Vragen van het lid Kostić (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur over het overtreden van het verbod op het doden van aal met een zoutbad.
Lees verder