Schriftelijke vragen van het lid Teunissen aan de minister van Klimaat en Groene Groei over de implementatie van REDIII ten aanzien van het onderdeel ‘biomassaverbranding voor energie’
Indiendatum: 10 jan. 2025
1. Bent u bekend met de brief 'Gemiste kansen in huidige zuivere implementatie EU richtlijn hernieuwbare energie (REDIII)', aangeboden door Comité Schone Lucht op 21 oktober 2024?
2. Deelt u de mening van de auteurs dat de Europese richtlijn REDIII op het onderdeel 'biomassaverbranding voor energie' te generiek is en niet leidt tot de gewenste aanscherping van duurzaamheidscriteria noch tot afbouw van biomassaverbranding?
3. Wat is de reden voor de keuze van een zuivere implementatie en wat is de oorsprong van deze term?
4. Waarom is er niet gekozen voor een ambitieuzere aanpak waarbij Nederland de ruimte benut die REDIII expliciet biedt aan lidstaten om regelgeving aan te passen en aan te scherpen?
5. Welke concrete plannen heeft u voor een snelle afbouw van verbranding van houtige biomassa en BECCS? Kunt u een specifiek tijdspad met maanden en jaartallen verstrekken?
6.. Op welke wijze en wanneer zult u de Kamer informeren over de voortgang van de implementatie van REDIII betreffende 'biomassaverbranding voor energie'?
7. Kunt u specificeren hoe en waar elk van de vier (sub)bepalingen die in de brief en in bijlage 3 over ‘houtige biomassa voor energie’ worden genoemd, in Nederlandse wetgeving worden opgenomen? Wanneer en hoe zult u de Kamer hierover informeren
8. Wat is uw definitie van het cascaderingsprincipe in relatie tot biomassa?
9. Deelt u de mening dat het cascaderingsprincipe een leidend principe is in REDIII, conform het SER-advies uit 2020? Zo ja, hoe gaat u de toepassingsmogelijkheden binnen Nederland beter specificeren en waarborgen? Zo nee, waarom niet?
10. Bent u van mening dat de toepassing van het cascaderingsprincipe inhoudt dat resthout primair voor de productie van houtvezel- en spaanplaat moet worden gebruikt en niet mag worden verbrand? Zo ja, hoe gaat u dit concretiseren in wet- en regelgeving en wanneer?
11. Is aanpassing van de Nederlandse wetgeving nodig voor de implementatie van het cascaderingsprincipe? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
12. Zijn er publieke consultaties voor de implementatie van ‘biomassaverbranding voor energie’ van de REDIII nodig? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
13. Hoe gaat u de onduidelijkheid over de correcte implementatie van het cascaderingsprincipe, zoals vermeld in bijlage 2 van de brief, aanpakken en binnen welke termijn?
14. Deelt u de mening dat SDE-subsidies strikt ingezet dienen te worden voor hoogwaardig gebruik van schaarse biomassa om een circulaire economie te stimuleren? Zo nee, waarom niet?
15. Bent u bekend met artikel 2 (1a) van REDIII, waarin de definitie van houtsoorten 'geschikt voor industrieel gebruik' wordt gegeven?
16. Op welke wijze zorgt u ervoor dat resthout geschikt voor hoogwaardige toepassing binnen de definitie 'geschikt voor industrieel gebruik' valt en niet laagwaardig wordt verbrand?
17. Zijn de bestaande en langlopende SDE-subsidies voor verbranding van houtige biomassa volgens u in strijd met het cascaderingsprincipe en de ambities voor een versnelde circulaire economie? Zo ja, overweegt u deze subsidies anders vorm te geven? Zo nee, waarom niet?
18. Bent u bekend met Artikel 29(7) van REDIII betreffende de effecten van biomassaverbranding op de koolstofopslag in de landsector (LULUCF)? Zo ja, welke klimaatmaatregelen acht u noodzakelijk om deze effecten te beheersen?
19. Bent u bekend met het onderzoek 'Burning up the carbon sink' over de negatieve effecten van houtoogst voor biomassaverbranding op de koolstofopslag? Zo ja, welke klimaatmaatregelen acht u noodzakelijk om deze effecten te beheersen?
20. Hoe stelt u de effecten van 'biomassaverbranding voor energie' op de koolstofopslag in de Nederlandse en buitenlandse ‘land use sector’ vast? Wanneer was de laatste evaluatie, door wie is deze uitgevoerd en kunt u de resultaten delen?
21. Bent u bereid in gesprek te gaan met de auteurs van de brief en afgevaardigden van de internationale coalitie? Zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet?
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Vragen Kostić over het niet ondertekenen van de overeenkomst waarmee toezichthouders eindelijk kunnen ingrijpen bij het houden van te veel dieren in stallen
Lees verderVragen van het lid Teunissen (PvdD) aan de minister voor Klimaat en Groene Groei over de toenemende klimaatschade in Nederland
Lees verder