Schrif­te­lijke vragen Wassenberg en Teunissen over de massale dolfijns­lachting op de Faeröer eilanden


Indiendatum: 21 sep. 2021

Schriftelijke vragen van de leden Wassenberg en Teunissen (beiden Partij voor de Dieren) aan de minister van Buitenlandse Zaken, de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de massale dolfijnslachting op de Faeröer eilanden.

  1. Kent u het bericht ‘Woede om massale dolfijnslachting op Faeröer eilanden’? [1]
  2. Bent u, net als uw ambtsvoorgangers, nog steeds van mening dat het doden van dolfijnen niet acceptabel is en dat deze afschuwelijke slachting nooit plaats had mogen vinden?
  3. Deelt u de mening dat dieren niet gedood of mishandeld zouden mogen worden vanwege tradities? Zo niet, waarom niet?
  4. Is het bij u bekend of er ook andere diersoorten dan grienden en witflankdolfijnen slachtoffer zijn geworden van deze zinloze slachting? Is het bekend of hierbij, net zoals eerder het geval was, meer zeldzame soorten walvissen slachtoffer zijn geworden (Kamerstuk 33400-XIII-136)?
  5. Is, net zoals in het verleden, de Deense marine betrokken geweest bij het faciliteren van deze slachtpartij? Is het bekend of hierbij wederom dierenbeschermers tegengehouden of zelfs gearresteerd zijn?
  6. Deelt u de mening dat de door de Faeröerse regering aangekondigde evaluatie van de jaarlijkse witflankdolfijnslachting te weinig en te laat is? [2] Gaat u de Faeröerse regering krachtig aanspreken op de afschuwelijke slachting?
  7. Bent u bereid Denemarken hierop aan te spreken? Zo ja, wanneer en hoe? Wanneer heeft u weer overleg met Denemarken? Gaat u de Deense ambassadeur ter verantwoording roepen?
  8. Kunt u een opsomming geven van momenten waarop u overeenkomstig met de motie van het lid Ouwehand (TK 21501-32, nr. 734) Denemarken hebt aangesproken op de slachtpartij? Wanneer heeft u dit voor het laatst gedaan? En wat waren de resultaten van het aanspreken van Denemarken op deze slachtpartijen door u en uw voorgangers?
  9. Bent u bereid de dolfijnslachting op de Faeröer eilanden te agenderen voor de aankomende Europese Landbouw- en Visserijraad? Zo niet, waarom niet?
  10. Klopt het dat er nog steeds geen EU-wetgeving is die het slachten van dolfijnen verbiedt? Zijn er pogingen gedaan om tot zulke wetgeving te komen? Zo ja, waarom is dit niet van de grond gekomen? Bent u bereid zich in te zetten voor dergelijke wetgeving?
  11. Bent u bereid om in EU-verband naar gelijksgezinde landen te zoeken om samen druk uit te oefenen op Denemarken en de autoriteiten van de Faeröer eilanden om de slachting te verbieden?
  12. Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?

[1] https://www.trouw.nl/duurzaamheid-natuur/woede-om-massale-dolfijnslachting-op-faeroer-eilanden~b9f20a47/

[2] https://www.government.fo/en/news/news/dolphin-hunt-to-be-evaluated/

Indiendatum: 21 sep. 2021
Antwoorddatum: 10 nov. 2021

1

Kent u het bericht ‘Woede om massale dolfijnslachting op Faeröer eilanden?

Antwoord

Ja.


2

Bent u, net als uw ambtsvoorgangers, nog steeds van mening dat het doden van dolfijnen niet acceptabel is en dat deze afschuwelijke slachting nooit plaats had mogen vinden?

Antwoord

Nederland, als actief lid binnen de International Whaling Commission (IWC), is groot voorstander van de bescherming van alle walvisachtigen en zal zich daar altijd voor blijven inzetten. Ik betreur de massale slachting van dolfijnen die in september heeft plaatsgevonden ten zeerste en ben van mening dat deze jaarlijkse jacht niet acceptabel is.


3

Deelt u de mening dat dieren niet gedood of mishandeld zouden mogen worden vanwege tradities? Zo niet, waarom niet?

Antwoord

Ik deel uw zorg over dierenleed bij de vangst van grienden op de Faeröer eilanden. Onnodig lijden van dieren moet altijd voorkomen worden.

De Nederlandse ambassadeur in Denemarken heeft hierover meerdere gesprekken gevoerd met Faeröerse vertegenwoordigers. In deze gesprekken is ook de boodschap overgebracht dat Nederland deze jacht niet acceptabel vindt.


4

Is het bij u bekend of er ook andere diersoorten dan grienden en witflankdolfijnen slachtoffer zijn geworden van deze zinloze slachting? Is het bekend of hierbij, net zoals eerder het geval was, meer zeldzame soorten walvissen slachtoffer zijn geworden (Kamerstuk 33400-XIII, nr. 136)?

Antwoord

Dit is mij niet bekend.


5

Is, net zoals in het verleden, de Deense marine betrokken geweest bij het faciliteren van deze slachtpartij? Is het bekend of hierbij wederom dierenbeschermers tegengehouden of zelfs gearresteerd zijn?

Antwoord

Dit is mij niet bekend.


6

Deelt u de mening dat de door de Faeröerse regering aangekondigde evaluatie van de jaarlijkse witflankdolfijnslachting te weinig en te laat is? Gaat u de Faeröerse regering krachtig aanspreken op de afschuwelijke slachting?

Antwoord

De Nederlandse ambassadeur in Denemarken heeft hierover meerdere gesprekken gevoerd met Faeröerse vertegenwoordigers. In deze gesprekken is ook de boodschap overgebracht dat Nederland deze jacht niet acceptabel vindt. In reactie hierop is door de Faeröerse vertegenwoordigers duidelijk gemaakt dat zij zich zeer bewust zijn van de internationale kritiek, maar dat een meerderheid van de bevolking op dit moment geen voorstander is van een verbod. Dit zou op termijn kunnen veranderen, omdat de jongere generatie minder gelegen is aan de jacht. De Faeröerse vertegenwoordigers lieten tevens weten dat de slachting van de witflankdolfijnen veel minder gebruikelijk is dan de griendenjacht en dat de Faeröerse autoriteiten strengere regels willen gaan stellen aan deze jacht.


7

Bent u bereid Denemarken hierop aan te spreken? Zo ja, wanneer en hoe? Wanneer heeft u weer overleg met Denemarken? Gaat u de Deense ambassadeur ter verantwoording roepen?

Antwoord

Zoals ik uw Kamer heb gemeld in het antwoord op vraag 6 zijn er gesprekken met de Faeröerse regering. Als autonoom onderdeel van het Koninkrijk Denemarken zijn de Faeröer Eilanden zelf verantwoordelijk voor het beheer van hun natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van de jacht op walvisachtigen.


8

Kunt u een opsomming geven van momenten waarop u overeenkomstig met de motie-Ouwehand (Kamerstuk 21501-32, nr. 734) Denemarken hebt aangesproken op de slachtpartij? Wanneer heeft u dit voor het laatst gedaan? En wat waren de resultaten van het aanspreken van Denemarken op deze slachtpartijen door u en uw voorgangers?

Antwoord

Nederland zet zich in nationaal en internationaal verband zeer in voor de bescherming van alle walvisachtigen. Binnen de International Whaling Commission (IWC), het Verdrag ter bescherming van kleine walvisachtigen in de Noordzee, Oostzee, Keltische Zee en Noordoost Atlantische Oceaan (ASCOBANS) en het Verdrag van Bonn heeft Nederland zich uitgesproken tegen de jacht op kleine walvisachtigen. In bilateraal verband zijn ook Denemarken en de Faeröerse regering hierop aangesproken. Het meeste recent hebben er in de afgelopen weken nog een drietal gesprekken met de Faeröerse overheid plaatsgevonden, waar dit is geadresseerd. Verder verwijs ik uw Kamer ook naar het antwoord op vraag 6.


9

Bent u bereid de dolfijnslachting op de Faeröer eilanden te agenderen voor de aankomende Europese Landbouw- en Visserijraad? Zo niet, waarom niet?

Antwoord

Naar aanleiding van de berichten over de dolfijnslachting en de Kamervragen is er veelvuldig contact geweest met andere EU-landen om dit punt te agenderen en is besloten om in de eerstvolgende Raadswerkgroep over walvisjacht de te nemen stappen te bespreken. Er is ondertussen een verzoek vanuit de Europese Commissie gestuurd om een gezamenlijke reactie voor te bereiden. Nederland zal zich in dit verband ten zeerste inzetten tegen deze jacht.


10

Klopt het dat er nog steeds geen EU-wetgeving is die het slachten van dolfijnen verbiedt? Zijn er pogingen gedaan om tot zulke wetgeving te komen? Zo ja, waarom is dit niet van de grond gekomen? Bent u bereid zich in te zetten voor dergelijke wetgeving?

Antwoord

Artikel 12 van de Habitatrichtlijn verbiedt het doden van beschermde soorten op Annex IV, waaronder walvisachtigen. De Faeröer eilanden vallen echter niet onder de reikwijdte van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie.


11

Bent u bereid om in EU-verband naar gelijksgezinde landen te zoeken om samen druk uit te oefenen op Denemarken en de autoriteiten van de Faeröer eilanden om de slachting te verbieden?

Antwoord

Voor een antwoord op deze vraag verwijs ik naar het antwoord op vraag 9.


12

Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?

Antwoord

Ja.