Vervolgvragen over de dolfijnenslachtingen in Taiji en de handel in dolfijnen voor entertainment
Indiendatum: jan. 2014
Vervolgvragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris van Economische Zaken over de dolfijnenslachtingen in Taiji en de handel in dolfijnen voor entertainment
1. Heeft de Nederlandse ambassadeur in Japan de dolfijnenslachtingen in Taiji inmiddels veroordeeld, zoals toegezegd tijdens het Vragenuur op 21 januari jl? Zo ja, op welke wijze heeft hij dat gedaan en wat waren de reacties daarop? Zo nee, waarom niet?
2. Heeft u gelezen dat dolfijnen die eerder gevangen zijn in Taiji door Rusland zijn gekocht en naar Sotsji zijn getransporteerd om daar de bezoekers van de Winterspelen te entertainen?[1] Deelt u de mening dat de handel in dolfijnen voor entertainment onethisch is, en al helemaal als deze gepaard gaat met slachtingen zoals op Taiji?
3. Is de Nederlandse regering –gelet op de beloofde inzet om het vangen en slachten van dolfijnen door Japan uiteindelijk te kunnen stoppen- bereid zich uit te spreken tegen de inzet van dolfijnen uit Taiji op de Winterspelen? Zo nee, waarom ziet u deze gelegenheid niet als een mogelijkheid om de weerstand tegen de dolfijnenslachtingen te doen toenemen en de druk op Japan te kunnen opvoeren?
4. Wat vindt u ervan dat sinds het nieuwe vangstseizoen in Taiji al zeker tientallen walvisachtigen verkocht zijn aan dierenparken en dolfinaria?
5. Kunt u uiteenzetten wat u tot nu toe heeft gedaan met de motie Ouwehand c.s. die de Nederlandse regering vraagt zich in te zetten voor een Europees verbod op de import van en de handel in uit het wild gevangen dolfijnen?[2] Kunt u voorts uiteenzetten wat tot nu toe het resultaat van uw inzet is geweest? Zo nee, waarom niet?
6. Welke voorbereidingen treft u om op de eerstvolgende vergadering van de Internationale Walvisvaart Commissie met een zo breed mogelijk gesteund voorstel te komen om het beschermingsregime van de IWC uit te breiden naar kleine walvisachtigen zodat ook dolfijnen kunnen worden beschermd?
7. Kunt u uiteenzetten wat de inzet van Nederland was in de voorbereiding van het bezoek van de Europese Commissie aan Japan waarbij het doel was Europese producten te promoten? Heeft u ingebracht dat de Europese Commissie wat Nederland betreft de mensenrechtensituatie, de schending van moratorium op de walvisjacht door Japan en het vangen en slachten van dolfijnen in Taiji aan de orde moest stellen? Zo nee, waarom heeft u dat niet gedaan, terwijl u eerder betoogde dat het stellen van voorwaarden aan een eventueel vrijhandelsakkoord met Japan uw voorkeur niet had maar dat juist onderhandelingen en gesprekken over een vrijhandelsakkoord gelegenheid zouden geven om genoemde zaken aan de orde te stellen bij Japan?
[2] KS. 32123-XIV-122
Indiendatum:
jan. 2014
Antwoorddatum: 21 feb. 2014
Hierbij bied ik u, mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Ouwehand over dolfijnenslachtingen in Taiji en handel in dolfijnen voor entertainment. Deze vragen werden ingezonden op 30 januari 2014 met kenmerk 2014Z01615.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Frans Timmermans
Antwoorden van de minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Ouwehand over dolfijnenslachtingen in Taiji en handel in dolfijnen voor entertainment.
Vraag 1. Heeft de Nederlandse ambassadeur in Japan de dolfijnenslachtingen in Taiji inmiddels veroordeeld, zoals toegezegd door de minister van Buitenlandse Zaken tijdens het mondelinge vragenuur op 21 januari jl.? Zo ja, op welke wijze heeft hij dat gedaan en wat waren de reacties daarop? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1: De Nederlandse ambassadeur heeft op 23 januari zijn afkeuring geuit over de dolfijnenslacht. De reacties op zijn tweet hierover waren in Japan over het algemeen negatief. Nederland wordt verweten de eigen normen op te leggen. Ook wordt gesteld dat het gaat om een eeuwenoude traditie die diepgeworteld is in de lokale cultuur.
Vraag 2. Heeft u gelezen dat dolfijnen die eerder gevangen zijn in Taiji, door Rusland zijn gekocht en naar Sotsji zijn getransporteerd om daar de bezoekers van de Winterspelen te entertainen? 1) Deelt u de mening dat de handel in dolfijnen voor entertainment onethisch is, en al helemaal als deze gepaard gaat met slachtingen zoals op Taiji?
Antwoord 2: Zoals ik aangaf in het mondelinge vragenuur op 21 januari keurt het kabinet deze rituele slacht van dolfijnen af. De handel in dolfijnen wordt gereguleerd door het CITES-verdrag. Deze handel is onder voorwaarden toegestaan volgens internationaal recht. De voorwaarden van de EU zijn strenger, wat betekent dat de handel van in het wild gevangen dolfijnen van en naar de EU niet toegestaan is.
Vraag 3. Is de Nederlandse regering –gelet op de beloofde inzet om het vangen en slachten van dolfijnen door Japan uiteindelijk te kunnen stoppen- bereid zich uit te spreken tegen de inzet van dolfijnen uit Taiji op de Winterspelen? Zo nee, waarom ziet u deze gelegenheid niet als een mogelijkheid om de weerstand tegen de dolfijnenslachtingen te doen toenemen en de druk op Japan te kunnen opvoeren?
Antwoord 3: Zoals tijdens het vragenuur van 21 januari jl. aangegeven, stelt Nederland deze kwestie via de International Whaling Commission (IWC) aan de orde. Nederland zal dit blijven doen. Het betreft een breder internationaal probleem dat in IWC-kader moet worden opgelost.
Vraag 4. Wat vindt u ervan dat sinds het nieuwe vangstseizoen in Taiji al zeker tientallen walvisachtigen verkocht zijn aan dierenparken en dolfinaria?
Antwoord 4: Het kabinet is verontrust over wat zich afspeelt in de baai in Taiji. De jacht vindt echter plaats in de territoriale wateren van Japan waar de internationale gemeenschap geen zeggenschap over heeft. De dolfijnen die in de baai van Taiji gevangen worden behoren tot de beschermde soorten die in Appendix II staan van het CITES-verdrag. Dit betekent dat in bepaalde gevallen internationale handel in deze dieren mogelijk is.
Vraag 5. Kunt u uiteenzetten wat u tot nu toe heeft gedaan met de motie Ouwehand die de Nederlandse regering vraagt zich in te zetten voor een Europees verbod op de import van en de handel in uit het wild gevangen dolfijnen? 2) Kunt u voorts uiteenzetten wat tot nu toe het resultaat van uw inzet is geweest? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5: De reactie van het kabinet op deze motie is aan uw Kamer gestuurd op 15 april 2010, zie Kamerstuk 32123 XIV, nr. 193 in bijlage.
Vraag 6. Welke voorbereidingen treft u om op de eerstvolgende vergadering van de Internationale Walvisvaart Commissie (IWC) met een zo breed mogelijk gesteund voorstel te komen om het beschermingsregime van de IWC uit te breiden naar kleine walvisachtigen zodat ook dolfijnen kunnen worden beschermd?
Antwoord 6: Het kabinet zet zich in internationale fora zoals de IWC in voor het verbieden van de jacht op onder andere dolfijnen. Nederland heeft in 2010 tijdens de jaarvergadering van de IWC (IWC62) gepleit voor het onder het mandaat van de IWC brengen van de kleine walvisachtigen zoals dolfijnen. Een door België ingediend voorstel om dit mogelijk te maken werd door Nederland gesteund maar behaalde helaas geen meerderheid.
Tijdens de laatste jaarvergadering van de IWC in juli 2012 (IWC64) heeft de Nederlandse delegatie een krachtig pleidooi gehouden voor een versterking van de rol van de IWC bij de bescherming van de kleine walvisachtigen. De bereidheid binnen de IWC om het werk uit te breiden naar alle walvisachtigen lijkt te groeien. Nederland is vertegenwoordigd in en heeft een financiële bijdrage gegeven aan de IWC werkgroep voor de bescherming van kleine walvisachtigen. Het kabinet zal zich blijven inzetten voor uitbreiding van het mandaat van de IWC naar de kleine walvisachtigen, samen met andere landen binnen en buiten de EU. Over de inzet van Nederland tijdens de komende jaarvergadering van de IWC in september 2014 zal uw Kamer tijdig worden geïnformeerd.
Vraag 7. Kunt u uiteenzetten wat de inzet van Nederland was in de voorbereiding van het bezoek van de Europese Commissie aan Japan waarbij het doel was Europese producten te promoten? Heeft u ingebracht dat de Europese Commissie wat Nederland betreft de mensenrechtensituatie, de schending van moratorium op de walvisjacht door Japan en het vangen en slachten van dolfijnen in Taiji aan de orde moest stellen? Zo nee, waarom heeft u dat niet gedaan, terwijl u eerder betoogde dat het stellen van voorwaarden aan een eventueel vrijhandelsakkoord met Japan uw voorkeur niet had maar dat juist onderhandelingen en gesprekken over een vrijhandelsakkoord gelegenheid zouden geven om genoemde zaken aan de orde te stellen bij Japan?
Antwoord 7: Tussen de EU en Japan wordt onderhandeld over een vrijhandelsverdrag. In overeenstemming met de Nederlandse inzet zijn in dit overleg onder andere een hoofdstuk over handel en duurzaamheid en afspraken over dierenwelzijn aan de orde. Parallel hieraan wordt over een kaderovereenkomst onderhandeld waarin de politieke samenwerking tussen Japan en de EU wordt geregeld. Hierin vinden ook mensenrechten een plaats. Zoals aan uw Kamer toegezegd, heeft Nederland bij het vaststellen van een onderhandelingsmandaat voor de kaderovereenkomst er op aangedrongen dat het beheer van cetaceeën (walvisachtigen) in de maritieme dialoog wordt meegenomen. U zult te zijner tijd over de uitkomsten van deze dialoog worden geïnformeerd.
De jacht op walvisachtigen is o.a. aangekaart met Japan tijdens een gesprek tussen de staatssecretaris van Economische Zaken en minister Hayashi van Landbouw, Bosbouw en Visserij tijdens zijn bezoek aan Nederland in juni 2013.
2) Kamerstuk, 32 123-XIV, nr. 122
Wij zijn tegen:
Interessant voor jou
Vragen over biggensterfte door onderkoeling
Lees verderVragen over Chinees mensenhaar in brood
Lees verder