Vragen Akerboom over de schade door PFAS in landbouwgif
Indiendatum: 4 dec. 2023
Kamervragen van Akerboom aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de schade door PFAS in landbouwgif
1. Kunt u bevestigen dat in ongeveer vijf procent van het in Nederland toegelaten landbouwgif PFAS zit,[1] ook wel de forever chemicals genoemd, omdat deze stoffen niet of nauwelijks afbreken in het milieu?
2. Kent u het onderzoek van het RIVM waaruit blijkt dat Nederlanders te veel PFAS binnenkrijgen, onder andere via voedsel, wat schadelijk is voor de gezondheid?[2]
3. In hoeveel van de in Nederland toegelaten landbouwgiffen en biociden zit een werkzame stof die onder de definitie van PFAS valt? Welke werkzame stoffen zijn dit?
4. In hoeveel van de in Nederland toegelaten landbouwgiffen en biociden zit een hulpstof (als synergist, formuleringshulpstof, toevoegingsstof, beschermstof, of detergent) die onder de definitie van PFAS valt? Welke hulpstoffen zijn dit?
5. Zijn er wettelijk toegestane maximum gehaltes PFAS per formulering en wordt hierop gecontroleerd? Zo ja, door welke instantie? Zo nee, waarom niet?
6. Zijn de resultaten van deze controles openbaar en zo ja, waar kunnen deze gevonden worden?
7. Heeft u, gezien de eigenschap van PFAS dat het niet-afbreekbaar is, zicht op de ophoping van PFAS in landbouwbodems? Zo ja, in welke mate is hier sprake van en wat zijn hiervan de risico’s voor het milieu? Zo nee, waarom niet?
8. Bij welk gehalte van PFAS in landbouwbodems zou er sprake zijn van verontreinigde grond?
9. Klopt het dat het restrictievoorstel van de Europese Commissie beoogt het gebruik van PFAS op termijn te verbieden, maar dat hierbij een uitzondering wordt gemaakt voor PFAS als werkzame stoffen in landbouwgif en biociden?[3] Vindt u dit wenselijk?
10. Wat is de stand van zaken betreffende de behandeling van dit restrictievoorstel? Loopt deze behandeling volgens planning en per wanneer zou de restrictie ingaan?
11. Welke maatregelen gaat u zelf nemen tegen het gebruik van PFAS-houdende landbouwgiffen (als werkzame stof én als hulpstof), om hiermee PFAS-verontreiniging te voorkomen?
12. Deelt u het inzicht dat het, vooruitlopende op wettelijke verboden, wenselijk is als het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) op de website een waarschuwing plaatst bij alle landbouwgiffen en biociden die PFAS bevatten? Zo ja, gaat u hier opdracht toe geven? Zo nee, waarom niet?
[1] https://www.rivm.nl/nieuws/inventarisatie-van-bestrijdingsmiddelen-met-zzs
[2] https://www.rivm.nl/pfas/te-veel-blootstelling-aan-pfas-in-nederland
[3] Kamerstuk 35334-248
Indiendatum:
4 dec. 2023
Antwoorddatum: 16 feb. 2024
Vragen van het lid Akerboom (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de schade door PFAS in landbouwgif (ingezonden 5 december 2023).
Antwoord van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 16 februari 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 696.
Vraag 1
Kunt u bevestigen dat in ongeveer vijf procent van het in Nederland toegelaten landbouwgif PFAS zit, ook wel de forever chemicals genoemd, omdat deze stoffen niet of nauwelijks afbreken in het milieu?[1]
Antwoord 1
In het RIVM-rapport «Inventarisatie Zeer Zorgwekkende Stoffen in bestrijdingsmiddelen» (Kamerstuk 22 112, nr. 3580) is geconcludeerd dat ongeveer 5% van de toegelaten gewasbeschermingsmiddelen en biociden een werkzame stof bevatten die voldoet aan de definitie van PFAS. Aangezien dit onderzoek is gebaseerd op een analyse van eind 2021 en het middelenpakket en de definitie van PFAS enigszins zijn gewijzigd heeft het Ctgb deze gegevens geactualiseerd en heeft hierbij ook de zogenoemde hulpstoffen meegenomen. Dat zijn stoffen die worden toegevoegd aan een gewasbeschermingsmiddel, bijvoorbeeld om er voor te zorgen dat het middel beter werkt. Op basis van de momenteel toegelaten middelen[2] bevat circa 10% van de toegelaten gewasbeschermingsmiddelen en minder dan 1% van de toegelaten biociden PFAS. De conclusie dat ongeveer 5% van de toegelaten middelen (gewasbeschermingsmiddelen en biociden) PFAS bevat, blijft hierdoor overeind.
Vraag 2
Kent u het onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) waaruit blijkt dat Nederlanders te veel PFAS binnenkrijgen, onder andere via voedsel, wat schadelijk is voor de gezondheid?[3]
Antwoord 2
Ja, uit dit rapport komt naar voren dat PFAS breed in onze leefomgeving voorkomen en mensen hier via tal van routes aan worden blootgesteld.
Vraag 3
In hoeveel van de in Nederland toegelaten landbouwgiffen en biociden zit een werkzame stof die onder de definitie van PFAS valt? Welke werkzame stoffen zijn dit?
Antwoord 3
Op basis van de geactualiseerde gegevens bevatten 105 toegelaten gewasbeschermingsmiddelen en 3 toegelaten biociden een werkzame stof die onder de definitie van PFAS in het restrictievoorstel valt. Dit betreft middelen op basis van de volgende 25 werkzame stoffen: cyflufenamid, cyflumetofen, diflufenican, flocoumafen, flonicamid, fluazifop-P-butyl, fluazinam, flufenacet, fluopicolide, fluopyram, flutianil, flutolanil, isoxaflutool, mefentrifluconazool, metaflumizone, penthiopyrad, picolinafen, prosulfuron, pyridalyl, pyroxsulam, sulfoxaflor, tefluthrin, tembotrione, triflusulfuron-methyl en tritosulfuron.
Vraag 4
In hoeveel van de in Nederland toegelaten landbouwgiffen en biociden zit een hulpstof (als synergist, formuleringshulpstof, toevoegingsstof, beschermstof, of detergent) die onder de definitie van PFAS valt? Welke hulpstoffen zijn dit?
Antwoord 4
Op basis van de geactualiseerde gegevens bevatten 5 toegelaten gewasbeschermingsmiddelen en 1 toegelaten biocide PFAS als hulpstof. Dit betreft de volgende 3 hulpstoffen: Trans-1,3,3,3-tetrafluoroprop-1-ene, bis(perfluoroalkyl (C6-C12)) fosforzuur-, en perfluoroalkyl (C6-C12) fosforzuur.
Vraag 5 en 6
Zijn er wettelijk toegestane maximumgehaltes PFAS per formulering en wordt hierop gecontroleerd? Zo ja, door welke instantie? Zo nee, waarom niet?
Zijn de resultaten van deze controles openbaar en zo ja, waar kunnen deze worden gevonden?
Antwoord 5 en 6
Gewasbeschermingsmiddelen en biociden worden streng beoordeeld volgens vastgestelde, veelal Europese kaders. Een middel wordt alleen toegelaten wanneer het gebruik veilig is bevonden voor mens, dier en milieu, waarbij onder andere is beoordeeld op toxiciteit en persistentie. Het maximale gehalte aan werkzame stof in het betreffende middel en de maximale hoeveelheid die mag worden toegepast is vastgesteld in het wettelijk gebruiksvoorschrift. Dit geldt voor alle werkzame stoffen en middelen, dus ook voor PFAS. Voor werkzame stoffen van gewasbeschermingsmiddelen die op voedselgewassen worden toegepast, zijn eveneens maximale gehaltes aan residu vastgesteld, de maximale residulimiet (MRL). De NVWA houdt toezicht op de samenstelling en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en publiceert de controleresultaten jaarlijks op haar website.
Vraag 7
Heeft u, gezien de eigenschap van PFAS dat het niet-afbreekbaar is, zicht op de ophoping van PFAS in landbouwbodems? Zo ja, in welke mate is hier sprake van en wat zijn hiervan de risico’s voor het milieu? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Omdat verschillende type PFAS zich op verschillende wijze in de bodem gedragen, is beperkt zicht op de ophoping in de bodem. Het RIVM heeft echter ten behoeve van het handelingskader PFAS in 2020 een landelijk achtergrondwaardenonderzoek[4] uitgevoerd. Uit dit onderzoek komt naar voren dat de concentraties PFAS in bebouwd gebied verhoogd zijn ten opzichte van de concentraties in landbouw- en natuurgebied. De gevonden achtergrondwaarden veroorzaken volgens het rapport geen onaanvaardbare effecten op het ecosysteem.
Vraag 8
Bij welk gehalte van PFAS in landbouwbodems zou er sprake zijn van verontreinigde grond?
Antwoord 8
Het RIVM heeft in 2021 nieuwe risicogrenzen afgeleid[5] voor PFAS in grond en grondwater. Deze risicogrenzen worden gebruikt om vast te stellen of sprake is van een bodemverontreiniging waarbij mogelijk maatregelen, zoals een sanering, genomen dienen te worden. Bij het bepalen of er sprake is van verontreinigde grond wordt geen rekening gehouden met het beoogd gebruik van de locatie.
Vraag 9
Klopt het dat het restrictievoorstel van de Europese Commissie beoogt het gebruik van PFAS op termijn te verbieden, maar dat hierbij een uitzondering wordt gemaakt voor PFAS als werkzame stoffen in landbouwgif en biociden? Vindt u dit wenselijk?[6]
Antwoord 9
Het Europese restrictievoorstel beoogt een zo breed mogelijk verbod op het op gebruik en op de markt brengen van PFAS. Hierbij is gekozen om toepassingen uit te sluiten die al zijn beoordeeld op de mogelijke risico’s zoals werkzame stoffen in geneesmiddelen, diergeneesmiddelen, biociden en gewasbeschermingsmiddelen.[7] Hulpstoffen die onderdeel zijn van formulering in gewasbeschermingsmiddelen en biociden zijn wel onderdeel van het restrictievoorstel en zullen zodoende worden uitgefaseerd. Het Europese restrictievoorstel is in lijn met mijn opvatting dat dit soort stoffen en middelen alleen mogen worden toegepast na grondige toetsing van mogelijke effecten op mens, dier en milieu.
Vraag 10
Wat is de stand van zaken betreffende de behandeling van dit restrictievoorstel? Loopt deze behandeling volgens planning en per wanneer zou de restrictie ingaan?
Antwoord 10
Het voorstel is januari 2023 ingediend bij het EU agentschap voor chemische stoffen, ECHA, waar het van maart tot september open heeft gestaan voor een publieke consultatie. Momenteel worden de 5.642 binnengekomen commentaren verwerkt door ECHA. De indienende lidstaten, naast Nederland ook Duitsland, Denemarken, Zweden en Noorwegen, helpen mee met het verwerken van de commentaren. Uw Kamer wordt met regelmaat over de voortgang geïnformeerd door de verantwoordelijk Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat.
Vraag 11
Welke maatregelen gaat u zelf nemen tegen het gebruik van PFAS-houdende landbouwgiffen (als werkzame stof én als hulpstof), om hiermee PFAS-verontreiniging te voorkomen?
Antwoord 11
Gewasbeschermingsmiddelen mogen alleen op de markt komen wanneer op grond van het wettelijk kader is aangetoond dat deze veilig kunnen worden toegepast. Dit geldt ook voor PFAS. Binnen het Europese restrictievoorstel wordt voorgesteld om PFAS die als hulpstof binnen gewasbeschermingsmiddelen gebruikt worden, uit te faseren. In het Europese restrictievoorstel wordt daarnaast de aanbeveling gedaan om het gebruik van PFAS te monitoren en de persistentiecriteria van geneesmiddelen, diergeneesmiddelen, biociden en gewasbeschermingsmiddelen te verbeteren. Voor gewasbescherming heeft de Europese Commissie inmiddels aangekondigd hier stappen op te nemen. Ik steun deze voorstellen en zal de Europese Commissie hier actief op blijven bevragen.
Vraag 12
Deelt u het inzicht dat het, vooruitlopende op wettelijke verboden, wenselijk is als het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) op de website een waarschuwing plaatst bij alle landbouwgiffen en biociden die PFAS bevatten? Zo ja, gaat u hiertoe opdracht geven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Nee. Gewasbeschermingsmiddelen en biociden worden geclassificeerd volgens Europees geharmoniseerde kaders, waaronder de CLP-Verordening (1272/2008). Voor de aanwezigheid van PFAS in een middel is geen officiële classificatie beschikbaar; er is dan ook geen juridische basis om de middelen op een dergelijke wijze van een waarschuwing te voorzien. Bovendien vind ik het niet wenselijk om met een dergelijke waarschuwing de suggestie te wekken dat een door het Ctgb toegelaten middel niet aan de veiligheidseisen zou voldoen. Wanneer een gewasbeschermingsmiddel niet meer voldoet aan deze veiligheidseisen, zal het Ctgb ingrijpen op de toelating.
[1] https://www.rivm.nl/nieuws/inventarisatie-van-bestrijdingsmiddelen-met-zzs
[2] Ctgb toelatingendatabank, januari 2024
[3] https://www.rivm.nl/pfas/te-veel-blootstelling-aan-pfas-in-nederland
[4] https://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/2020-0100.pdf
[5] https://www.rivm.nl/documenten/risicogrenzen-ten-behoeve-van-vaststelling-van-interventiewaarden-voor-pfos-pfoa-en-0
[6] Kamerstukken 35 334, nr. 248
[7] Kamerbrief 35 334, nr. 220 d.d. 7 februari 2023
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Vragen Van Esch en Wassenberg over Nederlandse paling, vol met giftig PFAS
Lees verderVragen over dat het verbranden van hout niet is uitgesloten van de doelstelling voor hernieuwbare energie op de klimaattop in Dubai en dat Nederlandse kolencentrales een vergunning willen om over te stappen op het verbranden van houtpellets met BECCS
Lees verder