Vragen Akerboom over het toezicht en de hand­having op de eco-regeling van de Europese land­bouw­sub­sidies


Indiendatum: 1 aug. 2023

Kamervragen van het lid Akerboom (Partij voor de Dieren) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het toezicht en de handhaving op de eco-regeling van de Europese landbouwsubsidies

1. Klopt het dat agrariërs die aanspraak willen maken op de Europese landbouwsubsidies (Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, GLB) vanaf dit jaar als duurzaamheidsmaatregel 4% van hun grond niet-productief moeten laten, zodat de bodem zich daar kan herstellen?

2. Kunt u bevestigen dat meerdere waterschappen het toestaan dat agrariërs sloten van het waterschap opvoeren om aan deze voorwaarde te voldoen, ondanks dat die sloten dus niet de agrariërs toebehoren en dat zij deze soms niet eens onderhouden?

3. Deelt u het inzicht dat deze boekhoudkundige truc op geen enkele manier bijdraagt aan verduurzaming? Gaat u hierop handhaven en zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet?

4. Kunt u uitsluiten dat agrariërs op andere manieren, bijvoorbeeld door het foutief opgeven van niet-productieve grond van terreinbeherende organisaties (TBO’s) of van Rijkswaterstaat proberen te voldoen aan de 4%-eis? Op welke manier houdt u er toezicht op dat dit niet gebeurt?

5. Kunt u bevestigen dat agrariërs naast de basissubsidie van het GLB ook in aanmerking kunnen komen voor de eco-regeling, waarvoor zij aanvullende duurzaamheidsmaatregelen moeten nemen, bijvoorbeeld het planten en/of onderhouden van landschapselementen (zoals heggen, struwelen of houtwallen)?

6. Kunt u uitsluiten dat agrariërs oneigenlijk gebruik maken van landschapselementen die niet op hun eigen grond staan maar op die van TBO’s of Rijkswaterstaat, om zo meer punten te scoren voor de eco-regeling en daarmee een hogere subsidie ontvangen?

7. Deelt u het inzicht dat dit voorkomen moet worden, omdat de subsidies publiek geld zijn, dat daadwerkelijk bij moet dragen aan publieke doelen (zoals bescherming van de biodiversiteit) en, zeker bij de eco-regeling, geen eenvoudige inkomenssteun voor agrariërs moet zijn?

8. Op welke manier houdt u er toezicht op dat genoemde mogelijkheden voor boekhoudkundig gesjoemel niet voor kunnen komen? Op welke manier zal er gehandhaafd worden indien dit wel gebeurt?

Indiendatum: 1 aug. 2023
Antwoorddatum: 31 aug. 2023

Vraag 1

Klopt het dat agrariërs die aanspraak willen maken op de Europese landbouwsubsidies (Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB)) vanaf dit jaar als duurzaamheidsmaatregel 4% van hun grond niet-productief moeten laten, zodat de bodem zich daar kan herstellen?

Antwoord 1

Vanaf volgend jaar is een van de geldende conditionaliteiten (voorwaarden voor subsidies van het GLB) dat minimaal 4% van het bouwland niet-productief moet zijn. Indien agrariërs dit jaar meedoen aan de ecoregeling en daarbij niet-productieve ecoactiviteiten uitvoeren moeten zij dit jaar al voldoen aan de 4%-voorwaarde. Er wordt pas «waarde» toegekend aan niet-productieve eco-activiteiten boven de 4%-conditionaliteit. Deze conditionaliteiten hebben onder andere een betere bodemgesteldheid als beoogd effect.

Vraag 2

Kunt u bevestigen dat meerdere waterschappen het toestaan dat agrariërs sloten van het waterschap opvoeren om aan deze voorwaarde te voldoen, ondanks dat die sloten dus niet aan de agrariërs toebehoren en dat zij deze soms niet eens onderhouden?[1]

Antwoord 2

Binnen het GLB is het mogelijk om, naast het opgeven van het landbouwareaal, de opgave uit te breiden door landschapselementen. De landschapselementen dienen in bezit zijn van de landbouwer dan wel gepacht of gehuurd zijn of op grond van een overeenkomst met de eigenaar worden gebruikt, op te voeren als subsidiabel areaal. Ook waterschappen maakten hier afspraken met landbouwers over. Waterschappen kunnen voorwaarden verbinden aan deze afspraken. Volgend uit de Europese verordening voor het Nationaal Strategisch Plan (NSP) van het GLB kan al het subsidiabel areaal ingezet worden om te voldoen aan randvoorwaarden voor de basisbetaling, de ecoregeling en/of het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb).

Vraag 3

Deelt u het inzicht dat deze boekhoudkundige truc op geen enkele manier bijdraagt aan verduurzaming? Gaat u hierop handhaven en zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Deze mening deel ik niet. Het tegengaan van een (verdere) achteruitgang en het stimuleren van de biodiversiteit zijn belangrijke doelstellingen van het GLB. Het behoud en de rol van landschapselementen, die een belangrijk onderdeel vormen van de groenblauwe dooradering, is hierbij een belangrijke factor. Leefgebieden zijn gebaat bij samenhang tussen sloot en perceel en GLB-maatregelen zijn daarop gericht. Dit gebeurt op verschillende manieren. Een sloot met ernaast een beheerde rand heeft bijvoorbeeld bij de invulling van niet-productief areaal (GLMC 8) een hogere wegingsfactor. Wanneer deze sloot beheerd wordt ter ondersteuning van insecten of akkervogels, kan de rand ook meetellen in de ecoregeling of het ANLb.

Vraag 4

Kunt u uitsluiten dat agrariërs op andere manieren, bijvoorbeeld door het foutief opgeven van niet-productieve grond van terreinbeherende organisaties (TBO’s) of van Rijkswaterstaat proberen te voldoen aan de 4%-eis? Op welke manier houdt u toezicht op dat dit niet gebeurt?

Antwoord 4

Het is niet uit te sluiten dat een agrariër een foutieve opgave doet. Er zijn maatregelen genomen om de foutieve aanvragen zoveel mogelijk te voorkomen, door bijvoorbeeld te controleren op dubbelclaims. Aanvullend zijn er de reguliere administratieve controles en controles ter plaatse om aanvragen op juistheid te controleren.

Vraag 5

Kunt u bevestigen dat agrariërs naast de basissubsidie van het GLB ook in aanmerking kunnen komen voor de eco-regeling, waarvoor zij aanvullende duurzaamheidsmaatregelen moeten nemen, bijvoorbeeld het planten en/of onderhouden van landschapselementen (zoals heggen, struwelen of houtwallen)?

Antwoord 5

Aanvullend op de basisinkomenssteun kent het GLB regelingen voor het leveren van ecosysteemdiensten, zoals de ecoregeling en het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. De maatregelen die ingezet kunnen worden in de ecoregeling en het ANLb zijn aanvullend op, en bevatten extra voorwaarden ten opzichte van de eerdergenoemde conditionaliteiten voor de hectarebetalingen. Hierbij zijn ook maatregelen voor landschapselementen die meer specifiek worden ingezet op verdere verbetering van de biodiversiteit.

Vraag 6

Kunt u uitsluiten dat agrariërs oneigenlijk gebruik maken van landschapselementen die niet op hun eigen grond staan maar op die van TBO’s of Rijkswaterstaat, om zo meer punten te scoren voor de ecoregeling en daarmee een hogere subsidie ontvangen?

Antwoord 6

Zie het antwoord op vraag 4.

Vraag 7

Deelt u het inzicht dat dit voorkomen moet worden, omdat de subsidies publiek geld zijn dat daadwerkelijk bij moet dragen aan publieke doelen (zoals bescherming van de biodiversiteit) en, zeker bij de ecoregeling, geen eenvoudige inkomenssteun voor agrariërs moet zijn?

Antwoord 7

Zie het antwoord op vraag 5 voor meer duiding op de aanvullende bijdrage die activiteiten die worden ontplooid onder de ecoregeling moeten leveren.

Vraag 8

Op welke manier houdt u toezicht op dat genoemde mogelijkheden voor boekhoudkundig gesjoemel niet voor kunnen komen? Op welke manier zal er gehandhaafd worden indien dit wel gebeurt?

Antwoord 8

Zoals ik heb aangegeven in mijn antwoord op vraag 4 en vraag 6 zullen er administratieve controles plaatsvinden en controles ter plaatse om aanvragen op hun juistheid te controleren. Indien er sprake is van een foutieve opgave, kan de subsidieverstrekkende organisatie hiertegen optreden en bijvoorbeeld de subsidie terugvorderen.

[1] https://www.ftm.nl/artikelen/w...

Interessant voor jou

Vragen Akerboom over een nieuw geitenpaadje voor stikstof-vergunningverlening: wordt intern salderen het nieuwe extern salderen?

Lees verder

Vragen Akerboom over het vergassen van ganzen

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer