Vragen Ouwehand over het leven en lijden van konijnen in de vleesindustrie
Indiendatum: 21 dec. 2023
Vragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het leven en lijden van konijnen in de vleesindustrie
1. Wat ging er door u heen toen u de nieuwe beelden zag waarop te zien is hoe konijnen in de vleesindustrie lijden aan verwondingen, schurft, ontstekingen aan hun oren en ogen en hoe zij neurologische verschijnselen vertonen (‘draainek’ of ‘scheve kop’) waardoor ze niet of nauwelijks meer rechtop kunnen staan?[1]
2. Heeft u gezien dat de dieren op deze beelden leven op kale spijlen in de kooien waarin zij zijn opgesloten, zonder de voorgeschreven plastic ‘welzijnsmatjes’ of ’afleidingsmateriaal’ en zonder mogelijkheid om te schuilen?[2] Wat vindt u hiervan?
3. Hoe vaak zijn de hierboven genoemde overtredingen geconstateerd in de afgelopen vijf jaar?
4. Kunt u bevestigen dat uit door Stichting Animal Rights opgevraagde NVWA-inspectierapporten tussen 2017 en 2022 blijkt dat bij de helft van de inspecties melding is gemaakt van ernstige ziektes, óók als de inspecties akkoord werden bevonden?
5. Kunt u bevestigen dat overtredingen als het niet aanhouden van een dag-nacht ritme door middel van verlichting in de stallen, het onjuist registreren van het aantal dode dieren en het onjuist of onvolledig administreren van medicatie, zijn afgedaan met een waarschuwing?
6. Kunt u verklaren waarom er geen sancties worden opgelegd bij deze overtredingen?
7. Heeft u op de beelden gezien dat er verschillende dode dieren tussen de levende dieren lagen?
8. Is de sterfte onder vleeskonijnen nog steeds 17,2%, zoals uw voorganger eerder schreef?[3]
9. Kunt u bevestigen dat dit neerkomt op meer dan 381.000 dode dieren per jaar, met 34.696 moederkonijnen die gemiddeld zes tot zeven keer per jaar worden geïnsemineerd en gemiddeld 6,8 nestjes moeten werpen van gemiddeld 9,4 jongen?[4] Zo nee, op welke cijfers komt u dan uit?
10. Kunt u bevestigen dat dit betekent dat bij ieder van de 34 bedrijven met konijnen iedere dag opnieuw gemiddeld 30 dode dieren in de kooien liggen?
11. Herinnert u zich dat uw voorganger geraakt was door beelden van dierenleed in de Nederlandse veehouderij en dat zij in beelden uit de konijnenhouderij uit 2019 aanleiding zag om de sector hier op aan te spreken en aan te dringen op verbetering?[5]
12. Wat vindt u er van dat in het jaar dat hier op volgde, 2020, slechts 1 dierenwelzijnscontrole is uitgevoerd in de konijnenhouderij en dan ook niet op eigen initiatief, maar pas nadat er een melding binnen kwam bij de NVWA?
13. Heeft u zelf de indruk dat er sinds 2019 iets is verbeterd? Zo ja, wat en waar baseert u dit op?
14. Herinnert u zich dat uw voorganger in 2020 liet weten in gesprek te gaan met de konijnensector over het centraal registreren van het aantal konijnen dat sterft in de stallen? Hoe kan het dat hier op zijn vroegst pas vanaf 2025 mee zal worden gestart?[6]
15. Zou u het dierwaardig noemen, konijnen die moeten leven in een kooi, zonder ruimte om te rennen, graven, schuilen of knagen, dag en nacht in een ammoniaklucht, waarbij de mannetjes die worden gehouden voor hun zaad in hun eentje in kooien zitten, net als (een groot deel van) de moederdieren op het moment dat zij geen jongen hebben? Kunt u dit toelichten?
16. Zou u zelf nog konijnenvlees eten na het zien van deze beelden?
17. Hoe gaat u er voor zorgen dat mensen die overwegen om (met kerst) konijnenvlees te eten, weten wat ze eten en wat voor lijden hier achter schuilt?
18. Kunt u deze vragen ieder afzonderlijk en binnen de daarvoor gestelde termijn beantwoorden?
[1] https://www.animalrights.nl/de-konijnenhouderij-vier-jaar-later-de-dieren-lijden-nog-steeds-krappe-kooitjes
[2] Verplicht op basis van artikel 2.76o van het Besluit houders van dieren
[3] Tweede Kamer, vergaderjaar 2019–2020, Aanhangsel van de Handelingen nr. 2951
[4] CBS cijfers Landbouw; gewassen, dieren en grondgebruik naar regio, 2022
[5] Tweede Kamer, vergaderjaar 2019–2020, Aanhangsel van de Handelingen nr. 2951
[6] Kamerstuk 36 360 XIV, nr. 7
Indiendatum:
21 dec. 2023
Antwoorddatum: 13 feb. 2024
Vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het leven en lijden van konijnen in de vleesindustrie (ingezonden 22 december 2023).
Antwoord van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 13 februari 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 752.
Vraag 1
Wat ging er door u heen toen u de nieuwe beelden zag, waarop is te zien hoe konijnen in de vleesindustrie lijden aan verwondingen, schurft, ontstekingen aan hun oren en ogen en hoe zij neurologische verschijnselen vertonen («draainek» of «scheve kop») waardoor ze niet of nauwelijks meer rechtop kunnen staan?[1]
Antwoord 1
Laat ik voorop stellen dat de «burgerinspecties» waarover stichting Animal Rights in haar bericht spreekt illegaal zijn, niet kunnen en niet mogen. Ongeacht de doelen of motieven die er aan deze incidenten ten grondslag liggen vind ik iedere vorm van geweld en opzettelijke vernieling van andermans eigendom niet te rechtvaardigen en onacceptabel en veroordeel ik.
De beelden vind ik uiteraard verschrikkelijk om te zien en dat doet mij ook wat. Zoals ik heb aangegeven,[2] vind ik dat dieren meer zijn dan een object of eigendom, het zijn levende wezens met een eigen waarde, los van de (gebruiks-)waarde die de mens er aan toekent. Deze intrinsieke waarde van dieren is vastgelegd in de Wet dieren en vormt dan ook het uitgangspunt van mijn beleid. We dienen met respect met ze om te gaan, ze goed te behandelen en goede huisvesting en verzorging te bieden, van fok tot slacht.
Vraag 2
Heeft u gezien dat de dieren op deze beelden leven op kale spijlen in de kooien waarin zij zijn opgesloten, zonder de voorgeschreven plastic «welzijnsmatjes» of «afleidingsmateriaal» en zonder mogelijkheid om te schuilen?[3] Wat vindt u hiervan?
Antwoord 2
Ik vind het belangrijk dat wet- en regelgeving wordt nageleefd door de houders van dieren. De welzijnsmatjes en schuilmogelijkheden zijn geen wettelijke vereisten. De sector heeft zelf een plan van aanpak huisvesting opgesteld waarover uw Kamer 14 april 2022 is geïnformeerd.[4] Via dat plan van aanpak verplichten de houders zich om in de loop naar 2030 te voldoen aan bovenwettelijke huisvestingsvereisten. De welzijnsmatjes en schuilmogelijkheden maken hier ook onderdeel van uit.
Vraag 3
Hoe vaak zijn de hierboven genoemde overtredingen geconstateerd in de afgelopen vijf jaar?
Antwoord 3
Vanaf 2019 tot en met 2023 zijn bij drie inspecties bij konijnenhouderijen overtredingen gevonden op de eisen van huisvesting en afleidingsmateriaal.
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat uit door Stichting Animal Rights opgevraagde NVWA-inspectierapporten tussen 2017 en 2022 blijkt dat bij de helft van de inspecties melding is gemaakt van ernstige ziektes, óók als de inspecties akkoord werden bevonden?
Antwoord 4
Bij een aantal inspecties hebben inspecteurs geconstateerd en vastgelegd dat er sprake was van dierziektes op het geïnspecteerde bedrijf. De aanwezigheid van dierziekte(n) op een locatie is geen overtreding van een voorschrift. Hierbij is het bijvoorbeeld van belang dat een houder tijdig veterinaire hulp inschakelt indien nodig. Daarom kan het zijn dat deze inspecties wel akkoord zijn bevonden.
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat overtredingen als het niet aanhouden van een dag-nacht ritme door middel van verlichting in de stallen, het onjuist registreren van het aantal dode dieren en het onjuist of onvolledig administreren van medicatie, zijn afgedaan met een waarschuwing?
Antwoord 5
Ja, deze inspecties zijn, door de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA), met een officiële waarschuwing afgedaan.
Voor bovenstaande overtredingen kunnen volgens het Specifiek Interventiebeleid[5] meerdere interventies worden toegepast. Indien de overtredingen ernstig en/of structureel van aard zijn kan een bestuurlijke boete en eventuele corrigerende interventies worden opgelegd. Indien deze overtredingen licht en/of incidenteel van aard zijn, kan worden gekozen voor een officiële waarschuwing. Dit is afhankelijk van de feiten en omstandigheden ter plaatse.
Vraag 6
Kunt u verklaren waarom er geen sancties worden opgelegd bij deze overtredingen?
Antwoord 6
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar het antwoord op vraag 5.
Vraag 7
Heeft u op de beelden gezien dat er verschillende dode dieren tussen de levende dieren lagen?
Antwoord 7
Ja, dit heb ik gezien.
Vraag 8
Is de sterfte onder vleeskonijnen nog steeds 17,2 procent, zoals uw voorganger eerder schreef?[6]
Antwoord 8
Voor konijnenhouders is een goede zorg voor dieren het uitgangspunt. Elke houder dient uitval van de konijnen te registeren in de eigen administratie. Bij een uitvalspercentage hoger dan 10% dient de houder de dierenarts te consulteren met als doel het percentage te verlagen. Centrale registratie van uitval is echter niet verplicht en ik heb daarom geen cijfers over de uitval. Momenteel zet de konijnensector zet zich in om deze sterftecijfers centraal vast te leggen, dit doen zij samen met Wageningen Economic Research (WEcR).
Om de zorg voor jonge dieren in beeld te brengen is de Zorgwijzer ontwikkelt, deze geeft houders inzicht in diergezondheid en dierenwelzijn en biedt houders de mogelijkheid om cijfers met elkaar te vergelijken. Ervaring, onder andere uit het antibioticadossier, leert dat een dergelijke vergelijking houders intrinsiek motiveert verder te verbeteren. Vanaf 2025 wordt de deelname aan de Zorgwijzer, via het Integrale Keten Beheersing (IKB) systeem, verplicht voor konijnenhouders.
Vraag 9
Kunt u bevestigen dat dit neerkomt op meer dan 381.000 dode dieren per jaar met 34.696 moederkonijnen die gemiddeld zes tot zeven keer per jaar worden geïnsemineerd en gemiddeld 6,8 nestjes moeten werpen van gemiddeld 9,4 jongen?[7] Zo nee, op welke cijfers komt u dan uit?
Antwoord 9
Zie mijn antwoord op vraag 8. Er is mij geen actueel sterftepercentage van konijnen bekend.
Vraag 10
Kunt u bevestigen dat dit betekent dat bij ieder van de 34 bedrijven met konijnen iedere dag opnieuw gemiddeld 30 dode dieren in de kooien liggen?
Antwoord 10
Zie mijn antwoord op vraag 8 en 9.
Vraag 11
Herinnert u zich dat uw ambtsvoorganger geraakt was door beelden van dierenleed in de Nederlandse veehouderij en dat zij in beelden uit de konijnenhouderij uit 2019 aanleiding zag om de sector hierop aan te spreken en aan te dringen op verbetering?[8]
Antwoord 11
Ja.
Vraag 12
Wat vindt u ervan dat in het jaar dat hierop volgde, 2020, slechts één dierenwelzijnscontrole is uitgevoerd in de konijnenhouderij en dan ook niet op eigen initiatief, maar pas nadat er een melding binnen kwam bij de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA)?
Antwoord 12
Er is in 2020 één controle op welzijn uitgevoerd bij een bedrijf met konijnen die voor productie gehouden worden naar aanleiding van een melding. Daarnaast zijn er dat jaar nog 4 inspecties uitgevoerd in de konijnenhouderij in het kader van de naleefmeting diergeneesmiddelen, die is uitgevoerd in de periode 2019–2020. Hoewel deze inspecties een andere insteek hebben, zouden eventuele evidente welzijnsovertredingen daarbij zijn opgemerkt.
Vraag 13
Heeft u zelf de indruk dat er sinds 2019 iets is verbeterd? Zo ja, wat en waar baseert u dit op?
Antwoord 13
Ja, de sector zet stappen op verschillende onderwerpen, zoals op antibiotica, huisvesting en de zorg voor jonge dieren.
In de Verzamelbrief Dierenwelzijn van april 2022 (Kamerstuk 28 286, nr. 1255) werd u geïnformeerd over het plan van aanpak huisvesting, opgesteld door de vakgroep konijnenhouderij van LTO Nederland. Dit plan bevat een viertal onderdelen op het gebied van huisvesting die bijdragen aan het verbeteren van dierenwelzijn voor alle konijnen gehouden voor productie. De vier onderdelen betreffen; (stal)klimaat en calamiteiten, omgevingsverrijking, comfort voor opfokvoedsters en leefruimte voor zowel vleeskonijnen als voedsters. In 2030 zal elke konijnenhouder, door middel van een puntensysteem, moeten voldoen aan de vereisten opgenomen in dit plan van aanpak. Eind 2025 dient elke konijnenhouder minimaal de helft van het totaalaantal punten behaald te hebben. Borging verloopt via het private kwaliteitssysteem.
De konijnensector heeft sinds begin 2022 een plan van aanpak antibioticumgebruik en aanpak hoog gebruikende bedrijven. Hiermee is afgelopen jaar een goed resultaat behaald zowel in algemene reductie als in reductie van het aantal hoog gebruikende bedrijven. In de brief Stand van zaken veterinair antibioticumbeleid (Kamerstuk 29 683, nr. 275), die uw Kamer op 24 augustus 2023 heeft ontvangen, kunt u dit terug vinden. Ten opzichte van 2021 is in 2022, het gebruik van antibiotica in de konijnensector gedaald met 32,4%. De konijnensector laat hiermee het laagste gebruik zien, sinds de start van de monitoring door de SDa (2016).
Vraag 14
Herinnert u zich dat uw ambtsvoorganger in 2020 liet weten in gesprek te gaan met de konijnensector over het centraal registreren van het aantal konijnen dat sterft in de stallen? Hoe kan het dat hier op zijn vroegst pas vanaf 2025 mee zal worden gestart?[9]
Antwoord 14
Ja, dit herinner ik mij. Zie mijn antwoord op vraag 8.
Vraag 15
Zou u het volgende dierwaardig noemen: konijnen die moeten leven in een kooi, zonder ruimte om te rennen, graven, schuilen of knagen, dag en nacht in een ammoniaklucht doorbrengend, waarbij de mannetjes die worden gehouden voor hun zaad in hun eentje in kooien zitten, net als (een groot deel van) de moederdieren op het moment dat zij geen jongen hebben? Kunt u dit toelichten?
Antwoord 15
Zoals ik uw Kamer heb geïnformeerd (Kamerstuk 28 286, nr. 1321) werk ik aan een dierwaardige veehouderij waar alle dieren, worden gehouden volgens de 6 leidende principes van de Raad voor Dieraangelegenheden (RDA). Ik heb uw Kamer geïnformeerd over de stappen die hierop worden ondernomen. De focus ligt nu bij de 4 grote sectoren maar op termijn zullen ook de overige sectoren, waaronder de konijnensector, worden betrokken.
Vraag 16
Zou u zelf nog konijnenvlees eten na het zien van deze beelden?
Antwoord 16
De beelden die ik heb gezien vind ik treurig. Het feit dat deze beelden zijn gemaakt, betekent niet dat deze beelden representatief zijn voor de gehele sector. Hierdoor kan ik geen algemene conclusie trekken over de gehele konijnensector. Daarnaast doen mijn persoonlijke wensen en behoeftes er in deze niet toe.
Vraag 17
Hoe gaat u ervoor zorgen dat mensen die overwegen om (met kerst) konijnenvlees te eten, weten wat ze eten en wat voor lijden hier achter schuilt?
Antwoord 17
Het is aan mij regels te stellen waar de huisvesting van konijnen aan moet voldoen. En ik stel de NVWA in staat om hier toezicht op te houden. Ik vind het belangrijk dat burgers informatie kunnen opdoen over het voedsel dat zij kopen zodat zij zelf weloverwogen keuzes kunnen maken. Om die reden ondersteun ik het Voedingscentrum, die hier uitwerking aan geeft.
Vraag 18
Kunt u deze vragen ieder afzonderlijk en binnen de daarvoor gestelde termijn beantwoorden?
Antwoord 18
Het is mij niet gelukt om de vragen binnen de daarvoor gestelde termijn te beantwoorden, uw Kamer is hierover geïnformeerd op 11 januari j.l.
[1] https://www.animalrights.nl/de-konijnenhouderij-vier-jaar-later-de-dieren-lijden-nog-steeds-krappe-kooitjes
[2] Verplicht op basis van artikel 2.76o van het Besluit houders van dieren
[3] Tweede Kamer, vergaderjaar 2019–2020, Aanhangsel van de Handelingen nr. 2951
[4] CBS cijfers Landbouw; gewassen, dieren en grondgebruik naar regio, 2022
[5] Tweede Kamer, vergaderjaar 2019–2020, Aanhangsel van de Handelingen nr. 2951
[6] Kamerstuk 36 360 XIV, nr. 7
[7] CBS cijfers Landbouw; gewassen, dieren en grondgebruik naar regio, 2022.
[8] Handelingen II 2019–2020, Aanhangsel, nr. 2951
[9] Kamerstuk 36 360 XIV, nr. 7
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Vragen Teunissen naar aanleiding van de antwoorden op eerdere vragen over fossiele subsidies en de beprijzing van CO2-uitstoot
Lees verderVragen Chakor/Kostic over de vrijheid van meningsuiting voor ambtenaren
Lees verder