Vragen over de manege in Assendelft die in strijd met de wet opnieuw een pony gaat verloten
Indiendatum: sep. 2011
Vragen van het lid Ouwehand (Partij voor de Dieren) aan de staatssecretaris van Economische zaken, Landbouw en Innovatie over de manege in Assendelft die in strijd met de wet opnieuw een pony gaat verloten.
1. Is het u bekend dat Hippisch Centrum de Delft te Assendelft opnieuw heeft aangekondigd een pony te verloten? [1]
2. Wat vindt u ervan dat deze manege ondanks het wettelijke verbod op het verloten van dieren en uw uitspraken over hun eerdere verlotingen in antwoord op Kamervragen, gewoon weer publiekelijk aankondigt dat zij artikel 57 van de Gezondheids-en welzijnswet voor dieren gaat overtreden?
3. Heeft de Algemene Inspectie Dienst al actie ondernomen om de verloting van de pony te voorkomen en op te treden tegen deze manege? Zo ja, kunt u uiteenzetten hoe de handhaving verlopen is en welke sanctie er is opgelegd. Zo neen, waarom heeft de AID deze notoire overtreder niet extra in de gaten gehouden?
4. Bent u bereid, nu deze manege wederom in opspraak komt, om alsnog toe te lichten hoe de AID in voorgaande overtredingen heeft gehandeld en wat de uitkomst daarvan is geweest? Zo neen, waarom niet?
5. Welke straf staat er precies op het overtreden van het verbod op het verloten van dieren? Deelt u de mening dat deze straf kennelijk niet afschrikwekkend genoeg is om overtredingen te voorkomen? Zo ja, bent u bereid de straffen voor overtredingen van de GWWD te verhogen? Zo neen, waarom niet?
6. Deelt u de mening dat gezien de herhaaldelijke overtreding de handhaving van dit wetsartikel te kort schiet? Zo ja, bent u bereid te onderzoeken wat er nodig is om het verbod op de verloting te kunnen handhaven en hiervoor passende maatregelen te nemen? Zo neen, waarom niet?
Indiendatum:
sep. 2011
Antwoorddatum: 28 sep. 2011
1. Is het u bekend dat Hippisch Centrum de Delft te Assendelft opnieuw heeft aangekondigd een pony te verloten? [1]
Ja.
2. Wat vindt u ervan dat deze manege, ondanks het wettelijke verbod op het verloten van dieren en uw uitspraken over hun eerdere verlotingen in antwoord op Kamervragen 2), gewoon weer publiekelijk aankondigt dat zij artikel 57 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (GWWD) gaat overtreden?
Ik ben van mening dat voor iedere houder een zorgvuldige omgang met dieren en respect voor de regels die zijn vastgesteld ter bescherming van dieren centraal zouden moeten staan.
3. Heeft de Algemene Inspectie dienst (AID) al actie ondernomen om de verloting van de pony te voorkomen en op te treden tegen deze manege? Zo ja, kunt u uiteenzetten hoe de handhaving verlopen is en welke sanctie er is opgelegd? Zo nee, waarom heeft de AID deze notoire overtreder niet extra in de gaten gehouden?
Toen duidelijk werd dat betrokken manegehouder dit jaar van plan was wederom een pony te verloten, heeft Dienst Regelingen tijdig voor het evenement de manegehouder een zogenaamde last onder dwangsom opgelegd ter handhaving van het verbod uit artikel 57 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.
Bij een controle op de dag waarop de verloting gepland stond is door de nVWA ter plaatse geconstateerd dat de pony niet meer als prijs is verloot. De last onder dwangsom heeft dus effect gehad.
4. Bent u bereid, nu deze manege wederom in opspraak komt, om alsnog toe te lichten hoe de AID in voorgaande overtredingen heeft gehandeld en wat de uitkomst daarvan is geweest? Zo nee, waarom niet?
Nee, ik zie hiertoe nog altijd geen aanleiding.
5. Welke straf staat er precies op het overtreden van het verbod op het verloten van dieren? Deelt u de mening dat deze straf kennelijk niet afschrikwekkend genoeg is om overtredingen te voorkomen? Zo ja, bent u bereid de straffen voor overtredingen van de GWWD te verhogen? Zo nee, waarom niet?
6. Deelt u de mening dat gezien de herhaaldelijke overtreding de handhaving van dit wetsartikel te kort schiet? Zo ja, bent u bereid te onderzoeken wat er nodig is om het verbod op de verloting te kunnen handhaven en hiervoor passende maatregelen te nemen? Zo nee, waarom niet?
Overtreding van verbod op het verloten van dieren is strafbaar gesteld in artikel 1, onder 4°, van de Wet op de economische delicten. De bijbehorende straffen zijn een hechtenis van maximaal 6 maanden, een taakstraf of een geldboete van de vierde categorie (maximaal € 19.000,-).
Voorts is het mogelijk om een hiervoor al genoemde last onder dwangsom op te leggen. Dit is een bevel tot herstel van de overtreding met daaraan gekoppeld de verplichting tot het betalen van een geldsom als het bevel niet tijdig wordt opgevolgd.
Ik ben van mening dat deze straffen voldoende afschrikwekkend zijn. Er zijn voldoende mogelijkheden om op passende wijze handhavend dan wel preventief op te treden.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
dr. Henk Bleker
[1]http://www.hippischcentrumdedelft.nl/index.php?option=com_content&view=category&layout=blog&id=53&Itemid=67
[2] Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2010-2011, nr. 263
Interessant voor jou
Vragen over de doorgaande achteruitgang van de weidevogels
Lees verderMondelinge vraag Thieme over gebruik antibiotica in veehouderij
Lees verder